Een adviseur van de KBC-bank luistert naar de naam Melotte. Deze familienaam komt onder vele varianten voor. Debrabandere citeert in zijn Woordenboek van Familienamen (nieuwe uitgave, 2003): Melot, Mélot, Mellot, Millot, Milo, Milot, Milliot, Milio. Het is een vleivorm afgeleid van de voornaam Amelius, zelf een verlatijnsing van een Germaanse amal-naam. Als oudste vormen vond ik: in de 13de eeuw Ameyle dit le gros Mylot (in Bergen), in 1324 Amelius Milotiaux (in Luik), in 1365 Melot de Gotigny veve (een weduwe uit Bergen), en in 1446 Jehan Melot uit Sint-Truiden.

Melotte is een hybriede vorm: de uitgang -ot(te) is Romaans, maar de grondvorm Germaans. Het element Mel ontstond door het wegvallen van de A in Amelius. Amal heeft ongeveer de betekenis van “onvermoeibaar in de strijd”. Vergelijk met Gotisch amals “vlijtig, onvermoeibaar” en de naam van het Oost-Gotische vorstengeslacht de Amelungen, genoemd naar het volk de Amali “de onvermoeide helden”. Amal is ook het eerste lid van tweestammige Germaanse namen. De heilige Amalberga (amal + berga: beschermster in de strijd), is in de Tiense geschiedenis bekend uit een heiligenleven, waarin wordt verhaald hoe ze de Gete overstak om aan haar vijanden te ontkomen. Amal vinden we ook terug in Amelrik (amal + rik: machtig in de strijd). In Remicourt is de familienaam Mélotte gebruikt als een soortnaam, eerst voor een kar, later voor een afromer van melk. Hierover schreef onderwijzer A. Leunen in zijn “Histoire de Remicourt” (1955).

De echtgenote van onze adviseur heet Vanduren. Deze naam kan betrekking hebben op de Duitse stad Düren, maar meer voor de hand liggend is de plaatsnaam Deurne bij Diest of Antwerpen. Van de stad Düren wordt gezegd: Duren is een schone stad, maar blijven duren is nog een schonere. Deze uitdrukking gebruikte mijn moeder, maar ze staat ook bij Van Dale.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op donderdag 26 oktober 2006.