Na eeuwen is een woord soms onherkenbaar vervormd. Daarom trachten we de oudst mogelijke vormen in het archief op te sporen. Een mooi voorbeeld is de Krommelinghoek, in 1646 geschreven inden crummelinghoeck. Dit is de hoek, gevormd door twee wegen die uitkwamen op de Lindeveldstraat. De noordelijke weg bestond nog bij Ferraris (1777), maar werd daarna voetpad 90 (Voetpad naar Willebringen), dat nu niet meer bestaat. Het toponiem Krommeling wordt duidelijk, als we nog verder naar het verleden teruggaan. Perceel 37 van de Tiense Armentafel heb ik kunnen lokaliseren als perceel F 172-173 van het kadaster. In 1340 wordt dit pand gesitueerd ther crummerlinden. Nog in 1470 wordt de naam korrekt geschreven: bouen die cromlinde. Hier stond dus eertijds een kromme lindeboom. Hij stond bij de splitsing van weg 90 en 23, en werd later vervangen door een appelaar.

Een andere linde stond wat verder naar Willebringen toe, op perceel F 57, langs dezelfde weg 23 (= het Appeleerke). In de 15de eeuw heet hij het Lindeken. Deze boom staat 3 en 4 eeuwen later nog aangeduid op de kaart van Ferraris (1777) en Vandermaelen (1831).

Verwant met hoek is winkel. Een thans eigenaardig klinkende naam is de Tuswinkel, een driehoekig veld boven Papendaal. Het eerste lid maakte een hele evolutie mee: 1470 op ten deuwelwinckelopten deeuwels winckelopten deuwelswinckel, 1470 kopie 1632 opden euswinckele, 1625 kopie 1760 opden oppersten theuswinckel, 1722 op den tuswinckel, enz. Het eerste lid is een afleiding van eeuwen “voederen van vee”. Schönfeld geeft in zijn “Nederlandse Veldnamen” (1980) als voorbeelden Het Eeuwel in Geldrop, en De Euwels in Uden. We treffen hetzelfde woord in Kumtich aan. De d van het lidwoord de werd echter vast aan het woord toegevoegd. Zo komen we aan de oorspronkelijke vorm De Euwelswinckel, nu vervormd tot Tuswinkel.

Kumtich kent zeer veel veldnamen. Bijna alle aaneengesloten percelen landbouwgrond, gelegen tussen de wegen, hebben een aparte veldbenaming. De meeste velden zijn genoemd naar de geografische ligging. Het merkpunt is een aangrenzende bewoningskern, een nabijgelegen weide, een opvallende boom, menselijke bouwwerken zoals een hofstede, een kapel, een galg, enz. Een aantal velden bevatten de naam van een belangrijke eigenaar. Ook de vorm en de grootte van een veld gaven aanleiding tot benoeming van een aantal velden. In dit korte artikel kan ik niet uitvoerig op alle veldnamen ingaan. Ik geef op een kaart wel een overzicht van de meeste veldnamen die ik in Kumtich gevonden heb (fig. 23).

kum23
Figuur 23: De belangrijkste veldbenamingen in Kumtich.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Brabantse Folklore nr. 280, dec. 1993, p. 312-340 en ook apart in 1994, 29 blz. Ook in: Publipers 1993.