Het eerste deel van de Langevest, aan de Maastrichtsepoort, bestond in 1826 uit een perceel van 44 a 80 ca. Het was gelegen tussen de Fabrieksstraat die evenwijdig loopt met de Langevest en het voetpad naar Bost. Aan de straatkant stonden in 1800 slechts drie wachthuizen. De stad verkocht een deel van de omheining aan Ludovicus Cavens. Dit gebeurde tussen 1826 en 1834. Het pand kreeg het nummer E 224, grenzend aan het voetpad en de SintTruidensesteenweg. Cavens bouwde er een herberg op. In 1837 was deze herberg al gesplitst in twee delen. Door verdere verkaveling had de herberg in 1860 nummer E 224f, toebehorend aan herbergier Constant Boigelot. Het resterende deel E 224i was eigendom van winkelierster Thérèse Gilis. Doorheen pand E 225 werd in 1901 de nieuwe Wulmersumsesteenweg aangelegd. Deze weg begon aan de Fabrieksstraat langs de Langevest. Dit deel van de Fabrieksstraat werd doorgetrokken en heet nu Kerkstraat. In de volksmond werd het de Poefstraat wegens de huizen op perceel E 45, “met poef” gebouwd door arbeiders en bedienden die van de suikerfabriek krediet kregen.

Tussen de Dragonderstraat en de Langevest aan de Bostsepoort lag perceel E 216, met de bijliggende tuin E 217. Bij Naveau (1754) waren beide percelen nog onbebouwd. Ze vormden pand U 27, met een oppervlakte van 34 roeden. Dit pand hoorde toe aan juffrouw Van der Meeren. Rond 1800 werd het eigendom van meester-metselaar François Robbeets. Kort na 1800 ging het over naar Maximilien Mathieu die er de herberg de Dragonder op bouwde.

De naam zelf ontmoet ik voor de eerste keer in 1913 als l’auberge “Au Dragon”. In 1982 heette het Café Den ouden Dragonder, Potteriestraat 186. Volgens de eigenares Jacqueline Vanderstukken werd de Dragonder gesticht in 1733. De afbeelding van een Dragonder was intussen verdwenen. Dragonders hadden in Tienen wel een vast logement, zoals ik lees in 1797, maar de herberg werd pas na 1800 gebouwd. De naam Dragonderstraat dateert trouwens pas sedert 1938. Eertijds was het de Oude weg naar Meer en Ramshoven. In 1837 was de Dragonder nog altijd eigendom van M. Mathieu. In 1860 had het pand twee eigenaars: de leerlooier Jean-Maximilien Mathieu en de herbergier Maximilien Mathieu.

Dr. P. Kempeneers.