Nu de ridders van Brunengeruuz, als karnavalvierders in onze stad bekendheid hebben verworven, is het interessant om even op dit oude woord in te gaan.
We vinden als oudste schrijfwijze Brunengeruuz in bet cartularium van Sint-Lambert nr. 16 (Luik, Archives de I’Etat), uit het jaar 987, kopie 13° eeuw (Gysseling, Top. woordenboek, p. 197).
De betekenis is zeer duidelijk. Het woord bestaat uit 3 delen: Brun-enge-ruuz. Terloops merken we op, dat de naam van dit oude Haspengouwse graafschap tot op heden verkeerd wordt uitgesproken: etymologisch heeft het geen zin om te spreken van « Brunen-geruuz ». Zoals verder zal blijken, dient de naam als « Brunengeruuz » te worden uitgesproken.
Het eerste lid Brun- bevat de vleivorm Bruno (met lange u), een naam die in de toponymie zeer talrijk voorkomt. Het tweede bestanddeel -enge-is de verdoffing van het bekende suffix -inga, dit is een genitief meervoud op -a, verbonden met persoonsnamen. Gewoonlijk omschrijft men de betekenis van -inga als « van de lieden », of, « van de mensen », in ons geval van een zekere Bruno. Het derde deel biedt ook geen moeilijkheden: het is een Romaanse ontwikkeling (de naam staat inderdaad in een Frans cartularium) van het oorspronkelijke Germaanse rotha. Bij gebrek aan lettertekens moeten we hier de stemloze frikatief met -th- voorstellen. In Romaanse mond is dit Germaanse rotha geëvolueerd tot -ruuz, tegenover Nederlands -rode, met vokaalrekking en overgang van th naar d, bekend in tientallen toponiemen, vb. Haasrode, Waanrode, Tielrode, enz., waarin rode betekent « gerooid bos ».
Besluit: Brunengeruuz (Nederlands Bruningerode) betekent: gerooid bos van de lieden van Bruno.
Dr. P. Kempeneers.