Het voormalige weekblad De Streekkrant-Publipers werd onlangs opgeheven en vervangen door Deze Week, bedeeld in Tienen en Sint-Truiden. Volgens de redactie passen de Tiense Sprokkels niet in dit nieuwe weekblad. Dit betekent niet dat ik geen Sprokkels of Zijsprokkels meer ga schrijven.

WaternamenIn 2014 verscheen van Jean Loicq een boek over waternamen in Wallonië en de Duitstalige regio. De auteur is lid van de Commission Royale de Toponymie et de Dialectologie. Deze vereniging is tweetalig en werd in 1926 opgericht door de bekende minister Camille Huysmans. In 1982 schreef ik een doctoraat over de “hydronymie” of waternamen van het Dijle- en Netebekken. Daarom lag het voor de hand, dat ik als lid van de KCTD (Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie) zou meehelpen aan een woordenboek over de waternamen of hydroniemen in het Vlaamse landsgedeelte en Brussel. Als we de namen optellen in de Atlas der Waterlopen, samengesteld door de wet van 7 mei 1877, komen we boven de 9500 namen. Daarom besliste de commissie om het werk in 2 delen uit te geven.

Zopas verscheen bij Peeters (Leuven) deel I van “De Vlaamse Waternamen” met de namen in de provincies Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aan dit eerste deel werkten mee: Karel Leenders uit Den Haag (voor de kaarten), Victor Mennen voor Limburg, Bram Vannieuwenhuyze voor Brussel en ik zelf voor Antwerpen en Brabant. In het boek staan meer dan 4500 waternamen. Het is trouwens de eerste maal in ons taalgebied dat een woordenboek de waternamen opsomt en verklaart. Een aantal namen zoals Winterbeek, Zijp, Vloedgracht, Laak, Leugen, Zouw zijn specifiek voor een bepaalde regio en zijn daarom in kaart gebracht. Gekleurde foto’s maken typische waterlopen in het landschap zichtbaar, zoals de splitsing van Gete en Borggracht in Tienen. Om een waterloop in eigen streek op te zoeken staat achteraan een klapper op de gemeentenamen. Voor Wommersom kom je zo op namen als Geleid, Gorse, Hakendoversebeek, Heggebronbeek, Kareelovenbeek.

Intussen is de basis gelegd voor deel II, waarin de waterlopen van de provincies Oost- en West-Vlaanderen aan bod komen. Zo bevat het tweede deel circa 5000 waternamen. De lemma’s zijn opgemaakt zoals in het eerste deel. Naast de waternamen krijgen we de naam van de gemeente en de provincie, het nummer van de waterloop, oude attestaties, de beschrijving van de loop en in de mate van het mogelijke een verklaring. Veel voorkomende namen zoals geleed en zwin worden op een kaartje gezet, zodat de verspreiding ervan duidelijk wordt. De bibliografie beperken we tot de geraadpleegde werken in beide provincies. Een aantal foto’s verduidelijken specifieke waterlopen. Zoals in deel I zorgt een klapper op de gemeentenamen ervoor, dat de lezer vlug kan terugvinden welke waterlopen in zijn omgeving voorkomen.

Verschenen op de website op 27 februari 2017.