Een mevrouw uit Hoegaarden stuurde mij drie foto’s van een Franstalige akte, opgemaakt in Moeskroen op 1 januari 1710. Deze akte was opgesteld par forme d’vuytgrootinge. Deze Vlaamse rechtsterm is in Brabant weinig bekend, in Vlaanderen wel. Zo vinden we op Internet een Staat van goed in Pollare (bij Ninove) bij het overlijden van Elisabeth De Mol op 6 november 1701. De houder Pieter Mertens geeft te kennen dat zijn broeder Jan de behuysde stede waer hy in woonende is, van hem heeft verkregen by uytgrootinghe. Op 14 mei 1667 gebeurde er een uitgroting in de parochie van Neygen bij de familie Sorgeloos. Josyne Slagmulders, laatste weduwe van wijlen Carel Allebosch (variant van Eylenbosch), cedeerde aan haar schoonbroeder Pieter Sorgeloos en zijn huisvrouw Martyncken Opdecam by forme van uytgrootinghe haar deel van de erfenis.
In de genoemde akte van Moeskroen verkocht Jacques Del Croix zijn erfgoed aan zijn broeder Pierre Del Croix die in Moeskroen woonde. De overleden vader heette Jean Del Croix die getrouwd was met Pieronne Du Jardin. De acte d’uytgrootinge werd opgesteld door notaris Maximilien Van Overschelde en medeondertekend door de getuigen Anthone Desbonnet, zoon van wijlen Maillart, en Joseph Van Overschelde, zoon van de notaris. Hiermee zijn mijn lezers niet veel wijzer geworden.
Meer uitleg vinden we in het boek “Costumen van het Graefschap van Vlaenderen”, herdrukt in Antwerpen en Gent in 1674. Gegevens staan in de Rubrica XXIV betreffende verhoirsatinghe, uytgrootinghe, vercavelinghe ende partagie, bij het verdelen van erfenissen. Het woord uytgrootinghe komt er verscheidene keren in voor. Wie de betekenis van oude rechtstermen wil begrijpen, kan terecht in het boek van K.F. Stallaert “Glossarium van verouderde rechtstermen”, van A tot OVERDRACHT, in 2 delen, gedrukt in Leiden in 1886-1890. Dit onvolledige werk werd voortgezet en bewerkt door Fr. Debrabandere in deel 3, dat uitkwam in 1977. Vermits het in de huidige coronatijden niet evident is om in archieven of bibliotheken te gaan snuisteren, deed ik gewoon een mail naar Debrabandere, die net als ik lid is van de KCTD of Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Het woord staat inderdaad in Stallaert en betekent “het vrijkopen, afkopen van het erfgoed van een medeërfgenaam, afgeleid van het werkwoord uitgrooten”.
Het eigenaardige in mijn verhaal is, dat de notaris in Moeskroen de Vlaamse rechtsterm in zijn Franse tekst gebruikte, omdat er blijkbaar geen Frans woord voor deze vorm van afkopen van erfenissen bestond.