In mijn zijsprokkel 34 beschreef ik hoe Elisabeth Kempeneers in 1552 op de brandstapel om het leven kwam. Ze werd beschuldigd van “vaudooschap oft toverije”.

Ook in latere eeuwen kwamen toestanden voor, die de mensen niet konden verklaren. Meestal werd de duivel als de oorzaak van alle kwalen aangezien. Het overkwam ook graaf Joseph de Ferraris, de bekende kaartenmaker, en zijn vrouw gravin van Ursel. Classicus K. Carmeliet vond de doopakte van dochter Teresia Josepha Maria Anna de Ferraris in de doopregisters van de Sint-Michiel en Sint-Goedelekerk in Brussel. Het kind werd op eenvoudige wijze gedoopt op 7 februari 1779. Het kreeg toen nog geen naam. Vier dagen later, op 11 februari, werd de duivel uitgedreven! De doopakte vertelt er niet bij, waarom men aan de invloed van de duivel dacht. In de plaats van het gebruikelijke “baptizata est” lezen we “exorcisata est” (mikrofilm 1073528). De uitdrijving gebeurde door de bisschop van Namen, Ferdinand van Lobkowitz, in het bijzijn van Eerw. Heer Franciscus Gercken en de pastoor en deken van de Sint-Goedelekerk L. Millé.

ferraris.jpg

Keizerin Maria Theresia van Oostenrijk duidde zelf de doopheffers aan. Zo werden peter en meter: Georgius Adam van Starkemberg, ridder van het Gulden Vlies, en vrouwe Francisca van Starkemberg, geboren als hertogin van Salm-Salm. Teresia was de enige dochter van graaf de Ferraris. Ze kwam de duiveluitdrijving goed te boven en trouwde op 20-jarige leeftijd met Franz Zichy. De familie van De Ferraris was afkomstig uit Piëmont, maar de graaf zelf werd geboren in Lunéville op 20 april 1726. Hij overleed in Wenen op 1 april 1814. Lunéville heeft een speciale band met Tienen, door de verzustering met deze stad. We hebben daarom sedert 1976 een Lunévillelaan.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op donderdag 3 december 2009.