De schilder P.J. Verhaghen
De Aarschotse schilder Pieter Jozef Verhaghen die zijn leven grotendeels in Leuven doorbracht, behoorde tot de Vlaamse School en bracht Rubens terug naar de 18de eeuw. Keizerin Maria Theresia benoemde hem in 1773 tot hofschilder. Pieter werd in Aarschot geboren op 19 maart 1728 en overleed in Leuven op 3 april 1811, een jaar nadat hij getroffen werd door een attaque d’apoplexie. Voor een uitgebreide biografie verwijs ik naar De Munter (Brussel, 1932) en de Tentoonstellings-cataloog, uitgegeven door de Aarschotse Kring voor Heemkunde in 1978. Met dank aan prof. L. Van Buyten voor zijn bijkomende documentatie.
De Kleine en de Grote Moriaan
In Aarschot zal men u met trots de plaats aanwijzen waar Pieter Jozef heeft gewoond. In hetzelfde huis woonde nog een andere kunstenaar, namelijk de componist Arthur Meulemans. Het bedoelde huis heette De Kleine Moriaan, gelegen in de Neerstraat met kadasternummer H 286, nu met huisnummer 44 in de huidige Th. De Beckerstraat (Hist. Atlas). In de Kleine Moriaan bevindt zich thans een kapsalon met de Engelse naam Heads, the art of hairdressing. Een wat verdoken gedenksteen vermeldt het volgende: In dit huis De Cleyne Moriaen werd geboren Pieter Verhaghen beroemde kunstschilder uit de XVIIIe eeuw. En verder: Hier komponeerde Arthur Meulemans zijn eerste werken.
Tussen de Kleine Moriaan en de Hoogbrug op de Demer stond eertijds De Grote Moriaan, of kortweg De Moriaan. We mogen dit huis niet verwarren met een andere Moriaan met kadasternummer H 691, dit is het huis nummer 7 in de Martelarenstraat, voorheen bekend als de Cabaretstraat (Hist. Atlas).
De (Grote) Moriaan in de Th. De Beckerstraat heeft de kadasternummers H 284-285, overeenkomend met de huisnummers 46 en 48. In 46 vinden we thans Studio Jo, en in 48 op de hoek tegen de Demer Eet-praatcafé D’Harmonie. Voor de duidelijkheid wil ik er nog bijvoegen, dat achter de westelijke huizenrij van de Th. De Beckerstraat, bijna tot tegen de J. Tielemansstraat, een waterwegh liep die het overtollige water in noordelijke richting afvoerde naar de Demer. Thans is van deze Leiloop niets meer te zien.
Vroegere eigenaars
Bij mijn zoektocht naar Aarschotse toponiemen vond ik allerlei wetenswaardigheden over de voorzaten van schilder Verhaghen en zijn buren.
Een cijnsboek van 1786 verschaft ons inlichtingen over de Grote Moriaan. Sieur Petrus Josephus Staes bracht in naam van zijn moeder Catharina Maes, weduwe van Joannes Staes, een pand aan, ingevolge de brieven van terrier van 2 april 1779. Het ging meer bepaald over een uitgang of uitvang, begrepen in haar huis genaemt den Mooriaen, gelegen tegen de Hoogbrug. Het hele pand grensde aan de Neerstraete oostwaerts, d’ erffgenaemen Guilliam Verhaegen suydwaerts, den waterwegh van achter west¬waerts ende den Demer noordwaerts (Ar 2141, nr. 47). Vader Joannes Staes had het huis gekocht van de erfgenamen Roosa, volgens publieke conditie gehouden door de notaris C.J. Verloye de 9de juli 1741. Na 1686 vond ik als eigenaar van de Moriaan de erfgenamen van Cornelis van Leijen (SG 6871, f. 36) en rond 1700 Joannes Vloeberg of Vloeberchs (Ar 2140, f. 58).
Op 27 oktober 1712 was kolonel Diepenbroeck met zijn vrouw en drie grote dochters in Aarschot. Normaal moest de kolonel logeren in het soldatenhuis van het klooster van Sint-Niklaasberg. Hij nam echter met geweld zijn intrek in het huys den moriaen by de hoogbrugge (Me 8, f. 13v). In 1741 kocht Joannes Staes zoals gezegd het huis van Jan Vloeberg.
Het zuidelijke aangrenzende huis was de Kleine Moriaan, het ouderlijk huis van de schilder. Guilliam Verhaegen was de vader van Pieter Jozef.
In de notarisakte van Jean François Van Nuffel (Not. 14.165, dd. 3 april 1745) vernemen we dat op 6 augustus 1716 de goedenisse had plaats gevonden van de Kleine Moriaan ten behoeve van Anna De Preter, die in 1745 al overleden was. Zij werd genoemd als de weduwe van wijlen Eustachius Verstreken. Eustachius’ dochter, Anna Magdalena Verstreken, werd de moeder van de schilder Pieter Jozef Verhaghen. Anna trouwde met chirurgijn Guilliam Verhaghen en bracht verscheidene kinderen ter wereld: 2 jongens en 4 meisjes (De Munter, 1932, p. 16-17).
In 1786 bracht Joannes Josephus Verhaegen vijf dagmalen land aan, ingevolge de brieven van terrier van 2 april 1779. Jozef sprak voor hem, en voor sijne broeders ende susters, kinderen wijlen Guilliam ende Anna Magdalena Verstrecken (Ar 2141, nr. 343). Jozef Verhaghen (1726-1795) was bekend als “potteken” Verhaghen (Coeck, 2007, 188), omwille van de vele pottekens op zijn schilderijen (De Munter, p. 175-185). Het stuk land grensde aan de secretaris Daels, meier Van Leemputte en de heren van Malta, en aan de noordzijde aan de bane op Mechelen (Hist. Atlas). Deze baan is de tegenwoordige Kleine Mechelsebaan. De bedoelde grond heb ik gelokaliseerd op G 121 ten noorden van de Heilaak. Nu wordt dit land doorkruist door de sedert 1973 aangelegde Ter Heidelaan. Vader Guilliam Verhaegen of Verhaghen (de spelling wisselt af) had het land aan de Kleine Mechelsebaan geërfd van zijn vader, de chirurgijn Jan Verhaegen, dus de grootvader van onze bekende schilder.
Ruzie om een goot
Vier jaar nadat Joannes Staes en zijn vrouw Anna Catharina Maes den Grooten Moriaen hadden gekocht, ontstond er een geschil met hun buurman Guilliam Verhaegen en zijn vrouw Anna Maghdelena Verstreeken, eigenaars van het huis den clynen moriaen (Not. 14.165). De eigenaar van de Grote Moriaan verdroeg niet langer dat het water van de Kleine Moriaan langs zijn erf liep. Op 3 april 1745 werd over de zaak gesproken. Sieur Verhaegen pretendeerde dat alle soet water van synen huyse soude loopen over de plaetse van het voorschreven huys den grooten Moriaen. Dit was altijd zo geweest. Het “gootgat” waaruit het hemelwater stroomde, stond in 1745 in de scheimuur van de twee huizen. Buurman Staes stelde twee oplossingen voor. Ofwel kwam er eene goete onder de aerde, ofwel moest Verhaegen toedoen ofte stoppen het gat vanden waterloop.
Klokluiders en hondentellers
Volgens het Notitieboek van de klokluiders (1741-1795) werd ene Guilliam Verhagen begraven op 30 oktober 1763. Deze was niet de vader van de schilder. Vader Verhaghen was naast chirurgijn ook rentmeester en tekende in het Klokluidersboek nog enkele jaren na 1763 de ontvangsten af. De Munter (p. 16) geeft als sterftedatum 20 april 1771.
Bij het tellen van de honden, op 26 maart 1772, had de weduwe van Guilliam Verhaghen 1 hond (SG 95). Ze woonde toen nog altijd in de Neerstraat, naast borgemeester Staes, die eveneens 1 hond bezat. Als de weduwe Guill. Verhaghen komt ze ook met 1 hond voor bij de volgende tellingen in 1773 (SG 97) en 1774 (SG 99).
Volgens het boek van de Klokluiders werd de moeder van de schilder begraven op 26 september 1782. Voor deze vrouw werden 18 pozen geluid, wegens de vermaardheid van haar zoon. Rond 1860 hoorde de Kleine Moriaan toe aan de brouwer Guillelmus Forré (Hist. Atlas, H 286) en de Grote Moriaan aan winkelier Carolus Antonius Borrens (o.c., H 285).
Geraadpleegde bronnen
– Arenberg 2140 (Ar). Cijnsboek van Aarschot en omliggende dorpen. Circa 1700, met betalingen van 1721 tot 1794. KU Leuven.
– Arenberg 2141 (Ar). Overdrachten van cijnspanden, 1786. KU Leuven.
– Mechelen 8 (Me). Sint-Niklaasberg. Memorieboeksken, door rector Laurentius van Mierloo. Mechelen, aartsbisschoppelijk archief.
– Notarisakten (Not) Jean Fr. Van Nuffel, 14.165 (3 april 1745). Rijksarchief Leuven.
– Schepengriffies (SG) 95. Schepenakten van 1772. Rijksarchief Leuven.
– Schepengriffies (SG) 97. Schepenakten van 1773. Rijksarchief Leuven.
– Schepengriffies (SG) 99. Schepenakten van 1774. Rijksarchief Leuven.
– Schepengriffies (SG) 6871. Cijnsboek van de hertog van Aarschot, 1639, met aanvullingen tot 1685. RA Leuven.
Uitgegeven werken
– Coeck, A. Aarschotse huisnamen tot aan het Franse tijdperk en de bewoners van die huizen. In: Het Oude Land van Aarschot, dec. 2007, blz. 188.
– Cumps, J.A. Levensschets van Pieter-Jozef Verhaghen. In: Tentoonstelling Pieter-Jozef Verhaghen, p. 9-30. Aarschot, 1978.
– De Munter, Victor. Pierre-Joseph Verhaghen et son oeuvre suivi d’une notice sur son frère Jean-Joseph Verhaghen. Brussel, 1932.
– Kempeneers, P. Het klokluidersboek van Aarschot 1741-1795, met de namen van meer dan 1250 overledenen. Tienen, 2008. Naar het “Notitieboek van de klokluiders van Aarschot”, manuscript Jac. 645, 100 folio’s, eigendom van dr. H. Jacobs te Tienen.
– Kempeneers, P. Aarschot telde zijn honden. Tienen, 2008, 7 blz. Beperkte verspreiding.
– Kempeneers, P. Aarschot. Plaatsnamen en hun geschiedenis. Tienen, 2009.
– Kempeneers, P. Historische Atlas van Aarschot. Onuitgegeven handschrift 2007-.
– Schroeven, Willy. Catalogus. In: Tentoonstelling Pieter-Jozef Verhaghen. Aarschotse Kring voor Heemkunde 1978.
– Van Buyten, Leo. Sociaal-economische kanttekeningen bij de P.J. Verhaghen-biografie. In: Tentoonstelling Pieter-Jozef Verhaghen, p. 31-58. Aarschot, 1978.