Over de schuttersgilde in Neerlinter is niet veel bekend. Dit komt, omdat deze gilde al lang verdwenen is. In de schepengriffies (Rijksarchief Leuven) heb ik wel gegevens teruggevonden, maar het bleef een lange zoektocht naar de juiste locatie. Namen als Hofstraat en Kommerstraat zijn in Neerlinter niet meer bekend. De Hofstraat werd genoemd naar het Hof van de Heren van Neerlinter, nu nog bekend als het Kasteel in de Kasteelstraat. De Kommerstraat was een deel van de Grote Steenweg van de Plaats tot aan de Borg.

Villaret
Het huis op de kaart van Villaret (1748)

In 1608 bezat Geerart Franssens een kemphof “metten huys daerop staende. Dit huis grensde aan de “Comme(r)straet ter eenre, den hantboge raem ter andere” (SG 1401, f. 66v). In 1609 werd een stuk grond van de gilde ten erfcijns uitgegeven. In het document heet het een parceel erven “daer die doelen vanden voirschreven schutterye syn op staende wesende den schutterraem” (SG 1401, f. 84). In  1669 en 1677 was er in Neerlinter nog een café genoemd De Nieuwe Herberg. Deze herberg stond in gemelde jaren naast de Handboog (SG 1427, f. 117v). Een andere naam is Schutterhof. In 1695 stond zeker huis en hof in de Hofstraat, grenzend aan de zelfde straat, het Schutterhof en de Sint-Kathelijnenbeemd (SG 1433/1).

Het Schutterhof of de Handboog stond dus in de Kommerstraat (nu Grote Steenweg) op perceel E 418. Het huis is nog aangeduid op de kaart van  Villaret (1748), Ferraris (1771) en de prekadastrale kaart van Voncken (1828). In de Atlas der Buurtwegen (1843) en bij Popp (rond 1860) is het huis verdwenen. Het perceel kreeg het gewijzigde nummer E 418a.

Op 10 juli 1609 gaf Joos van Craesbeeck “als hooftman vanden edelen hantboge camer ende schutterye de schutterraam“, waar de doelen van de schutterije op stonden, ten erfcijns uit aan meester Lambrecht Cassen en zijn wettige huisvrouw Geertruijt Lenaerts. Cassen moest op het perceel een nieuw huis bouwen, zodat de plaats aan de straat afgesloten was. Een andere voorwaarde was, dat de schutters hun “uit- en ingaan van de doelen tot het voorschreven raam” zouden hebben en aldus vrij konden schieten op de doelen, “naer de oude manier met een lommer huisken” (SG 1401, f. 84). Volgens Alph. Wauters (1887, p. 136) ontving de gilde op 1 mei 1713 een nieuw reglement van de grote gilde van Leuven.

 

Dr. P. Kempeneers, 2 oktober 2017.