Op het gebied van naamgeving stellen we in Tienen een gunstige kentering vast. Steeds meer mensen grijpen terug naar de eigen kultuur.

Onder impuls van Jan Wilmaerts, kontroleur der werken, nam de Technische Dienst van Tienen al meer dan 200 namen op voor oude en nieuwe wegen. Ik noem hier bij wijze van voorbeeld: Bamelingen, Scheper, Drietommenweg, Geerpad, Gorgem, Hommelpad, Kleine Zavel, Lovensteen, Voort, Walenberg, Zouwstraatje.

Ook handelaars verkiezen Nederlandse benamingen. Recentelijk ontstonden in Tienen onder meer: De Bakkelei, De Graankorrel, De Kastelein, De Markies, De Mene, De Notelaer, Pardoes, De Pollepel, De Valgaar, De Vlegel.

Blijkbaar zet deze trend zich door. Op de Tiense Grote Markt wordt het restaurant Ten Poel verdergezet als een nieuwe herberg. De uitbaters zijn Luc Lurquin en zijn echtgenote. Luc is voor de Tienenaars geen onbekende. Hij was jarenlang kelner in het Rood Paard. De herberg van Luc ging eind januari 1992 open onder de naam Taveerne Den Driesch.

De plaatsnaam dries werd vroeger gezien als een afleiding van het telwoord drie. Men bracht het woord dan in verband met de driejaarlijkse wisselbouw. Gysseling ziet in dries een “driesprong van wegen”. Hieruit ontwikkelde zich de betekenis van driehoekig dorpspleintje, en vandaar ook onbebouwd land of schrale weide. Dittmaier leidt dries af van Germaans threu-, met de betekenis “moe maken, ondeugdelijk worden”. Een dries is dan een braakliggend, maar schaars met gras begroeid akkerland, dienend als hooiweide. In Tienen en omgeving is dries een schrale weide.

Ik kom het woord al tegen in 1278, namelijk in Latijnse vertaling prope triscum, dit is bij de driesch. Later komt het woord in Vlaamse teksten voor. In de boeken van de Armentafel lees ik rond 1400 opten driesch. Rond 1649 luidt het als volgt: op den dries oft groote merckt, en in 1674 opden driesch oft corenmerckt.

De Dries(ch) was de eeuwenoude benaming voor de schrale weide, gelegen buiten de Peperstraatpoort. Door de uitbreiding van de stad werd de Dries al vlug ingenomen voor verdere bebouwing. Al op het einde van de 13de eeuw bouwden de Tienenaars op de Dries de kerk van O.L.Vrouw-ten-poel. De eerste mis werd er gelezen in 1291 of 1297.

Na de verwoesting van Tienen in 1635 wordt de Dries definitief het nieuwe centrum van de stad. De benaming Grote Markt wordt dan algemeen. Met de keuze van Taveerne Den driesch grijpt de uitbater Luc Lurquin terug naar de eeuwenoude benaming van de Tiense Grote Markt. We wensen de nieuwe cafébaas veel sukses.

Dr. P. Kempeneers.

Brabantse Folklore nr. 280, dec. 1993, 341-342.