Het verhaal

Ook vroeger liep een ruzie in een herberg al eens uit de hand. Dat blijkt uit een bundel die ik vond onder “varia” in de schepengriffies van Vertrijk nummer 5306 (Rijksarchief Leuven). Het gaat om een gevecht ten huize van de herbergier Gilis Vlemincx op 18 december 1707. Na een woordenwisseling ontstond een vechterij met messen en stokken tussen: Jan Plis uit Lovenjoel en zijn kameraad aan de ene kant, en Rega en Jaecq Hannoset uit Opvelp aan de andere kant. De gebroeders werden geholpen door enkele geassocieerden.

gevecht
Plis overleefde het voorval. Diezelfde dag werd hij door de schepenen verhoord. De volgende dag, 19 december 1707, kwam de chirurgijn Hendrick Tritsmans op bezoek. Plis lag nog altijd in de herberg voor verzorging. Zoals gebruikelijk legde de chirurgijn zijn verklaring af in moeilijke medische termen. Het ging over het hoofd van Plis dat gekwetst was opt sagital tot occipitael. De dokter vond tien of meer slagen, maar kon toch niet jugeren ofter eenige bloet opde membrane dura mater connen liggen.
Op de 20ste december ging het onderzoek verder. Eerst kwam Guilliam Theunis aan de beurt. Deze beschreef haarfijn, hoe het gevecht ontstond. Na een woordenwisseling ging Jan Plis van de keuken naar de gelagkamer. In de deuropening gaf Rega Hannoset hem een stokslag in zijn hals. De Hannosetten en hun handlangers trokken de deur dicht en waeren lachende ende glorierende. Plis en zijn kameraad kwamen terug naar de keuken, elk met een mes in de hand. Hierop ontstond een hevig gevecht. Jaecq Hannoset kreeg verscheidene messteken in de arm en Jan Plis lag voor dood in de keuken onder de schouw. De metgezellen van Hannoset sleepten Plis naar de mesthof en sloegen hem daar verder tot hij niet meer bewoog. Van het vele bloed was hij niet meer herkenbaar. Jaecq Hannoset scheurde de mau van de casacq onstucken om de wonden in zijn arm te zien. Van het aanzicht en de pijn viel hij flauw. Zijn broeder Rega was woest en liep naar de mesthof om Jan Plis daar voorder quaelyck te tracteren.
De volgende declarant was Peeter Verheylewegen. Hij legde dezelfde verklaring af. Hij zag hoe een persoon met eenen witten justacoor bloedde, nadat hij de arm van de kazak had doorgesneden. Tot nadere informatie moest op 24 december Guilliam Gilliar eveneens een verklaring afleggen. Hij was naar Vertrijk gekomen om Sinte Lucia te bezoeken. Hij woonde een mis bij en kwam daarna ontbijten en drinken in de herberg van Gilis Vlemincx. Hij zag er veel volk. Een deel zat in de gelagkamer, een ander deel zat in de keuken aan tafel. Plis en Hannoset hadden enige woorden. Daarna begon de ruzie. De vechterij in Vertrijk schetst een beeld van het sociale leven in 1700. De mensen gingen naar de mis en dronken een pot bier in de dorpsherberg. Soms liep het mis en ontaardde een geschil in een drama.

Het historisch document

(1) 18en decembris 1707 coram1 Jan Mertens et Festraets, schepenen der Heerlijkheijt van Veertrijck, ter instantie vanden Heere overhoirt Jan Plis, ingesetenen van Louenioul ouer alsulcke vechterije die op heden binnen desen dorpe is geschiet tusschen dito Plis ende vijff a sesse schepers als twee andere, inden huijse van Gilis Vlemincx alwaer sij t’saemen hebben gedroencken, dat onder andere Rega ende Jaecq Hannoset beijde gebroeders hem declarant beneffens d’andere soo forselijck sijn op gevallen, dat sy hem declarant hebben met slaegen vermeijnen ter doot te brengen, ende hem voor doot laeten liggen, waer van hy deponent totter doot toe, soo op sijn hooft als anderssints derelijck is gequets, roepende die voornoempde Hannosetten “slaet doot, slaet doot den dieff”, verclaerende voorders dat Peeter N. scheper en Niclaes van Dorne hem declarant heeft geholpen, biddende “om goidts wille laet myn leuen” ende is alsoo voor doot blyuen liggen. Ulterius ignorat et habita lectura persistit et signauit2. [Handtekening] Jan Pleis.

(2) Desen 19en decembris coram Hendrick de Hennin, Jan Mertens en Festraets, comparuit3 meester Hendrick Tritsmans chirurgyn, den welcken in faueur van justitie is geroepen geweest by seeckeren Jan Plis, gequets liggende ten huijse Gilis Vlemincx den 18 deser, om hem te penseren4 ende heeft geuonden int openen ende cureren van sijn hooft dat den seluen gequets is seer dererelyck (sic) gequets opt sagital5 tot occipitael6 van achter tot voor in syn hooft ende bevonden tot thien en meerder slaegen, maer tot noch toe nijet en can jugeren ofter eenige arteries7 bloet opde membrane dura mater8 connen liggen ofte frantuer9 inde beenderen en tegenwoordigh connen sien nochte d’accidenten t selue noch nijet en can aenwijsen tot noch toe. Ulterius ignorat et habita lectura persistit et signauit. H. Tritsmans.

(3) Informatie preparatoir genomen ter instantie ende requisitie van die representanten wylen den Heere van Veertrijck, met hem gevueght den officier officij nomine ouer alsulcke vechterije geschiet by den huijse Gilis Vlemincx tusschen vijff a sesse persoonen, soo schepers als andere dye ten seluen huijse hebben den heelen dagh gedroencken en geten10 ende waer van inde selue vechterije is seer derelijck gequets seeckren Jan Plis scheper ende innegesetenen van Louen Joul, die ter doot gequets light soo in syn hooft als anderssints.
Op heden desen xxen11 decembris 1707 coram Hendrick de Nije, Jan Mertens et Festraets schepenen, comparuit Guilliam Thenis gedaeght door Peeter Cristiaens dienaer, ut constat by relaes op segel om der waerheijt getuijgenisse te geuen ende geeedt door den schepenen Hendrick de Nije, heeft verclaert warachtich te sijn, hoe hij declarant opden 18 december ontrent vesperen tijt is gecomen inden huijse van Gilis Vlemincx om eens te driencken, om alsdan naer die vesperen te gaen, in welcken huijse hij declarant gesien heeft verscheijde persoonen drincken, den deel inde caemers ende inde keucken, dat onder andere hij declarant heeft gesproecken tegens seeckren Jan Plis, den welcken daer naer vande keucken is gegaen naer die caemer by synen cameraet, als wanneer is gebeurt, naer dyen dito Plis te voorens eenige woorden hadde gehat tegens Rega ende Jaecq Honnoset byde gebroeders, gaende naer die caemer van Gilis Vlemincx, Riga Hannoset gaff aende deure vande camer eenen stockslagh inden hals van Jan Plis, soo dat die voorschreven Hanosetten beneffens henne geassocieerde die camer dore12 toe hebben getrocken, daer den voornoempden Jan Plis by syne cameraet was gegaen, op welcken slagh die voorschreven Hannosetten ende geassocieerde waeren lachende ende glorierende, als wanneer een wijnich naer is gebeurt, dat den cameraet van Jan Plis met syn mes inde handt ende Jan Plis oock met syn mes inde handt t’saemen vuijt die caemer syn gecomen tot inde keucken, alwaer die voorschreven Riga ende Jaecq Hannoset beneffens henne geassocieerde t saemen waeren drinckende, vraegende den cameraet van Jan Plis met het mes inde hant “Jamfoeter13 Riga Hannoset waerom slaegt gij mijnen cameraet”, als wanneer Jan Plis met het mes inde handt onder die schauw vande keucken viel op Jaecq Hannoset, ende syn die voorschreven Hannosetten ende hennen geassocieerde soo t’saemen onder een gevallen, ende sloegen ende staecken onder een, ende hebben alsoo als14 slaegende ende vechtende Jan Plis jnde keucken onder den voet geslaegen ende hebben hem Plis met sulcke force geslaegen dat hy inde keucken lagh voor doot, roepende “slaet den dieff doot, slaet doot”, ende hem hem (sic) Plis alsoo van inde keucken tot buijten die doore vervolght tot inden mesthoff met gedurige slaegen, als wanneer gebeurt is, dat seeckeren N. molder tot Meulenstede15 inde keucken is gecomen, den welcken aldaer syde16 “en hadde ick hen nyet van een getrocken, sy souden hem doot gesteecken hebben”, ende alsdoen gesien te hebben, dat Jaecq Hannoset inde keucken van het gevecht is gecomen by het vur met eenige steecken in synen arm seer bebloyt, ende de mau vande casacq17 onstucken gesnede, die aldaer flauw viel, dit siende den broeder Rega Hannoset is weder vuyt geloopen naer Jan Plis die inden mesthoff voor doot lagh om hem voorder quaelyck te tracteren, ende hebben hem soo inden mesthoff vastgepact. Ulterius ignorat et habita lectura persistit et signauit, sed scribere nescit18. Het marcq + Guilliam Theunis, verclaerende nijet te connen schreijuen.

(4) Eodem die et coram predictis comparuit19 den Eersaemen Peeter Verheylewegen, gedaeght door Peeter Cristiaens dienaer, ende geedt20 door den schepenen Hendrick de Hennin, welcken deponent verclaert by desen waerachtich te syn, gesien te hebben den 18 december 1707, comende ten huyse Gilis Vlemincx weert21 alhier van Veertrijck, om met sijne cameraden eenen pot bier te drincken, in welcken huijse hij deponent heeft gevonden veele persoonen, d’een partije inde caemers, ende d’ander inde keucken van dito Vlemincx, drincken ende smoren22, als wanneer hij deponent heeft gehoirt ende gesien fulmineren23 eenige persoonen die inde keucken saten tegens die twee die vuyt de camer quaemen inde keucken, ende syn soo met het selue gevloeck inde keucken op malcanderen aent vechten gevallen, soo met stocken messen als anderssints, ende al vechtende seeckeren Jan Plis beneffens sijnen cameraet, tot inden mesthoff met soo daenige force van slaegen en steecken gevochten, dat sy t’saemen, wel ses a seuen, den voornoempden Jan Plis hebben geslaegen, dat sij hem voor doot inden mesthoff hebben laeten liggen, ende hij deponent, gaende door den mesthoff, heeft hem Plis voor doot sien deerelyck gequets liggen, verclaerende voorders gesien te hebben eenen persoon gecleet met eenen witten justacoor24 met eenige steecken in sijnen arm heel bebloyt ende den arm vanden casacq gescheurt ende doorsneden met het mes van bouen over den mauw. Ulterius ignorat et habita lectura persistit et signauit. Peeter Verheijleweghen. (5) Naerdere informatie genomen ter instantie als voor, desen 24 decembris 1707 als volght. Op heden desen 24en decembris 1707 coram Jan Mertens et Festraets schepenen, comparuit Guilliam Gilliar gearresteerde ende gedaeghde per Peeter Cristiaens, dienaer binnen dese Heerlijckheijt, om der waerheijt getuijgenisse te geuen ende geeedt door den schepenen Jan Mertens, den welcken heeft verclaert waerachtich te syn, hoe hy declarant opden xviijen25 decembris lestleden is gecomen alleen binnen Veertrijck om St Lucia26 te comen besoecken ontrent hoochmis tyt, ten huijse Gilis Vlemincx weert alhier, om wat te ontbyten ende eens te driencken, comende vuijtte kercke, mis gehoort hebbende, ende ten seluen huyse gecomen sijnde, heeft aldaer gesien veel volck driencken, een deel inde caemers ende inde keucken, als wanneer een wijnich daer naer, Jaecq ende Riga Hannoset byde gebroeders syn inden seluen huyse gecomen, beneffens eenighe andere, gecomen sijnde om t’saemen te driencken, goencken t’saemen eten aende Taeffel inde keucken vanden seluen Gilis Vlemincx, ende daer naer goncken t’saemen by het vier27 sitten driencken, ende aldaer sittende soo is gebeurt, dat Jan Plis ende sijnen cameraet t’saemen tegens Jaecq ende Rega Hannoset hebben gehadt onder die schauwe inde keucken van dito Vlemincx eenige woorden, waer op Rega Hannoset stiet met syn hant opden voorschreven Plis oft sijnen cameraet op syn borst, lichtende dito Hannoset synen stock op om te slaegen, gaende den seluen Jan Plis alsoo vuyt die keucken naer die caemaer28, ende naer die caemer gaende, soo heeft Rega Hannoset alsoo met synen stock eenen slach gegeuen op synen rugge aen dito Plis, ende een wijnich daer naer, soo is Jan Plis met syn mes inde handt beneffens sijnen cameraet forcelijck vuyt die caemer gecomen, soo is geschiet datten cameraet van Jan Plis is op gevallen Rega Hannoset ende Jan Plis met sijn mes inde handt op Jaecq Hannoset, als wanneer dito Hannoset die syne syne (sic) toeback pijpe was ontsteeckende wierde onder den voet geslaegen ende gestooten, ende syn alsoo met henne messen ende stocken opden seluen Plis gevallen, die door die selue Hannosetten als andere onder dye voeten gestooten gesteecken ende geslaegen wierden inde keucken ende den seluen Jan Plis die onder die voeten geslaegen ende gestooten was, welcken Jan Plis nyet anders en deden29 als met syn mes steecken, wierde vuyt die keucken, die aldaer voor doot lagh gequets ende geslaeten vuyt die keucke geslept oft gestooten tot inden mesthoff, alwaer die selue Hannosetten ende cameraeden op dito Plis gedurich hebben geslaegen ende hem dair laeten liggen voor doot, synde soo getracteert datmen hem Plis vande quetsuren ende bloet op sijn hooft nijet bij naer en conden kennen30, voor redenen van wetentheyt allegerende31 hij declarant dit gevecht siende inde keucken, ten waere hij Jan Plis die met sijn mes soo fureuselijck stack op Jaecq Hannoset, hem tusschen byde comende en hem met den haer afftreckende van dito Jaecq Hannoset, hij Plis hem Hannoset soude met sijn mes doot gesteecken hebben, van welcke steecken Jaecq Hannoset in sijnen arm seer gequets is, den welcken vande selue quetsuren inde keucken van den voorschreven Vlemincx onder die schauw comende tot drye reijsen toe vande steecken ende quetsuren flauw is gevallen, dit siende hij declarant is alsoo vuytten huyse, betaelt hebbende syn gelagh aende huysvrau vanden voornoempden Vlemincx, is naer huys gegaen. Ulterius ignorat et habita lectura persistit et signauit sed scribere nescit. Het marcq + Guilliam Gilliar verclaerende nyet te connen schreyuen.

Voetnoten

1 In aanwezigheid van.
2 Verder weet hij niets en na voorlezing van de verklaring houdt hij
vol en heeft hij getekend.
3 Verscheen.
4 Penseren = panseren, de gekwetste verzorgen.
5 Pijlvormig, volgens de pijl van een boog, van voren naar achteren.
6 Met betrekking tot het achterhoofd.
7 Dit woord is geschrapt.
8 Het harde, buitenste vlies.
9 Lees fractuer: breuk.
10 Gegeten.
11 Twintigsten.
12 Kamerdeur.
13 Deugniet, nietsnut, uit Frans Jean-foutre.
14 Lees: al.
15 Gehucht van Opvelp.
16 Zeide, zei.
17 Soort mansoverkleed met wijde mouwen, jas.
18 Maar schrijven kan hij niet.
19 Dezelfde dag en in aanwezigheid van voorgenoemden verscheen.
20 De eed afgenomen.
21 Waard, herbergier.
22 Roken.
23 Bulderen, tegen elkaar schreeuwen.
24 Kledingstuk uit de 17de-18de eeuw, een mansrok met mouwen die
tot aan de knie reikte.
25 Achttienden.
26 Nog bestaande kapel in Vertrijk aan de Velp.
27 Het haardvuur.
28 Lees: caemer.
29 Niets anders deed dan.
30 Bijna niet konden kennen.
31 Aanbrengend als bewijs.

Dr. P. Kempeneers.
Tienen, 8 oktober 2012.
http://www.kempeneers.org

Dr. Paul Kempeneers. Verschenen op de website op 28 januari 2013.