De naam Bekkevoort verwijst naar een voorde of “doorwaadbare plaats aan een beek”. Bekke komt van de Germaanse voornaam Bakkin. Pater Frans Claes situeert deze voorde aan de huidige brug over de Vijverloop op de weg naar Scherpenheuvel (Handelingen KCTD 1998).
Normaal gezien is Bakkin de oudst bekende inwoner van het dorp. Maar in de naam van het gehucht Heilensem in het noorden van de gemeente schuilt nog een oudere inwoner. Net zoals Op- en Neerheilissem, in het Frans Hélécine, is Heilensem een heem-naam met de betekenis “woning van de lieden van Hailo”. Heemnamen ontstonden in de 7de eeuw. Mogelijk woonde Hailo vroeger dan Bakkin in Bekkevoort.
Een latere bekende is Wouter, heer van Bekkevoort. Tussen 1092 en 1119 treedt hij meermaals als getuige op voor de prinsbisschop Otbert van Luik. In 1229 bevestigde heer Arnold III van Diest dat hij afstand deed van zijn bezittingen bij de burcht van Bekkevoort ten voordele van de Commanderij van de Teutoonse Broeders, die toen al in het dorp woonden. Deze Duitse Orde speelde eeuwenlang een grote rol in Bekkevoort. Archiefstukken hiervan zijn bewaard in het rijksarchief van Hasselt.
Onder nummer 2213 vinden we een onvolledige cijnsrol van deze Commanderij. Hierop staan de namen van de cijnsbetalers uit 1321. Ze staan op stukjes perkament die aaneen werden genaaid. Ik nam een verkleinde kopie van deze cijnsrollen en kwam nog aan 4 meter lengte! Voor de studie van de persoonsnamen uit Bekkevoort is deze rol bijzonder interessant.
Hou er wel rekening mee dat veel namen verlatijnst werden, zoals Textor (De Wever), De Campo (Vandevelde), De Silva (Vandenbosch), Lupus (Dewolf), Scissor (Scheerder), Sutor (Schoenmaker), De Prato (Vandebempt of Vanderweyden), Mercator (Coopman), naast Nederlandse namen als Lutens, Vanderstocht, Cesar, Cleynart, Starchman, Bart, Ladduer, Metten, Haze, Sconweder.
Dr. P. Kempeneers.