De Veemarkt wordt beheerst door een enorme gevel met aluminium-vakken met het opschrift Van Roy en de merknaam Argo. Deze kledingzaak bevindt zich op de plaats van de vroegere huizen 27, 28 en 29. In 1935 bevonden zich hier in dezelfde volgorde: de slagerij van Alfred Brieven, de specerijwinkel van Jean Brasseur en de bakkerij en herberg van de weduwe Antoine Truyens.
Oorspronkelijk stond op deze plaats slechts één woning, in 1477 eigendom van de abt of de heer van Sint-Cornelis, in 1482 Thuys van sincte cornelijs genoemd. De naam herinnert aan de abdij van Inden bij Aken of Sint-Cornelis-Munster, die in Kumtich het Vroenhof bezat. In de loop van de 16de eeuw is het grote perceel gesplitst. De noordelijke helft (G 685) werd eerst verkocht. De zuidelijke helft bleef tot in 1800 één geheel en werd dan gesplitst in G 683 en G 684.
1° Het grote huis op G 683-684, later Veemarkt 27-28, hoorde na de abt van Sint-Cornelis toe aan Cornelis du Mont. In 1635 werd de woning neergeblaakt. Anna Dumont, de dochter van Cornelis, verkocht haar erffue daer een huijs placht op te staen genoempt de Corenblom op 18 en 22 augustus 1635 aan Genoveva Goddons. Deze bezat de corenbloemnog in 1654. Ze werd opgevolgd door Cornelis Wauts. Daarna kwam Peeter vander G’adijnen (sic) en na deze bij koop in 1705 Guilliam Preuveneers.
De Korenbloem was een slagerij die zeker tot na 1935 bleef bestaan. Dit huis had niets te maken met de rederijkerskamer met dezelfde naam.
Als opvolgers van Guilliam Preuveneers in de Korenbloem vond ik verder: Joseph Preuve-neers beenhauwer (1754), zijn weduwe (1754), de slager J.H. Preuveneers (1800) en de slager Henri Joseph Preuveneers (1860). Op dat ogenblik was het pand verdeeld in twee huizen, met dezelfde eigenaars. De slagerij werd in G 686 (Veemarkt 27) voortgezet door Alfred Brieven.
2° Als eigenaar van het pand G 685 (Veemarkt 29) vond ik na de abt van Sint-Cornelis rond 1570 Gordt Zillen, daarna de erfgenamen van Ardt vanden Berghe en in 1590 Cornelis Potgieters.
In de volgende eeuw hoorde het huis op de Fruitmarkt toe aan de familie Van Heylissem, eerst Jan van Heylissem (1617-35) en dan Guilliam van Heylissem (1651-81). In 1684-85 betaalde Guilliams weduwe de rente aan het jaargetijde op haer huys genoempt die drij coninghen. Dit huis mag niet verward worden met de Drie Koningen onderaan de Veemarkt. De naam komt nog voor in 1715. De eigenaar is dan Jacq van Heylissem, die al in 1694 vermeld wordt. Hierbij eindigt de dynastie der Van Heylissems, want in de volgende jaren hoort de Drie Koningen toe aan Jan Baptista Pieraerts. Op 24 maart 1745 ontmoet ik Guillemus Piraets jonghman, die zijn “vierde paart in zeker huis op de Appelmarkt” overdraagt aan Leonard Coenen meester brauwer van sijnen stiel. Het volgende jaar is het pand al eigendom van de beenhauwer Cornelis Blijckaerts, die als betaler vermeld wordt tussen 1746 en 1777.
Na deze komen chronologisch: de weduwe C. Blijckaerts (1796-1800), de weduwe van Hubert Blyckaerts in 1826 (die niet dezelfde is als de latere eigenaar van de Klok), en de erfgenamen van Engelbert Blijckaerts (1837-1860).
Dr. P. Kempeneers.