Toponiem is voor veel mensen een moeilijk woord. Het is een samenstelling van 2 Griekse woorden: topos betekent “plaats” en onoma “naam”. Het gaat dus over plaatsnamen in Kersbeek en Miskom (twee deelgemeenten van Kortenaken) zoals Aspeculoblok, Begijnenbeemd, Biestkouter, Boekhout, Borneusel, Bruul, Hazeveld, de Hoef, Hoppegaard, Kalsterwinning, Koeistraatje, Nerimbos, Onvrede, Rijseren, Slagveld, Streek, Velp, Verloren Kost, Voorbosweg, Vroente, Windmolenstraat, Winterbeek, Zijp, enz.
Over de gemeente Kortenaken heb ik al twee toponymische werken uitgegeven, namelijk de plaatsnamen en hun geschiedenis van Waanrode en Hoeleden. Ransberg heb ik uitvoerig besproken in mijn werk over Neerlinter. In 1911 bestond Neerlinter uit drie aparte dorpen: Neerlinter, Drieslinter en Ransberg. Bij de fusie van 1977 werd Ransberg toegevoegd aan Kortenaken.
Fusies zijn al langer aan de gang. Kersbeek en Miskom werden samengevoegd bij Koninklijk Besluit van 27 januari 1828. Vóór de fusie van 1977 grensde Kersbeek-Miskom in het noorden over een kleine afstand aan Bekkevoort en voor een groot deel aan Waanrode, in het oosten aan Kortenaken, in het zuiden aan Ransberg en Hoeleden, in het westen aan Zuurbemde en Kapellen, nu deelgemeenten van Glabbeek. Over Kortenaken zelf heb ik nog geen volledig werk uitgegeven, maar ik verzamel wel zoveel mogelijk attestaties.
Zoals gewoonlijk bespreek ik de toponiemen of plaatsnamen van Kersbeek en Miskom niet in alfabetische lijsten. Ik verdeel het namenbestand in rubrieken zoals waterlopen, hoogten, bossen, weiden, akkers, gebouwen, wegen. Bij de namen vermeld ik de bron van de oude attestaties. Afzonderlijke namen zijn via een klapper of index gemakkelijk terug te vinden. Bovendien kan de lezer gebruik maken van de kaarten in mijn Atlas achteraan.
Om de toponiemen met grote zekerheid te kunnen lokaliseren, stelde ik vooraf een Atlas van Kersbeek-Miskom samen. Deze bestaat uit een thesaurus en een atlas. In de thesaurus vind je een opsomming van alle percelen van de vijf secties, met opgave van de aard van het perceel (huis, tuin, weide, land) en de oppervlakte, alsmede de eigenaars. Als basis gebruikte ik vooral de “legger” bij de kaart van P.C. Popp rond 1860. Deze basis vulde ik aan met gegevens uit andere bronnen, zoals de Atlas van de Buurtwegen uit 1841. Vooral bij de detailkaarten vinden we een hele lijst van eigenaars van panden die grenzen aan de wegen. In een beschrijving van de eigendommen van het Klooster van Barberendaal in Tienen in 1773 vinden we 4 panden gelegen in Miskom (Kerkarchief 22.602). Eén pand kon ik lokaliseren aan de Weenberg, dit is sectie B 156. Een tweede pand lag op B 156 en grensde aan de “groete baenen van cortenacken naer miscom”, wat overeenkomt met de Heerbaan. Twee panden van Barberendaal lagen aan de zuidkant van de Spoelbeek (A 168 en A 182). Zo bezat Barberendaal ook een groot bos in Kortenaken, nog bekend met het toponiem “Berbendaal”. Na veel zoeken vond ik dat dit grote pand overeenkomt met sectie B 126-127-128, maar verder loopt in Budingen als A 61-62. De grens tussen Budingen en Kortenaken liep schuin doorheen dit bos.
In 1882 beschreef rijksarchivaris Alphonse Wauters de dorpen Kersbeek en Miskom in zijn werk Géographie et histoire des communes belges (Kanton Glabbeek, p. 145-156). Wauters verschaft zeer interessante informatie over de geschiedenis. Hij citeert ook veel plaatsnamen, maar zonder de vindpaatsen van zijn attestaties. Ook kaarten met de namen ontbreken. Verder verscheen over Kersbeek het lijvige boek van Clement Van Cauwenberghs Histoire du village de Kersbeek lez Tirlemont (1928, deel I). Dit boek geeft veel informatie over de vroegere bezitters van kastelen en pachthoven. Deel II is niet afgewerkt. Kaarten ontbreken in beide delen. De schrijver illustreerde wel het boek met een aantal prachtige tekeningen van boerderijen door Hubert Mauquoy.
Bij het opzoeken van toponiemen raadpleegde ik zoveel mogelijk oude documenten in rijksarchieven. Veel Miskomse toponiemen vond ik ook in talrijke teksten uit het privé-archief van dokter Hans Jacobs. Kersbeek komt de eerste keer voor in 1139 in het cartularium van Sint-Trudo als kersbeke en in hetzelfde jaar als kyersbeche in het bekende Woordenboek van Gysseling uit 1960. De naam betekent “beek waar waterkers groeit”. Deze verklaring heb ik laten opnemen in het boek De Vlaamse Gemeentenamen, eerst verschenen bij het Davidsfonds in 2010 en in 2022 heruitgegeven met correcties en aanvullingen bij uitgeverij Peeters in Leuven. De zes medewerkers zijn allemaal lid van de KCTD, afkorting van Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie of Commission Royale de Toponymie et Dialectologie. Deze tweetalige vereniging werd in 1927 opgericht door wijlen minister Camille of Kamiel Huysmans. Deze wetenschappelijke commissie bestaat nog altijd en telt 15 Franstalige en 15 Nederlandstalige leden. Blijkbaar is het Woordenboek met de verklaring van alle gemeentenamen uit 1831 tot heden in Vlaanderen bij velen nog onbekend. Wie bijvoorbeeld de betekenis van de naam Tienen opzoekt op het Internet, krijgt op de website van Tienen een achterhaalde verklaring uit 1942 te lezen.
Miskom bestaat uit de samenstelling van de persoonsnaam Miso, gevolgd door het verzamelsuffix -inga, met heem, hier in de oostelijke vorm -kom. Dus: woonplaats van de lieden van Miso. Zo komen in mijn boek de gehuchtnamen aan bod: Kattebeek, Te Bogaarden, Rijseren, Vroente en Einde. Dan bespreek ik verder de waterlopen en plassen, bergnamen als Hennekensberg, Kalenberg, Ketelberg, Lederberg, Muienberg, Palenberg, Palmaertsberg, Wewenberg, enz., zoals gezegd allemaal toponiemen verzameld in aparte rubrieken.
Het boek is nog niet in de handel verkrijgbaar, maar ik hoop om dit werk na de winter (bij leven en welzijn) te kunnen voltooien.
Reacties zijn gesloten.