Pastoor-deken J. Hardiquest van Tienen vroeg me naar de herkomst van verwares. Het woord is bij ouderen in Hoegaarden en Tienen nog bekend, maar is in de algemene omgangstaal verdrongen door vroedvrouw. (Niet te verwarren met de wroetvrouw, een grappige benaming voor een archeologe.) Verwares, uitgesproken als verwoarès, is ook in Leuven bekend. In de Dijlestad spreekt men van verworès.

Verdwenen in het Tiens is wel het woord patros. Dit is een vervorming van het Waals botrèsse, dat ook in Eupen voorkomt. Patros was niet alleen een vroedvrouw, maar ook een zwaarlijvige dame. De bijgedachte aan de dikke buik bij zwangerschap is hier niet vreemd aan. Soms zei men vroeger ook: een dikke patros. Een verdwenen uitdrukking is “de patros gesproken hebben”, dit is zwanger zijn.

Verwares.jpg

Terug naar de verwares. Het Middelnederlands kende de “verwaerster” in de betekenis van een vrouw die voor iets zorgt of iemand oppast. Het is een afleiding van “verwaeren”. Dit werkwoord heeft veel betekenissen, o. a.: bewaren, in het oog houden, voor iets zorgen. Het bekende woordenboek van Kiliaan (derde druk, 1599) is preciezer. Kiliaan geeft bij “verwaeren” of “bewaeren” de betekenis “custodire”, d.w.z. bewaken, beschermen. Maar in de zinsnede “verwaeren de kraemvrouwe” schrijft hij “curare puerperam”, dus de kraamvrouw verzorgen. Ook het substantief kent hij. Een verwaerster of vrouwaerster wordt in het Latijn uitgelegd als “curatrix puerperae, mulier quae puerperam curat”, in het Nederlands: de verzorgster van de kraamvrouw, de vrouw die de kraamvrouw verzorgt. Zoals het Tiense woord naaiès (naaister) komt van naaiersse, zo is verwares een verkorting van verwarersse. Bij doodsgevaar was de verwares de eerste vrouw die het kind doopte.

Cornelis_Kiliaan01.jpg

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op donderdag 1 oktober 2009.