In de Schepengriffies nummer 6816 noteert Franchois Ilios, de meier van Bunsbeek en Sint-Margriet-Houtem, zijn inkomsten en uitgaven in 1680, betreffende criminele en civiele zaken. Aert vanden Bon had zijn meyssen (meid) geslagen en betaalde hiervoor een boete van 2 gulden en 8 stuivers. De weduwe van Vanden Poel had een dood paard voor een andermans deur ghesleijpt (gesleept). Dit kostte haar eveneens 2 gulden en 8 stuivers.

Ilios moest ook uitgaven zien te recupereren. Blijkens zijn rekeningen kostte het ophangen van een misdadiger handenvol geld. In 1680 werd Jan Smeesters uit Zuurbemde opgehangen. Advocaat Van Ranst had Smeesters verdedigd en kreeg nu voor zijn devoren 9 guldens en 12 stuivers. Over het verhangen van Smeesters stuurde Ilios een brief aan de edele heer Van Dieghem. Kosten voor deze brief: 18 stuivers. Iemand moest bewijzen dat de verhangene wel degelijk dood was. Dit mocht enkel een dokter of chirurgijn doen. Voor het visiteren van het doodt lichaem kreeg een chirurgijn 6 guldens en een dokter evenveel.

Een galg was in Bunsbeek niet zomaar beschikbaar. Dus kocht meier Ilios een boom om een micke te maken. Een micke is een verdwenen woord voor een gaffelvormig uitlopende paal die men als galg gebruikte. Jan Smeesters had eigendom in Zuurbemde. Sebastiaen Traetsens kreeg 2 gulden 8 stuivers om de gichte ende goedenisse te doen van het goed van Smeesters in Zuurbemde. Ook moest de meier erop toezien, dat familieleden geen eigendom verkochten of zelf in bezit namen. Dus betaalde de meier van Bunsbeek 12 stuivers aan de schepen van Zuurbemde. Deze moest beletten dat de grootvader en grootmoeder van de gehangene in het bezit zouden komen van goederen van Jan Smeesters. Hiervoor was de schepen op 23 mei 1680 naar Zuurbemde gereisd en dit kostte geld.

Enkele dagen later, op 27 mei 1680, reisde advocaat Van Ranst naar Zuurbemde om het goed van Jan Smeesters te verkopen. Deze verkoop viel niet in goede aarde bij meier en schepen van Zuurbemde. Het kwam tot harde verwijten, of zoals Ilios schreef: groote reprochen. Tegen zoveel injurien moest hij wel protesteren.

Uiteindelijk bleven nog de kosten over voor de smid. Deze leverde kettingen en krammen om het doodt lichaem van Jan Smeesters mede te hanghen en kreeg hiervoor 1 gulden en 4 stuivers.

Dr. P. Kempeneers.