Mijn studie over de plaatsnamen in Boutersem verschijnt in het najaar. Interessant zijn de namen van de afspanningen langs de Oudebaan, dit is de huidige Nieuwstraat. Met de hulp van de prachtige kaarten van landmeter Gens kon ik alle afspanningen exact lokaliseren.
Een bekende herberg was de Wildeman. Het domein van de Wildeman komt overeen met de noordkant van de kadasternummers B 314 en verder met B 315 en B 325-326. De zuidkant van B 314 werd aan de Wildeman toegevoegd. Het geheel komt nu overeen met Nieuwstraat 3 tot 11, Leuvensesteenweg 283 tot 293 (noordkant) en 272-274-276 (zuidkant). Wildeman is een veel voorkomende huisnaam, onder meer in Turnhout, Maaseik, Lier, Antwerpen, Aarschot, Kortrijk, Zoutleeuw, Tienen en Leuven. Hij wordt afgebeeld als een reus, gewapend met een knots. Wildeman is nog een bestaande huisnaam in Herent en Scherpenheuvel.
In 1678 was de baron van Boutersem bij evictie, en vóór hem, Henrick Schots eigenaar van eene erue daer voor desen een huijs placht op te staen. Dit erf stond tegenover de Ketel en grensde aan de Steenweg (nu Nieuwstraat), de Wildeman en de beemd (de latere Engel) van jonker Seritius Adonia (SG 5655, f. 510). Het beschreven perceel komt overeen met de zuidkant van B 314. Dit werd toegevoegd aan de Wildeman van de baron.
In 1518 betaalde Jan Vincke een cijns van 6 molenvaten voor de herberghe gheleghen tot Boutersum aenden steenwech den wildeman gheheeten (K 2368, f. 1). Ook in 1548 heet de eigenaar Jan Vincke (SG 5652, f. 6v), maar in 1561 wordt de cijns betaald door Jan Schots (SG 5653, f. 4v).
In 1618 hoorde de Wildeman toe aan Jan van Craesborne (SG 5654). Deze had een dochter die trouwde met Peeter Berrewaerts. In 1678 was de bezitter de baron van Boutersem. Hij had het erf gekocht van Marcelis Berrewaerts die het pand bij deijlinge had geërfd. In 1678 was het echter een erf daer een huijs heeft opgestaen groodt ontrent een boinder, gelegen aan de Steenweg en geheten den Wildenman onlancx affgebrant sijnde door die hollanders (SG 5655, f. 589). De heer bezat aldus de afgebrande Wildeman, maar ook het huis ernaast dat eveneens een ruïne was. Op 26 maart 1695 verkocht baron Jan Frans (of Jean Francois) van Caestre het geheel, zijnde une closiere de terre gisante a Bautersem sur la Chaussee, nommé L’homme sauúage, alias den Wildeman (SG 3927) aan sieur Guillaume de Harenne en zijn vrouw Catarina Lardenoij. Dit gebeurde volgens contract gepasseerd voor notaris N. Gilbert in Leuven (SG 5655, f. 510). In de Franstalige akte heet de echtgenoot Gille de Hareng, met als functie Aduocat de la Cour et Greffier des Esscheuins de la ville de Liege (SG 3927).
Intussen stond er weer een huis op. De erfgenamen van Gilis Deharenne verkochten het huijs hoff ende block saemen groot drij daghmaelen ende drij en dertigh roeden geheeten den wildeman aan Martinus Huens. Zijn dochter Elisabeth trouwde met Joannes Antonius Aernaets (Aernauts of Arenhouts) die in 1759 als de bezitter voorkomt (SG 5658, nr. 510). Niet lang daarna, op 4 april 1763, ging de Wildeman bij vernaerderinghe over naar Hilarius Huens en vervolgens naar Arnoldus Huens (SG 5655, f. 589; SG 7528, nr. 510; SG 6314). De Wildeman grensde toen aan den steenwegh ofte oude baene op Thienen (nu de Nieuwstraat) en den nieuwen steenwegh daer door gaende (nu de Leuvensesteenweg).
(Afkortingen: SG = Schepengriffies. K = Kerkarchief. Te raadplegen in het Rijksarchief te Leuven.)
Dr. P. Kempeneers. Tienen, 5 feb. 2010.