Dr. Hans Jacobs bezit in zijn privé-archief drie documenten die handelen over twee grafzerken die toebehoren aan de adellijke familie Goethals. Op twee documenten heeft een vorige bezitter geschreven “faux” (vals). Toch twijfel ik niet aan de echtheid van de documenten. Manuscript 971 is een afschrift van een Notariaele Copie van eenen Zerksteen van de aloude en zeer edele Familie Goethals in Vlaanderen, liggende ten jaere 1640 in de kerk van Oplinter bij Tienen in Brabant. Dit afschrift is recenter, van rond 1800. De oudere versie van 1640 (MS 972) is geschreven op perkament en is opgesteld op aanvraag van Amand Goethals over het bestaan van een grafzerk. De tekst is volledig dezelfde als in de recentere kopie, maar is een duplicata bedoeld voor de familie Goethals in Vlaanderen.

MS 973 is ook op perkament geschreven, speciaal voor de familie in Erpe, maar de kopie dateert van 1724. Ik neem aan dat de zerken in Oplinter en Erpe na vijfhonderd jaar niet meer leesbaar zijn, als die er nog zouden liggen. Met mijn sprokkel zal het wel mogelijk zijn om te achterhalen wat er op de stenen staat. Met de coronacrisis is het niet mogelijk om nu zelf te gaan kijken. Interessant zijn uiteraard de namen van de overledenen. Daarom zet ik de teksten volledig over voor latere onderzoekers. Gemakshalve los ik de afkortingen op.

Tekst 1. De blauwe zerksteen in de kerk van Oplinter.

Afschrift Eener Notariaele Copie van eenen Zerksteen der Aloude en zeer Edele Familie Goethals, /Jn Vlaenderen/ liggende /ten Jaere 1640/ in Oplintherkerk by Thienen /Jn Braband/.

Op heden den seventhiensten Decembris des Jaers xvjc ende veertich [1640], zoe heb ick onderschreven Openbaer Notaris binnen Thienen residerende, op last van den seer Edelen Joncker Amand Goethals filius Joncker Judocus ende van Vrauwe Catherine van Guchte /:S.M:/ woenende binnen Ghendt, my naer de prochie van Oplinther by Thienen voorseyd begeven, omme in des selfs Kercke Copye te nemen van eenen sarcksteen raeckende de seer Aude ende Edele familie Goethals voorseyd. In de geseyde Kercke gecomen synde, vergeselt van Heer ende Meester Dionys van den Berghe Licentiaet jn de Rechten ende Dionis de la Porte, als getuygen hierover geroepen, soe hebben wy sien liggen ter slincker syde op den Choor eenen blauwen sarcksteen, oppe welcken ten hoofde de Wapenen der seer Edelen Familien Goethals ende Typoets gegraveert syn, ende daer onder leest men de volgende Inscriptie in Gothische Letteren.

Hier liggen begraven Joncker Peeter Goethals Joncker Jans zone in syn leven Ontfanger Generael vande Subsidien tot Loeven die sterft den vijen [zevenden] dach vande hoeimaent [juli] 1583. Ende Joncvrauwe Peetronelle Typoets syne wettige gesellinne die sterft den ven [vijfden] dach van Octobre 1582. Ende oock haerlieder zone Joncker Melchior Goethals in syn leven schepen te Rosendael die sterft den iijen [derden] dach vande Lauwmaent [januari] 1613. Ende Joncvrauwe Machtildis vanden Calstre syn wettige gesellinne die sterft den xven [vijftienden] dach vande Sporcle [februari] 1610. Bidt voor de zielen.

Ende oversulcx alles daer oppe noch sienelyck ende leesbaer is, zoe is deze Copye daermede bevonden te accorderen. Aldus gedaen ende gepasseert in Dobbele /: Eene Copye voor de Archiven van Oplintherkerck, ende de andere voor die der seer Edele familie Goethals:/ binnen Oplinther Int Clooster aldaer. Ter presentien van de voorseyde Heer ende Meester Dionys vanden Berghe Licentiaet Jnde Rechten ende Dionis de la Porte, welcke als getuygen beneffens my Joan Jmmens Openbaer Notaris by den Raede van Brabant geadmitteert ende geapprobeert deze Copye hebben onderteeckent ./.

Quod Attestor. J. Jmmens Notaris 1640.

geteeckent D. Vanden Berghe.

geteeckent D. de la Porte 1640.

Wy Borgemeesteren Schepenen ende Raedt der Stadt van Thienen tuygen doen condt eenen yegelycken certificerende midts dezen, als dat Jan Jmmens geteeckent hebbende, de voorseyde Copye, is openbaer ende geadmitteert Notaris binnen Thienen residerende, ende dat oversulcx aen syne Jnstrumenten wordt gegeven volcomen geloove jn rechte ende daer buyten. Des toirconden hebben wy deze by onzen Pensionaris doen onderteeckenen. Dezen lesten dach des Jaers xvjc ende veertich [1640] ./.

geteeckent Van de Weghe 1640.

Op de achterzijde staat:

Afschrift eener Notariaele Copie van Eenen Zerksteen inde prochie van Oplinther by Thienen de dato 17 Decembris 1640. (In potlood bijgevoegd: “faux” onderstreept).

Tekst 2. Duplicaat voor de familie.

Oplinther by Thienen. Voor de Archiúen der seer Edele familie Goethals /Jn Vlaenderen/. Duplicata.

[Hier volgt dan op bladzijde 2 en 3 dezelfde tekst vanaf Op heden den seventhiensten Decembris … tot en met de handtekening van Van de Weghe 1640.]

Tekst 3. De witte zerksteen in de kerk van Erpe.

Voor de Archiven der seer Edele familie Goethals.

Erpe Lande van Aelst. [Op de voorpagina is met potlood bijgevoegd “faux”, onderstreept].

Naer collaetie ghedaen jeghens d’Inscriptie ende Memorie slaende op sekeren witten saercksteen ligghende inde kercke van Erpe, Lande van Aelst, ter rechter sijde voor de sulle vanden choor, ende de vier schilden ofte waepenen, gegraveert d’eene neffens d’andere, boven de hoofden vande twee beelden ofte posturen jnt midden vanden selúen saercksteen gesneden, ende boúen welcke schilden staet: Goethals, v.d.Coijen, d. Tollenaere, d.Vriendt. Als oock rond den boord vanden selúen saercksteen waerop de volghende vlaemsche Jnscriptie staet in Gothische Letteren:

Hier light begraúen Joncker Philips Goethals filius Joncker Hendrickx in zijn leúen Heere van eene heerlijckheijd deser parochie van Erpe die starf den xiiien [dertienden] in Lauwe [januari] xvc xix [1519] ende Joncvrauwe Marie de Tollenaere filia Vincents zijn ghesellinne die starf den xien [elfden] in December xvc xxvij [1527]. Bidt voor de zielen.

Ende voor soo veele alle het selve alsnogh sienelijck ende leesbaer is, is dese Copije daermede bevonden t’accorderen voorn. Notaris Publicq. tot Ghendt residerende. Ghedaen tot erpe desen xxijen 8bre [22sten octobre] 1724.

J.J. van Risseghem Notaris Publicus.