In de Leuvensestraat woonde in nummer 1 Felix Parengh die een sigarenwinkel uitbaatte. Zijn zoon André was zo een 16 jaar oud en studeerde in het atheneum. Zijn moeder was concierge in het Wezenhuis op het Kapucijnenplein. Als kind woonde ik daar tegenover in nummer 3 (nu F.V. Apotheek Meyers). Hier verkocht mijn vader bier van de brouwerij Loriers uit Hoegaarden. Zoals in 1935 de gewoonte was, stond de reclame in het Frans op de gevel: Bieres des / grandes brasseries de / Hougaerde. In onze voorkamer stond een piano, een Steinbach. André wist dat en kwam hier dikwijls piano spelen. Hij kwam op de Vlaamse televisie onder het pseudoniem Tony Corsari en werd zo wijd en zijd bekend.

In vroeger tijden was het Kapucijnenplein veel kleiner. De Kapel van de Kapucijnen reikte tot aan de Langestraat. Links liep de Gracht, de huidige Kapelstraat. De naam verwijst naar de gracht van de eerste omheining. Rechts liep de Kapelstraat, zo genoemd naar de verdwenen Heilige-Geestkapel. Deze kapel stond op de plaats waar Vandevin, afkomstig van Neerlinter, in 1780 een nieuwe woning bouwde (H 449), lange tijd bekend als de drogisterij Vandecan. De Kapelstraat komt nu overeen met de Kapucijnenstraat (zie mijn sprokkels 374-375).

De Kapucijnen kregen in 1669 de toestemming om zich in onze stad te vestigen. Een eerste steen voor hun klooster werd gelegd in 1671. De kapel was voltooid in 1674. Na de Slag bij Neerwinden staken de vluchtende Fransen op 19 maart 1793 het gebouw in brand. In 1796 kwam het gebouw in handen van particulieren. De tuin werd eigendom van de Burgerlijke Godshuizen. Architect Drossaert liet de kapel van de Kapucijnen afbreken en bouwde een nieuw Wezenhuis in 1835. Hierbij liet hij de plaats voor het voormalige klooster voor een groot deel onbebouwd. Zo ontstond een aangenaam plein met parkje. Spijtig genoeg zijn de Romeinse letters van de datum 1835 verdwenen bij de restauratie van het monumentaal bouwwerk.

Op de Grote Markt kon je dineren in Taverne Wilson, dat in 1939 een nieuwe naam kreeg: Au Normandy. Voorheen was dit de Sint-Huibrecht. Tussen dit restaurant en het café Rood Paard (toen met opschrift Cheval Rouge) was een smalle toegang. Na veel zoekwerk heb ik gevonden dat deze toegang eeuwenlang een apart huis was geweest met de naam Moriaan. Na wat discussie is deze gang ten slotte toegevoegd aan het Rood Paard. De twee gebouwen waren erg bouwvallig. De eigenaar besloot ten slotte om alles af te breken. Er kwamen appartementen en gelijkvloers de kantoren van de Socialistische Mutualiteit van Brabant.

Oudere Tienenaars herinneren zich nog goed de Bank van Brussel in de Leuvensestraat. Rechts hiervan kon je kinderkleding kopen bij Pauly. Deze twee huizen zijn in 1903 door notaris L. Rochet gebouwd in een Art nouveau-stijl. De Bank van Brussel moest plaats ruimen voor nieuwe gebouwen, thans C & A (afkorting van Clemens en August Brenninkmeyer), en Hema. Vóór 1903 stond hier nog het hoofdgebouw van de Refugie van Sint-Geertruiden uit Leuven. De heren van Sint-Geertruiden vestigden zich al in de 14de eeuw in Tienen. Dit gebouw had het kadasternummer G 191, dwars gelegen tegenover de Oudevestenstraat. Hierbij hoorde de tuin op G 213. Hoofdgebouw en tuin gingen na de Franse Revolutie over naar Devillers en kwamen later in handen van de familie De Wouters d’Oplinter, waarvan een lid stadssecretaris van Tienen was. Een verre nakomeling is de bekende TV-figuur Marlène De Wouters. Het is een mooi voorbeeld van hoe een straat op korte tijd grondig kan veranderen!

Tegenover de Hema zien we de Oudevestenstraat. Op de kaart van Popp (rond 1860) heette deze straat de Rue de la Liberté. In 1800 was het nog een smalle straat. Een paar jaar later liet de stad de straat verbreden door aankoop van een deel van de boomgaard die voorheen had toebehoord aan het Klooster van Kabbeek. Zo kwamen hier op enkele jaren tijd veel huizen die er nog staan.

Op de hoek naast de Leuvensestraat begon de Kattenstraat, niet te verwarren met de nog bestaande Kattenstraat aan de Veemarkt. Tot rond 1780 liep de Kattenstraat van de Oudevestenstraat rechtdoor naar de Nieuwstraat van het Kabbeekklooster. Het eerste deel van deze Nieuwstraat bestaat nog altijd. Het is de Kloostergang in de Gilainstraat met vooraan de toegangspoort van Anna Papadopoli, gebouwd in 1660. De rooilijn van de Kattenstraat is nog steeds dezelfde. Op de verdwenen straat staan thans achtergebouwen van winkels, garages of delen die zijn ingenomen als tuin. Zo is een deel van de Kattenstraat nog te zien achter ons huis (voorheen Kado, nr. 43-45) als een lange tuin met veel bomen.