Ter inleiding

In een parochieregister, bewaard in het Stedelijk Archief van Tienen onder het nummer 65, vinden we de namen van mensen die overleden tussen 1734 en 1796. Ze werden begraven bij de Karmelieten. In Tienen waren ze bekend als Onze-Lieve-Vrouwbroeders. Ze waren al aanwezig in de stad in 1367. Zie hierover uitgebreid in mijn 3 delen Thuis in Thienen (p. 534-538).

In het register staan de overlijdens van paters en leken apart. In het eerste deel lezen we als titel Registrum Mortuorum Sęcularium en in het tweede deel Registrum Religiosorum Mortuorum. Op de kaft staan ongeveer dezelfde titels in het groot: Liber Saecularium Defunctorum ab anno 1734 7 Septembris en Liber Mortuorum Religiosoru(m) ab anno 1734 19 iulij. De gegevens in het Latijn zoals de begraafplaats in de kerk of op het kerkhof zet ik in het Nederlands over. Wie de volledige tekst wil kennen, kan het register nalezen op het internet onder de naam Tienen, parochie Karmelieten. Bij de begrafenissen van de paters en broeders staat op het einde telkens de afkorting die op het graf werd aangebracht, bijvoorbeeld P.I. met een kruisteken en de datum 1734. P.I. is de afkorting van Pater Ignatius. Of F.E., de afkorting van Frater Ernestus. Op 24 december 1784 werd Joannes Houbanx uit Neerlanden begraven op het nieuwe kerkhof buiten de Oude Leuvensepoort, namelijk langs de Aarschotsesteenweg. Toch werden later nog 4 paters begraven in de gang van het klooster. In totaal gaat het om 86 overleden leken en 47 paters en broeders.

Volgens de wet van 29 prairial van het jaar 4 van de Franse Republiek (= 17 juni 1796) sloot C.J. Coenen, président de la Municipalité, in aanwezigheid van de prior het register van de Karmelieten. Dit gebeurde op 16 thermidor van het jaar 4, dit is 3 augustus 1796.

Overleden Leken

Demeville, juffrouw – 7 september 1734, begraven in onze kerk vlak bij het altaar van de Goddelijke Maagd van Napels aan de kant van het epistel.

Firens, Joannes – 25 november 1734, onze knecht, begraven in onze kerk op het schip tussen 2 biechtstoelen.

Schellinckx, Theresia – 29 november 1734, dochter van Germanus Schellinckx, bakker van ons klooster, begraven op het kerkhof bij het kruisbeeld, beneden de grafsteen van haar tante.

Verkest, vrouw – 29 november 1734, weduwe van heer Verkest, in onze kerk begraven bij het graf van haar echtgenoot beneden den Eijseren croon candelaer.

Devivié, Maria – 23 november 1738, ongehuwd, begraven achter de grafsteen van Maria Noë voor het kruisbeeld.

Colon, Eerwaarde heer – 26 november 1739, priester en onderpastoor in Marck, begraven op ons kerkhof nabij de kerkpoort.

Schreijvers, Catharina – 10 april 1741, vrome dochter, begraven nabij de kerkpoort.

Vandermaelen, Agnes – 29 september 1741, vrome dochter, begraven aan de rechterzijde van de kerkpoort.

Vanhoebroeck, Eerwaarde heer – 30 maart 1742, priester, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld aan de kant van de straat.

Wuijts, N. – 21 oktober 1743, weduwe, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld aan de straatkant beneden de grafsteen.

Wouters, weduwe – 29 maart 1745, moeder van vader Amantius, begraven voor het altaar van de Moeder der Smarten aan de kant van de straat.

Kindermans, Henricus – 7 november 1745, vader van de paters Walterus en Henricus, begraven voor het altaar van de Goddelijke Maagd van Napels onder de grafsteen.

Vandenputte, Joannes Antonius – 3 december 1745, begraven op ons kerkhof aan de rechterzijde van de kerkpoort.

Goeffaers, Catharina – 9 januari 1746, begraven in onze kerk in het klein schip vóór het eerste venster aan de ingang van de kerk.

Molnet, Jacobus – 6 februari 1746, soldaat in dienst, begraven in onze kerk in het midden van twee biechtstoelen.

Vanbel, N. – 10 februari 1746, moeder van broeder Remigius leek, begraven in onze kerk beneden het eerste bankje aan het beeld van de heilige Marculphus.

Micke, Joannes Georgius – 20 april 1746, soldaat in het regiment van de hertog van Pirckenfelt, begraven op ons kerkhof  voor de kerkpoort.

Tenaerts, N. – 14 april 1746, echtgenote, begraven in onze kerk in het klein schip tussen twee biechtstoelen.

Vandeijck, Anna Elizabetha – 9 mei 1746, weduwe van Guilielmus Puttaers, begraven in onze kerk voor het beeld van de heilige Marculphus.

Pera, Barbarina – 15 augustus 1746, echtgenote van N. Sacré, begraven in onze kerk voor de laatste biechtstoel.

Lammens, Magdalena – 22 november 1746, echtgenote van N. Preuveneers, begraven in onze kerk in het klein schip voor de biechstoel van de procurator.

Vanhellemont, Martinus – 22 november 1746, ‘s avonds begraven in onze gang.

Vanveckhoven, Catharina – 23 november 1746, begraven in onze gang voor het kruis in het deel van de kerk.

Coenen, Anna Maria – 26 november 1746, begraven in onze gang in het deel van onze kerk voor het kruis.

Wersin, Catharina – 26 november 1746, begraven in onze gang voor het kruis.

Neijs, Guilielmus – 4 januari 1747, begraven in onze gang voor het kruis.

Antonest, Elizabetha – 12 januari 1747, weduwe van N. Vervoede, begraven in onze gang voor het kruis.

Preuveneers, Josephus – 22 januari 1747, begraven in onze gang voor het kruis.

Vanwangh, Elizabetha – 23 januari 1747, weduwe van N. Hennus, begraven in onze kerk in het klein schip, tussen twee biechtstoelen aan de straatkant.

Pica, Catharina – 25 februari 1747, weduwe van heer Persoens, begraven in onze kerk in het klein schip voor het altaar van Onze Vrouw van Smarten.

Pesters, Margareta – 20 april 1747, begraven in onze kerk aan de linkerzijde van de biechtstoel van pater Bernardus.

Lefever, Maria – 28 mei 1747, weduwe van de heer Vanderaeren, begraven in onze kerk in het midden voor de tweede biechtstoel van pater Walterus.

Dekuer, N. – 17 juli 1747, echtgenote van N. Poffé, begraven in onze gang voor het kruis.

Vandervelden, Anna Elizabetha – 7 oktober 1747, begraven in onze gang voor het eerste venster, ongeveer in het midden beginnende aan het kruis.

Hansotte, Maria Anna – 23 oktober 1747, echtgenote van Andreas Martienquet, begraven in onze kerk in het klein schip voor de eerste biechtstoel beginnende aan het altaar van Onze Vrouw van Smarten.

Laermans, Cornelius – 23 oktober 1747, begraven in onze kerk voor de laatste biechtstoel ongeveer in het midden in het groot schip, aan de linkerzijde bij de ingang van de kerk.

Dujardin, Gabriel – 15 december 1747, begraven in onze gang tussen het eerste en tweede venster in het midden, beginnende aan het kruis.

Coeyenhoven, Edele heer – 18 december 1747, begraven in onze kerk voor het altaar van de Goddelijke Maagd van Napels, aan de linkerzijde van de grafsteen van Henricus Kindermans.

Coeckelbergh, Egidius – 18 februari 1748, begraven in onze kerk voor de eerste kolom van de kerk aan het groot schip.

Laroche, A. M. – 27 maart 1748, begraven in onze kerk voor het communie-bankje  voor het altaar van Sint-Anna aan de straatkant.

Ledoux, Nicolaus – 16 april 1748, begraven in onze kerk voor de cataloog van de broederschap achter de grafsteen van Henricus Kindermans.

Quintin, Isabella – 27 april 1748, begraven in onze kerk voor de cataloog van de broederschap beneden den eijseren croen candelaer.

Bosmans, Elizabetha – 28 april 1748, begraven in onze gang voor het eerste venster van de gang beginnende aan het kruis.

Waije, Andreas Josephus – 2 mei 1748, begraven in onze kerk in het klein schip tussen twee biechtstoelen aan een deel van het groot schip.

Bernard, Joannes Baptista Petrus – 13 mei 1748, begraven op ons kerkhof voor de poort van de kerk, soldaat in het regiment van de Koninklijke Dragonders.

Naeghels, Barbara – 3 juni 1748, weduwe van Gerardus Pittumvils, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld.

Pommier, Joannes – 20 juni 1748, chirurgijn in het groot ziekenhuis, begraven op ons kerkhof voor het kruis.

Dekuer, Elizabetha – 3 augustus 1748, begraven in het midden van het eerste en tweede venster aan het deel van de kerk.

Heims, Henricus – 27 januari 1749, 22 jaar oud, geboren in Orp, ongehuwd, begraven op ons kerkhof.

Dekeur, Anna Maria – 30 mei 1749, echtgenote van N. Neijs, begraven in onze kerk in het klein schip voor de laatste biechtstoel aan het groot schip.

Mues, Gertrudis – 1 juni 1749, begraven in onze kerk in het groot schip in het midden van twee biechtstoelen tussen de zuil.

Poffé, Henricus – 28 maart 1750, begraven in onze gang tussen het tweede en derde venster tegen de muur van de kerk.

Vanbaersteroeij, Joannes – 17 mei 1750, begraven in onze gang in hetzelfde graf van Henricus Poffé.

Vandenputte, NR C. – 7 juli 1750, weduwe van de heer Vanleeuw, begraven in onze kerk voor het communiebankje voor het altaar van Sint-Anna.

Poffé, Joannes Baptista – 26 juli 1750, begraven in onze gang tussen het tweede en derde venster, beginnende aan het kruis.

Sweers, Joanna – 2 augustus 1750, weduwe van Sebastianus Vansteen-weghen, begraven in onze kerk voor de eerste kolom, in de richting van de heilige Carolus Corromeus.

Stockmans, Maria Theresia – 2 november 1750, echtgenote van Guilielmus Michiels, begraven in het midden van twee biechtstoelen nabij het groot schip.

Meus, Carolus Stephanus – 1 mei 1751, kapitein in het regiment van de heer Loherios, begraven in onze kerk voor het altaar van Sint-Anna.

Meijers, Elizabetha – 16 februari 1752, weduwe van N. Maes, begraven op ons kerkhof nabij de kerkpoort.

Demeville, Emanuel – 5 mei 1752, Edele heer, begraven voor het altaar van de Heilige Maagd Maria aan de hoek van het epistel.

Demeville, Nicolaus Reinerus – 29 juni 1752, Edele heer, begraven voor het altaar van de Heilige Maagd Maria aan de hoek van het epistel ongeveer in het midden van het altaar.

Vodin, Andreas – 21 oktober 1753, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld aan de straatkant.

Deberlaere, Edele juffrouwe – 10 november 1753, echtgenote van de Edele heer Demeville, begraven voor het altaar van Onze Vrouw aan de kant van het evangelie.

Demeurs, Franciscus Josephus – 12 juli 1754, begraven in onze kerk voor het altaar van Sint-Anna.

Dams, Joanna Maria – 25 februari 1755, ongehuwd, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld aan de zijde van de Maagd der Smarten.

Dereijn, Joannes Baldericus – 8 oktober 1755, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld aan de zijde van de Maagd der Smarten.

Kindermans, Elisabetha – 31 maart 1756, weduwe van Henricus en moeder van de paters Walterus en Henricus, begraven voor het altaar van de Goddelijke Maagd van Napels, onder een grafsteen.

Bregaer, Anna Maria – 28 maart 1756, begraven op ons kerkhof voor het kruisbeeld, voor het beeld van de Maagd der Smarten.

Hennus, Guilielmus – 7 augustus 1757, echtgenoot van Henrica Smets, begraven op het kerkhof, vlak bij in de volksmond genoemd de Fraeyt.

Debaus, Angelina – 15 januari 1758, begraven op het kerkhof voor de poort van de kerk.

Derys, Anna – 27 februari 1759, begraven op het kerkhof, voor in de volksmond genoemd Freyt.

Michot, Ivo – 30 mei 1759, echtgenoot van Maria Witte, begraven op het kerkhof voor het steunpunt van de kerk.

T’Santels, Petrus – 30 maart 1759, echtgenoot van Henrica Vanwinde, opnieuw begraven onder zijn grafsteen nabij het communiebankje voor het altaar van de Goddelijke Maagd.

Bleerdest, Anna Maria – 13 september 1760, begraven op het kerkhof voor het kruisbeeld tegen de straatmuur.

Thenaers, Carolus – 9 februari 1761, begraven op het kerkhof voor het kruis onder een vierkante steen. Hij ruste in vrede.

Vanwinde, Vrouwe – 20 oktober 1762, weduwe van Petrus Stantels, begraven in de kerk voor het communiebankje, voor het altaar van de Goddelijke Maagd, onder de steen aan de kant van het epistel.

Quinet, Vrouwe – 5 januari 1763, weduwe van Paasmans, begraven in de kerk onder een grafsteen.

Herremans, Maria – 22 februari 1763, weduwe van Joannes Franciscus Vancauwenbergh, kapitein in het regiment van de Spaanse koning, begraven in de kerk in het klein schip bij de eerste kolom.

Vandenvijve, Margaretha – 31 januari 1764, begraven in onze gang nabij de straat.

Jacobs, D. – 25 september 1768, begraven in de kerk voor het altaar van de Goddelijke Maagd van Napels onder de ijzeren kroon.

Witten, Maria – 26 september 1772, begraven voor het kruis op het kerkhof, tegen de muur aan de straatkant.

Nijs, Barbara – 18 oktober 1773, echtgenote van D. Jacobs, begraven in de kerk voor het altaar de Goddelijke Maagd van Napels, onder de ijzeren kroon.

Vanleeuw, Maria Isabella – 5 oktober 1781, echtgenote van de heer in de volksmond genoemd Luitenant Demeurs, begraven in de kerk nabij de communiebank voor het altaar van Sint-Anna.

Wauters, Dorothea – 30 september 1782, devoot meisje van de orde van Sint-Franciscus, begraven onder een grafsteen op het kerkhof.

Immens, Henrica – 8 september 1783, van Sint-Bernardus, begraven bij de eerste kolom van de kerk in het groot schip.

D’emeville, N. – 9 september 1784, weduwe van de edele heer Persoens, begraven op ons kerkhof voor het calvarium.

Overleden religieuzen

Pater Ignatius a sancta Josepha Francisca alias Roessoens – 19 juli 1734, uit Antwerpen, sacristijn, 58 jaar oud, begraven rond het midden van het koor, onder een steen met het opschrift P(ater) I(gnatius) 1734.

Pater Cecilianus a sancto Petro alias Vandeneijnde – 13 december 1734, uit Turnhout, organist in de volksmond genoemd den miserere, 44 jaar oud, begraven in het koor onder een steen met de afkorting P.C. 1734.

Frater Francus a sancto Arnoldo laicus alias Ausloes – 19 december 1734, uit Overhespen, 46 jaar oud, begraven voor het altaar van Sint-Anna aan de kant van het evangelie onder een steen met de afkorting B.F. 1734.

Pater Hieronimus a sancto Guilielmo alias Persin – 26 juni 1737, uit Tienen, 41 jaar oud, begraven in het midden van het koor onmiddellijk achter de grafsteen van pater Stephanus.

Frater Simeon a sancta joanna laicus alias Vanderhaeghen – 3 september 1737, brouwer, 43 jaar oud, begraven aan het deel van de Goddelijke Maagd van Napels.

Pater Theophilus ab immaculata conceptione alias Asselens – 2 juli 1738, uit Brussel, jubilaris, 75 jaar oud, begraven nabij de sacristie.

Frater Carolus a sancto Francisco alias Stobbaerts – 26 juli 1740, leek uit Lier, 42 jaar oud, begraven nabij de Goddelijke Maagd van Napels.

R.P. Hermannus a sancta Anna alias Beckers – 27 december 1740, prior, 58 jaar oud, begraven in het midden van twee stenen.

Pater Joachim a sancto Josepho alias Wouters – 4 mei 1742, uit Tienen, 45 jaar oud, begraven tussen twee stenen.

Pater Pacificus a sancto Petro alias Meijs – 11 januari 1745, overleed in onze plaats in Meerhout, afkomstig van Herenthout, 48 jaar oud, begraven tussen twee stenen.

R.P. Archangelus a sancta Maria alias Michiels – 8 oktober 1747, uit Brussel, thans onderprior, 64 jaar oud, begraven in het koor voor de plaats van de onderprior.

R.P. Eliseus a sancto Josepho alias Decroeijer – 18 april 1748, uit Mechelen, voorheen lector in filosofie en theologie, thans prior, 54 jaar oud, begraven voor de plaats van de prior.

Pater Florentinus a sancto Leonardo alias Vandeputte – 2 februari 1755, uit (Zout)Leeuw, 52 jaar oud, begraven aan het deel van pater superior.

Pater Bernardus a nomine Marie alias Verbracken – 16 juni 1756, uit Sint-Niklaas-Waas, 67 jaar oud, begraven aan de rechterzijde van pater superior.

Pater Walterus a sancto Henrico alias Kindermans – 27 januari 1757, uit Tienen, 52 jaar oud, begraven voor de trappen van het hoofdaltaar aan de hoek van het epistel.

Pater Amantius a sancto Jacobo alias Wouters – 13 juli 1760, uit Tienen, 47 jaar oud, begraven nabij de sacristie tussen twee stenen.

Frater Carolus a sancto Antonio alias Franco – 1 juni 1761, leek uit Geten in Brabant (= Jauche), begraven voor het altaar van Sint-Anna aan de hoek van het evangelie.

Pater Florentinus a sancto Angelo alias Wilmaerts – 28 april 1763, uit Hannuit, overleed in onze plaats in Geldenaken, 47 jaar oud, begraven in de gang voor de keuken.

Frater Winandus a sancto Laurentio alias Carpiaux – 2 april 1764, leek uit Zittert-Lummen, 48 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis voor het eerste venster.

Pater Philippus a sancto Joanne alias Demoij – 8 januari 1766, 36 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Andreas C. a sancta Maria alias David – 30 juli 1766, 43 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Valentinus a sancta Margaretha alias Staveniers – 20 november 1767, uit Tienen, 58 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Mattheus … alias Vandendries – 22 juni 1769, gesterkt met het laatste oliesel, uit Kortrijk, 39 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Sigismundus a sancto Petro alias Vanbever – 28 maart 1770, uit Brussel, 61 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Vandevelde, Joannes – 15 februari 1771, uit Gingelom, begraven in het begin van de gang komende van de sacristie.

Pater Apollinaris a sancto Josepho alias Verbruggen – 15 november 1772, uit Willebroek, 59 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Fredericus a sancto Cornelio alias Wuijts – 23 februari 1773, uit Mol, 61 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Pacificus a sancto Josepho alias Goemans – 5 juni 1773, uit Attenhoven, 68 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Casimirus a sancto Alexandro alias Delellio – 10 juli 1774, uit Vilvoorde, thans supprior, 61 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Augustinus a sancta Francisca alias Michiels – 26 april 1776, uit Brussel, overleden aan epilepsie, 50 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Frater Ernestus a sancta Adilia alias Renson – 4 mei 1777, leek, uit Orp-le-Grand, 68 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis.

Pater Valerianus a sancto Urbano alias David – 25 januari 1778, uit Anseroeul, 37 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis voor het tweede venster.

R.P. Maximus a sancta Genoveva alias Dothé – 14 november 1779, uit Oplinter, 78 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis tussen het tweede en derde venster.

R.P. Dionijsius a sancto Philippo alias Clippoleir – 20 januari 1781, 54 jaar oud, begraven in de gang voor het kruis tussen het tweede en derde venster.

Frater Fidelis a sancto Petro alias Vandenbosch – 20 september 1781, leek uit Watermaal, 56 jaar, begraven in de gang voor het kruis tegenover het eerste venster.

Pater Elias a sancto Mariano alias Pulinx – 5 december 1782, uit Neerlinter, 77 jaar oud, begraven in de gang nabij het kruis.

Houbanx, Joannes – 24 december 1784, uit Neerlanden, commensalis noster, begraven op het nieuwe kerkhof buiten de oude Leuvensepoort.

Frater Archangelus a sancto Maxio laicus alias Debraux – 4 juli 1785, uit Geldenaken, 44 jaar oud, begraven op het nieuwe kerkhof.

Frater Christianus a sancto Aegidio alias Vanraemdonck – 25 januari 1787, uit Bazel, 46 jaar oud, begraven op het nieuwe kerkhof.

R.P. Maximus a sancta Maria alias Mareels – 10 januari 1788, uit Tienen, prior, 57 jaar oud, begraven op het nieuwe kerkhof.

R.P. Lambertus a sancta Cruce alias Robyns – 3 maart 1790, uit Kerkom, eertijds prior, 62 jaar oud, begraven in de gang nabij het kruis.

R.P. Leonardus a sancto Petro alias Vanderhaegen – 13 mei 1792, uit Tienen, prior, begraven op het nieuwe kerkhof buiten de stadspoort, 48 jaar oud.

Pater Theodorus a sancta Maria alias Ducoron – 3 maart 1793, uit Tienen, overleden door een besmettelijke ziekte, 44 jaar oud, begraven aan het begin van hoek van de gang.

Melchior alias Vandevelde – 1794, uit Gingelom, begraven in de ingang van de gang naast het graf van pater Theodorus.

Pater Wilhelmus a sancta Catharina alias Vanlumen – 18 augustus 1794, overleden in het huis van Lindekens in de Bostsestraat, afkomstig uit Attenhoven, begraven op het kerkhof, 50 jaar oud.

Pater Bartholomaeus a sancta Margareta alias Vanaertryk – 30 september 1794, overleden in een huis nabij de Roypoort, afkomstig van Sint-Truiden, begraven op het nieuw kerkhof, 74 jaar oud.

Pater Leonardus a sancto Pacifico alias Sterckendries – 25 september 1795, overleden in een huis gelegen op de steenweg naar Sint-Truiden, afkomstig van (Zout)Leeuw, begraven in het begin van de gang voor het eerste venster, 52 jaar oud.