In het manuscript 743 van dr. H. Jacobs vernemen we dat Joannes Franciscus Antonius Vandevin op 16 september 1778 een lege grond kocht waarop de H. Geestkapel had gestaan [zie mijn sprokkel 374]. J.F.A. Vandevin werd geboren in Neerlinter op 18 december 1749 en trouwde op 8 februari 1775 in Tienen met Maria Catharina Windelincx, aldaar geboren op 27 november 1751. In 1780 bouwde hij op de lege grond een huis binnen Thienen in de lange straete wezende eenen dryhoek hebbende voor regenoten de lange straete van voor west, de Capucine plyne noord, den heer Dauphin oost en zuyd, het geéne heéft gekost 16.000 brabants (Jacobs, ms 756, f. 4). De opsteller vergist zich in de vorm van het pand dat niet driehoekig was. Wel lag het op de hoek van de huidige Beauduinstraat en het Kapucijnenplein, richting Sint-Truiden of Maastricht. Dit huis was al in 1929 bekend als de drogisterij van Joseph Vandecan. Zo lezen we in het tijdschrift Thiunas (1929, 5-6): Huis Jos. Vandecan, Hoek der Capucienenplaats en Victor Beauduin straat, met reclame voor drogerijen, verven, enz. Het huis heeft het kadasternummer H 449 met een oppervlakte van 3 a 53 ca. Een klein deel van het pand op het Kapucijnenplein nr. 1 werd een elektriciteitscabine. Deze cabine grenst aan het huis, Kapucijnenplein nr. 3, waarin ik geboren ben, nu de apotheek van Margaretha Stenuit. Gemakshalve heb ik in de overgezette tekst komma’s voor de leesbaarheid toegevoegd.
Tekst van het manuscript 743
Wij die heeren ende Meesters M.W. Goelens ende J.L. Haesen, schepenen der stadt Thienen, tuijgen doen conde een jegelijck certificerende bij ende mits desen, als dat op heden desen sesthienden 7bris [= september] 1700 acht en seventigh voor ons als schepenen boven genoemt, is gecompareert Peeter De l’escaille, den welcken uijt crachte ende naer vermogen der constitutien aen hem ende allen thoonder van dien gegeven bij ende van wegens d’heer Vouwé, jngesetenen deser stad, alles volgens actie daer van sijnde gepasseert voor den Notaris J.H. De l’escaille ende sekere getuijgen binnen Thienen residerende in date vijfthienden september 1700 acht en seventigh alhier bij copije autentiecq gesien ende gebleken, heeft opgedraegen in handen van den heere De l’escaille, hooftmeijer deser stadt ende qua[r]tiere in dier qualiteijt als vocht [= voogd] mits de onbekentheijt van den rechten grondheer wiens gerechtigheijt des niet te min wort gereserveert, seker hofken oft grondeken gelegen binnen dese voorschreven stadt in de Lange Straete regenoten de selve straete ter eendere, den heere Dauphin ter tweedere ende derdere ende de plyne voor de Capucinen kercke ter vierdere seyden ende dat tot naem oirboir ende behoeve van d’heer Joannes Franciscus Antonius Vandevin, secretaris van die drapperije der voorschreven stadt, den welcken in het voorschreven grondeken ofte hofken behoorelijck is gegiecht ende gegoeijt geworden met alle solemniteijten van rechten ende costuijme deser stadt, hebbende alvoorens den cooper gepresteert den Eede in handen van den heere schepene Haesen, conform den vijfthienden artickel van haere Majesteijts placcaerte de date 15 7bris 1753, te weten dat het voorschreven grondeken ofte hofken niet en is ten behoeve van eenige doode hand, alles salvo jure cujuslibet alterius jn conformiteijt van den voorgeciteerden acte notariael alhier van woorde te woorde volgende.
Op heden desen vijfthienden september 1700 acht en seventigh voor mij Notaris bij haere Majesteijts Souverijnen Raede van Brabant geadmitteert binnen de stadt Thienen residerende, present de getuijghen onder te noemen, compareerde d’Heer Petrus Joannes Sebastianus Vouwé, secretaris der Baronnie van Attenrode ende Wever ende jngesetene der voorschreven stadt Thienen, welcken voormelden comparant verclaert vercocht gecedeert ende getransporteert te hebben aen ende ten beho[e]ve van d’heer Joannes Franciscus Antonius Vandevin, secretaris der drapperije binnen de voorschreven stadt Thienen alhier present ende in coop accepterende seker grondeken ofte hoffken geleghen binnen die voormelde stadt in de Langhe Straete regenoten de selve straete ter eenre, den heere Dauphin ter tweedere ende derdere, ende de pleijne voor de Capucienen kercke ter vierdere syde ende dat op den voet gelyck den transportant het selve heeft vercreghen tegens D’Eerweerde Paters Capucienen van alhier volghens acte gepasseert voor mij ondergeschreven Notaris in dathe 15 julij 1778 ende opgevolght octroi verworven in den Souverijnen Raede van Brabant de dathe 9 7ber 1778 voorschreven, geparapheert Crump. vt. [= Heinrich von Crumpipen (1738-1811), kanselier van Brabant, vidit = heeft gezien], onderteeckent C. Bollanger ende gecacheteert met haeren Majesteijts grooten in rooden wasche daer aen hangende met dobbelen sterte van parquement alhier in originali gesien ende gebleken, ende is dit transport ofte vercoopinghe geschiet omme ende voor de somme van drij hondert vijftigh guldens Brabants courant geldt, van welcke somme den transportant als alhier in presentie mijns Notaris ende getuygen gestelt synde, bekent ten vollen voldaen te syn, dienende dese daer over voor volle ende absolute quittantie sonder van voerdere ofte andere te moeten doceren, mits welcke verclaert den transportant tot het voormelt grondeken geen het alderminste recht actie nochte pretentie meer te behauden nochte te reserven, dan den acceptant alomme te surrogeren in sijne transportants plaetse stede ende gerechtigheydt sonder eenigh querant onder verbael van het selve aen den acceptant op dien voet alsoo te doen volghen, daer vorens verbindende synen persoon ende goederen, erffgenaemen jeder in solidum meubelen ende jmmeubelen present ende toecomende, met onwederroepelycke constitutie op allen thoonder deser ofte van desselffs copije autentique om te compareren soo voor heeren schepenen van Thienen als elders voor hoff ende rechter competent, ende aldaer te consenteren in de behoorelycke ontgoedenisse ende goedenisse in forma, mitsgaeders tot adjmplitie van allen t gene voorschreven is in condemnatie voluntair te decreteren, soo in den Souverijnen Raede van Brabant als elders, alles sonder voorgaende dagement, verclarende voorders vercooper ende cooper dat dese vercoopinghe geensints en is geschiet ten behoeve van eenige doode handt, directelijck nochte indirectelyck ende dat onder eede den welcken sy by desen in hunne sielen syn doende ende met hunne signature in pede deser syn bevestigende met constitutie ut ante om den voormelden eede daer ende alsoo des behooren sal, voor de goedenisse in hunnen naeme te vernieuwen ende te reitereren [re-itereren: vernieuwen, herhalen] desen ten dien fine verleggende voor acte.
Aldus gedaen ende gepasseert dathe als boven ter presentie van sieur Mathias Beetens, ende Theodorus Adrianus Goossens getuyghen hier toe aensocht synde, d’originele minute deser (becleedt met segel van twelf stuyvers) onderteeckent P.J.S. Vouwe 1778, J.F.A. Vandevin, Mathys Beetens, T.A. Goossens 1778 et a me notario.
Leeger stondt quod attestor, onderteeckent J.H. De l’escaille Notaris 1778, in teecken der waerheydt van allen het gene voorschreven is, hebben wij dese door onsen secretaris laeten onderteeckenen ten daege maende ende jaere als boven. [Getekend door] J.L. Wouters 1778.
Dr. P. Kempeneers.
Tienen, 30 mei 2016.