Op zaterdag 28 november 1987 openden Marc en Rose Matterne-Van Thienen een nieuw restaurant op de Veemarkt te Tienen. Als benaming kozen ze De Valgaer. We kunnen dit soort vernieuwde naamgeving slechts toejuichen.

Als je door de straten van Tienen loopt, valt het dikwijls op hoeveel vreemde namen onze handelspanden (ont)sieren. In Tienen wemelt het van de Franse, Engelse, Spaanse, Italiaanse en andere opschriften. Net alsof wij geen eigen taal en eigen kultuur bezitten. Daarom wil ik in deze sprokkel de lofbazuin opsteken voor zelfbewuste mensen die niet aarzelen om hun winkels van een eigen Nederlandse benaming te voorzien. Misschien kan het stadsbestuur voor deze handelaars eens een aanmoedigingspremie uitbetalen. Zo zou onze stad de eerste zijn die op deze wijze bijdraagt tot de vernederlandsing van onze firmanamen, alle vreemde “Flanders technology” ten spijt.

Gelukkig staan de eigenaars van de Valgaer niet alleen. In 1987 kreeg de herberg de “Zes Hoeken” haar eeuwenoude benaming, althans ten dele, terug. Dit hoekkafeetje heette vroeger de Wijngaardrank. De eigenaar noemt het thans de Wijngaerd. Ook denken we aan recente opschriften als het Zwak Moment, de Klok, de Gulden Leest, het Hartje, de Boterbloem, enz.

Tussen de Sint-Annapoort en de Lijkpoort stonden in de eerste helft van de 16de eeuw drie huizen, gebouwd door de kerkfabriek. Daarom spreken de handschriften in 1510 van “die fabrieck huysen”. Afzonderlijk heetten deze huizen van rechts naar links: het huis “staende naest den roester”, de “wisselcaemer” of “het comptoir”, en het huis “aen den valgader”.

De drie woningen werden in de laatste jaren van de 16de eeuw verkocht en verbouwd tot 2 woningen. Het linker huis heette in 1910 La Paix, rond 1950 Café Toekomst, daarna Café Christine, in 1976 de Legende en in 1982 Sinus. Het rechter huis droeg in de 19de eeuw als opschrift In den gulden Waldhoren, in 1905 A la tour St. Germain en rond 1930 Café St. Germain, thans vernederlandst tot Sint-Germanus.

Het linker huis stond dus eertijds naast “de valgader”. Een gaar of valgaar, uit ouder (val)gader, was een afsluiting, een hek of traliewerk. In valgaar duidt val op een slagboom die neervalt bij het sluiten. De valgaar sloot de toegang tot het Hoogkerkhof naast de Lijkpoort af. Ze wordt al vermeld in 1383: “vore de valgader vanden hoghen kerchoue”. De valgaar verdween bij het bouwen der huizen tegen het kerkhof op de Wolmarkt rond 1798. Door hun restaurant De Valgaer te noemen, sluiten de nieuwe uitbaters aan bij een traditie van meer dan 600 jaar. Een voorbeeld om na te volgen.

Dr. P. Kempeneers.

Brabantse Folklore nr. 258, juni 1988, 140-141.