Op de hoek van het Bronplein en de Kerkstraat stond eertijds de Horen, met kadasternummers A 1459-1460 en de tuin A 1455. Op dit pand, 17 a 98 ca groot (1828), bouwt het Bouwbedrijf Vandersmissen uit Herk de Stad in 2000 de Residentie De Bron, naar de plannen van architect Jan Peeters uit Landen. In een brief van 23 februari 2000 stelde ik de firma voor om de oude naam te herstellen in Residentie De Horen. De Horen ontstond door de vereniging van verscheidene kleinere percelen.

1° De kern van de latere Horen (A 1459) was rond 1350 eigendom van Reynerus Cleppers. Deze betaalde aan de hertog een jaarlijkse cijns van 4 schellingen en 4 kapuinen. Dank zij deze cijns, kon ik de eigenaars van de Horen opsporen tot in de 14de eeuw. Cleppers verkocht zijn pand aan de lombard Petrus de Silwangni. Deze lombard komt in de cijnsboeken voor vanaf circa 1375 tot na 1429. Links van de Horen paalde in dezelfde tijd het huis van Jan Lombart, dat in de loop van de 15de eeuw werd ingepalmd door de Meester Jorys Sillen.

In 1482 had het huis zeker een naam, vermits in dit jaar Jorys Sillen de genoemde cijns betaalde voor zynen huyse geheeten den horen. In hetzelfde cijnsboek vernemen we dat de Horen een herberg was. Lysbeth Huessche bezat toen eenen huyse ende hoff bij den horen, dat grensde aan die herberghe jnden horen die houdt Jan snijders. Horen als naam voor een herberg kwam op veel plaatsen voor en kan duiden op een drinkhoren, een jachthoren, een posthoren, een horen van overvloed, enz.

Sillen werd in het bezit van de Horen opgevolgd door Jan vander Merct, Lysbeth Cloets en Jan Snyders, die eerder al aan de toog had gestaan, maar in 1509 zelf eigenaar was geworden van synen huyse ende houe geheyten den horen gelegen opten merct.

In de tweede helft van de 16de eeuw ging den horn opte merckt naar de familie Loyaerts, eerst naar Peter Loyaerts I, en daarna naar Geert Loyaerts I. De Horen was in de 16de eeuw vergroot, maar hoorde toe aan Loyaerts jnde hellicht, en aan Thiery de Commenen jn dander hellicht.

2° Rechts van de Horen lag rond 1375 een klein pand, dat toebehoorde aan Jacob Hoesschen. Jacob bezat dit pand nog in 1429. In 1482 vond ik Lysbeth Huessche als eigenares van het huis en hof bij den horen. Huessche is gewoon een variant van gemelde familienaam. In 1486 was het pand van Lysbeth eenre hofstadt bij den horen te landen inde recht strate. Rond deze tijd ging het huis echter over naar Wouter de Bye, in 1509 ook geschreven De Bide. In de loop van de 16de eeuw lijfde Peeter Loyaerts I dit pand bij de Horen in. Het huis werd afgebroken en heette op het einde van de eeuw een plaetsse daer een hooff [stadt] plach op te staene jnnegeslaghen jn syn gelegen geheeten den horn.

3° Het pand naast Lysbeth Huessche grensde rond 1486 aan de Kapelstraat. Het was toen eigendom van Peeter Wayen en grensde aan Wouter de Bye en aan de Horen in twee zijden. Hieruit blijkt dat het huis van De Bide een klein eigendom was, gelegen tussen de Horen en het hoekhuis. Wayen werd in zijn huyse metten toebehoirten gelegen jnde rechte strate jnde merct opgevolgd door Henrick Laren dynens [sone] en Geert Micken. Deze laatste komt voor in 1509 als eigenaar van een huis en hof in de recht strate gelegen bijde capelle strate. Micken liet zijn erf in de Kapelstraat na aan Gysbrecht Machiels. Peeter Loyaerts I lijfde ook het hoekhuis bij de Horen in.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in Publipers, 1999-2000. Ook in: OLE nr. 57 (1 juni 2000), blz. 4-17.