In 1905 deed de h. Gillis een voorstel aan het schepencollege van Tienen. Hij wilde een vest laten noemen naar de overleden burgemeester Louis Vinckenbosch. De schepenen waren het voorstel genegen. Meer nog. Men wilde van de gelegenheid gebruik maken om alle Tiense vesten een naam te geven. Dit gebeurde op 20 januari 1906, zoals we in het Stadsverslag lezen.
De naamgeving steunde op 2 pijlers. De stad wilde oude toponiemen bewaren en tevens enkele populaire figuren eren. Kabbeekse Poort was het vertrekpunt. De vest tussen deze Poort en de Linterse Poort kreeg de naam Boulevard de Cabbeek. De volgende vest werd Boulevard du Slicksteen. Tussen het Sliksteen en de gasfabriek lag de mooiste vest van Tienen, of zoals we in het stadsverslag lezen: “le plus beau de nos boulevards”. Deze kreeg de naam van Boulevard Léopold. Hiermee volgde de stad het voorbeeld van andere steden, “suivant en cela l’exemple de beaucoup de villes du pays”. Uiteraard werd met Leopold de nog levende Leopold II bedoeld.
De vest vanaf de gasfabriek (aan de Slachthuisstraat) tot de brug over de Borggracht kreeg de naam van Boulevard d’Aendoren, ter ere van de belangrijke wijk die aan deze vest grensde, of in het Frans “en l’honneur de l’important faubourg qui le confine”. Voorbij de “rue Victor Beauduin” (= voorheen de Langestraat) lag de volgende vest, in het verslag poëtisch beschreven als “le joli boulevard en berceau allant jusqu’à la rue de Namur”. Dit gedeelte werd Boulevard Vinckenbosch. Uiteraard was Vinckenbosch een bekend persoon, die aan de wieg had gestaan van de suikerfabriek. Vinckenbosch was altijd al gesteund geweest door de liberale partij en dus werd “le nom de cet homme universellement respecté”, gegeven aan de lieflijke vest waar hij had gewoond.
Aan de overzijde van de toenmalige Naamsestraat begon de Boulevard du Moespick, “dont le nom est sur toutes les lèvres”. Inderdaad was Moespik een bekend toponiem in Tienen. De volgende vest werd Boulevard St-Hélène. Voor wie het vergeten is. De naam Ile Sainte Hélène verwees niet enkel naar de verblijfplaats van Napoleon, maar ook naar een bekende herberg die naar dit eiland werd genoemd! Voor de volgende vest dachten de schepenen aan Louis Goossens. Hoewel deze voormalige burgemeester al een halve eeuw overleden was, leefde hij nog voort in de herinnering. Het verslag schrijft over hem in 1906: “Il a imprimé à la vie politique de la cité une impulsion tellement forte qu’après plus d’un demi siècle son esprit et ses tendances dominent encore à cet Hôtel-de-ville où il ne fit hélas! qu’un trop court séjour.” De vest naar hem genoemd, strekt zich uit tussen de Hoegaardsestraat en de Broekstraat. Lange tijd was het gebeente van Louis Goossens op het kerkhof zichtbaar. Toen ik hierover mijn beklag maakte, heeft de technische dienst van de stad onmiddellijk het verzakte monument laten dichtmetselen.
Voor de vest tussen de Broekstraat en de (Oude) Leuvense Poort dacht het schepencollege aan de familie Van den Bossche. Aldus ontstond de Boulevard Vanden Bossche. Vervolgens bleven er slechts 2 vesten over: de Boulevard des Ecoles en ten slotte de Boulevard de Diest. De voorstellen werden eenparig goedgekeurd.
Intussen kregen de Franstalige benamingen al vlug een Nederlandse vertaling. Bovendien verdwenen enkele namen uit 1906. Op 26 februari 1934 werd de Diestsevest vervangen door Koning Albert vesten, naar aanleiding van het overlijden van koning Albert. Zoals bekend, overleed Albert in Marche-les-Dames op 17 februari 1934. Eveneens in 1934 werd de Schoolvesten vervangen door Paul Raeymaeckersvest, die het initiatief had genomen om de schoolgroep der Schoolvest te bouwen. De Vanden Bosschevest verdween in 1935. Koningin Astrid overleed bij een auto-ongeval in Küssnacht op 29 augustus 1935. Al op 7 oktober 1935 werd de naam Koningin-Astridvesten gegeven aan de vest die toen in de volksmond Casinovest werd genoemd. De naam van de vermaarde wijk Aandoren moest wijken op 6 maart 1935. Aandorenvest kreeg toen de naam Julien Bergévest.
In februari 2010 mislukte de poging om de Leopoldvest te vervangen door Kapucijnenvest, een naam die al bekend was in 1858. Leopold II was, zoals uit de wereldliteratuur voldoende blijkt, geen onbesproken figuur. In 1960 kreeg wijlen koning Boudewijn het zelf nog eens te horen van Lumumba, tijdens de feesten voor de Kongolese onafhankelijkheid. Zelf heb ik aan Tiense politici voorgesteld om in 2010 de naam te bewaren, maar met de specifieke toelichting dat Leopold zou verwijzen naar Leopold I, de stichter van België. Hierdoor werden administratieve aanpassingen vermeden, terwijl de stad toch officieel afstand nam van een koning die in Kongo veel leed had veroorzaakt. Tijdens de gemeenteraad in februari werden trouwens allerlei onwaarheden verteld. Zo zou Leopold II zelf zijn eigen vest in 1906 hebben ingehuldigd. Dit is pertinent onjuist, zoals ik trouwens vooraf aan de bevoegde schepen heb vermeld. Leopold kwam wel op 26 augustus 1894 naar Tienen om de nieuwe waterleiding in te wijden. Deze gebeurtenis staat uitvoerig beschreven in het boek “100 jaar waterleiding te Tienen” dat in 1994 werd uitgegeven.
Dr. P. Kempeneers. Tienen, 10 maart 2010.