In de Konijnenbergstraat in Goetsenhoven ligt een nog onbebouwd stukje land met een geschiedenis die teruggaat tot 1506. Het bedoelde stuk land heeft nu het kadasternummer C 238b en ligt links van villa nr. 46 in de Konijnenbergstraat.
In 1506 was ridder Jacob Bauwen de heer van Goetsenhoven. In een akte van 21 mei 1506 heet hij voluit in het Latijn: Nobilis ac generosus vir Dominus Jacobus Bauwen miles, dominus temporalis de Goetsenhouen (u is te lezen als v). (Kerkelijk archief nr. 28.039, folio 55). Om zijn zieleheil veilig te stellen schonk de heer aan de kerk een dagmaal land gelegen op de Tommelingen. Een dagmaal is een stuk land dat men in 1 dag kon bewerken, namelijk 1/4 van een oude bunder. Een dagmaal was 32,61 are groot. Vanaf 1820 werd een dagmaal gelijk gesteld met 1/4 van een nieuwe bunder of een hectare, met behoud van de oude benaming (zie P. Kempeneers, Thuis in Thienen, blz. 1018).
Aan de schenking was wel een voorwaarde verbonden. De pastoor moest in de advent alle zondagen voor de hoogmis den antiphoon Inviolatazingen. Zoals blijkt uit de geciteerde akte van 1506 diende het lied ook voor zijn vrouw Maria van Horne.
We kunnen hierbij 2 vragen stellen: 1. Wat betekent Inviolata? 2. Waar lag het dagmaal? De eerste vraag is gemakkelijk te beantwoorden. Hiervoor ging ik te rade bij de koorleiders Rik Klewais en Rik Caenberghs. Deze laatste was eertijds koorleider bij de Dominikanen en kende de antifoon nog zeer goed. Zij bezorgden mij tekst en muziek van deze antifoon. In het “Zangboekje” bvb. van 1932 staat de tekst op blz. 224 met een Nederlandse vertaling. De eerste regel luidt als volgt: Inviolata, integra et casta es, Maria. Vertaald: Ongeschonden, onbevlekt en rein zijt gij, Maria. In een antifoon treden altijd twee partijen op. Voorbeeld: de ene helft van het koor zingt vers 1. De tweede helft vult aan met vers 2, enz. De tweede versregel van Inviolata luidt: Quae es effecta fulgida coeli porta, dit is: Gij zijt de schitterende poort des hemels geworden.
De tweede vraag is moeilijker te beantwoorden. In 1506 lag het dagmaal van Jacob Bauwen op de Tommelingen, dit is in de nabijheid van de Wijngaardstraat. Later kreeg het dagmaal, waarvoor het Inviolata moest worden gezongen, de benaming Inviolata-land, zoals in 1722. Toen lag het bewuste perceel tussen de Klei en de Wijngaardstraat op die hooghde (Schepengriffies 5962, blz. 161). In 1750 was het dagmael genaemt het inviolata veld gelegen aan de straat leidende van Goetsenhoven naar Meer.
Mijn Historische Atlas van Goetsenhoven bracht mij dichter bij de juiste ligging. Circa 1820 immers lag het Inviolataland aan de Oude weg en grensde het aan Thiodoor Claes, Paulus Hanset en de Heer van Goetsenhoven. Deze namen staan in mijn Atlas. Zekerheid kreeg ik echter pas met de aanvulling nu aen den armen in 1822. Het Inviolataland hoorde na 1822 niet meer toe aan de Kerk, maar aan de Armentafel van Goetsenhoven. Aldus kon ik het perceel met zekerheid vereenzelvigen met het nummer 238 van sectie C langs de Konijnbergstraat.
Als de eigenaar binnenkort op het dagmaal een villa gaat bouwen, heeft hij meteen al een naam: Inviolata. In 2006 is deze benaming 500 jaar oud.
Dr. P. Kempeneers.