Dat roken niet gezond is, weet iedereen. Het staat in verschillende talen op een pakje sigaretten. Te veel sterke drank innemen, is ook niet goed. De schadelijke invloed van deze producten is al lang bekend. Classicus K. Carmeliet bezorgde mij een overtuigend bewijs uit 1666. In Sint-Agatha-Berchem overleed op 12 april 1666 een cafébaas. Hij was amper 44 jaar oud. De doodsoorzaak was: overmatig roken van tabak en drinken van brandewijn.
Het merkwaardige is, dat niet een chirurgijn, maar de pastoor ons deze boodschap in het overlijdensregister naliet. Daarom analyseer ik graag de letterlijke tekst. Ik citeer: Item die XII obiit Philippus Drogen, caupo in Virgine Gandensi, aetatis circiter 44 annorum, ex intemperato usu tobaci et vini adusti, cacochimia contracta, ex meo consensu sepultus in Meulebeke, persolutis ordinariis loci iuribus. In het Nederlands betekent dit: Op de 12de dag overleed Philippus Drogen, herbergier in “De Maagd van Gent”, in de leeftijd van ongeveer 44 jaar, door overmatig gebruik van tabak en brandewijn, door gebalde kwaadsappigheid. Met mijn toestemming werd hij begraven in Molenbeek, met inachtneming van de plaatselijke gewone rechten (namelijk van Molenbeek). Uit de context blijkt dat het gaat om de twaalfde dag van de maand april 1666. Overmatig wordt door de pastoor vertaald met het woord intemperatus. Brandewijn geeft hij weer met de genitief “vini adusti”. Adusti komt van het werkwoord adurere (adussi, aductum) met de betekenis: laten aanbranden, verzengen, verschroeien. Brandewijn betekent letterlijk: gebrande wijn, volgens Van Dale sterke drank met 35 tot 80 % alcohol, gestookt uit wijn, graan of andere grondstoffen. Een synoniem is brandy. Interessant is het woord cacochimia (of juister cacochymia), dat we kunnen vertalen als kwaadsappigheid. Het gaat om twee Griekse woorden: kakos “slecht” en chymos, “sap, slijm”, waarmee vooral het maagsap werd bedoeld. Is het evenwicht in die sappen verstoord, dan is het lichaam gevoelig voor allerlei ziekten. Men wordt dan cacochym, synoniem van grillig of korzelig. Het klinkt allemaal erg geleerd, maar in de 17de eeuw was de verklaring van ziekten uit de toestand van de lichaamssappen of “humores” heel gewoon. Deze verklaring leeft voort in ons woord humeur.
Dr. P. Kempeneers.