Over de betekenis van de naam Jodoigne, in het Nederlands Geldenaken, bestaan veel twijfels. We zetten eerst enkele oude vormen op een rij: 1139 kopie 13de eeuw Geldenaken, 1161 Geldenaken, 1164 Geldoniensis, 1164 Geldonge, 1167 Geldonia, 1172 Jodonia, 1172 de Jeldonia inferiore, 1179 Jodunne, 1181 Jodonge, 1194 Jodoingne (Gysseling, 543). De soms geciteerde vorm uit 658 Geldona (Carnoy, 355) is onbestaande (Herbillon, 1986, 84). De oudste vorm uit 1139 staat in het Cartularium van Sint-Trudo, folio 43 en 137 (Rijksarchief Hasselt), meer bepaald bij de opsomming van de kerken in het decanaat Geldenaken: Ecclesie de decania Geldenaken.

307-01.jpg

Volgens een gangbare verklaring is de naam te reconstrueren als het Germaanse collectief *geld-umnjô, met de betekenis “endroit brillant, clair”, vergelijkbaar met “clairière” (Herbillon, 84), dus een open, heldere plaats. De grondvorm is volgens Herbillon (nagevolgd door Jespers, 351), “sans doute” afgeleid van het Germaanse werkwoord *geldan “crier, sonner”, zelf afkomstig van de Indo-Europese wortel *ghel- “briller”, uitgebreid tot *geld. Hoe een stamwoord met de betekenis “schreeuwen, klinken” in een toponiem plots overgaat in de betekenis “blinken, schijnen”, is niet duidelijk. Pokorny (p. 428) geeft voor de wortel *ghel-de betekenis “rufen, schreien”, die aan de basis ligt van enkele vogelnamen. Gysseling (p. 543) gebruikt deze vorm voor de verklaring van de naam Jodion. Dit is de oude naam van de Mignat, bijrivier van de Samber in Soye (Namen). Hij reconstrueert Jodion als Oud-Germaans *geldjon “la sonore”, een afleiding van Germaans geldan, uit Indo-Europees ghel “crier, sonner”. De beeknaam, die op de nederzetting overging, werd aldus genoemd naar het geruis van het water. Bij Jodoigne/Geldenaken geeft Gysseling geen verklaring. Herbillon (p. 84) echter gebruikt de etymologie van Jodion verder als verklaring van de naam Jodoigne.
De uitgang -aken in Geldenaken zou volgens Herbillon (en Jespers) in het Nederlands secundair ontstaan zijn, dus naar analogie van namen als Kortenaken, Vissenaken, Montenaken, Bastenaken. Deze opvatting is niet vol te houden. We moeten vertrekken van de niet geattesteerde vorm *Geldon(i)acum. De oudst bewaarde vorm uit 1139 is al vernederlandst tot Geldenaken. Dit -aken wijst op een nederzetting gevoegd bij een persoonsnaam, zoals in Vissenaken “landgoed van Fasso”, Kumtich “landgoed van Comitius”, Kortenaken “landgoed van Curtius” (zie Kempeneers, in: De Vlaamse Gemeentenamen, 2010). Ook in Geldenaken zit een persoonsnaam, namelijk Geldo uitgebreid met een nederzettingssuffix. Geldenaken betekent aldus “landgoed van Geldo”. Deze Germaanse naam is ook bewaard in de Zwitserse gemeentenaam Geltwil, uit Geldo/Gelto + villare “boerderij van Geldo” (Lexikon, 380).
Taalkundig gaat het om adjectieven, afgeleid van een persoonsnaam en gevoegd bij een niet uitgedrukt substantief zoals villa, fundum, terra, enz. Een mooi voorbeeld geeft Mennen voor Montenaken, dat hij reconstrueert als *(fundum) Montiniacum met de betekenis “(landgoed) toebehorend aan Montinius”. In het Zwitserse woordenboek van gemeentenamen staan talrijke voorbeelden van zulke vormingen. Auboranges bevat de persoonsnaam Alborus, verlengd met het suffix -ingas of -ianicas: “goed van Alborus”. Rarogne komt van *(terra) raronia, “bezit van Rarus”. Icogne is te herleiden tot de persoonsnaam Uccus: *(terra/villa) Ucconia, “landgoed van Uccus”.
In Waalse mond kende het oorspronkelijke *Geldoniacum een eigen evolutie. De uitgang was al in 1172 afgesleten. Bovendien was de medeklinker in de anlaut (begin van het woord) door assibilatie veranderd, zodat de schrijfwijze met J- ontstond: 1172 Jodonia (cf. Herbillon, 1966, 40-42).
Besluit. Geldenaken/Jodoigne betekent “(landgoed) van Geldo”. De evolutie is als volgt te schetsen: in Waalse mond *Geldoniacum > Geldonia > Jodoigne, in Vlaamse mond: * Geldoniacum > Geldenaken.

307-02.jpg

Een toemaatje.
De bekende Grote Molen of Moulin des Rendanges is genoemd naar de ligging in het gehucht Rendange(s). Jammer genoeg beschik ik niet over oude vormen, zodat mijn verklaring van dit gehucht een hypothese blijft. De naam bestaat uit de Germaanse persoonsnaam Rando/Rendo, uitgebreid met het suffix -ingen of Waals -ange(s), en betekent “bij de lieden van Rando of Rendo”. Zie talrijke voorbeelden van Luxemburgse toponiemen op -ingen/-anges in de Handelingen van de KCTD 1928. Vergelijk met het verdwenen dorp Himlingen, met de oude vormen: 1277 Hemelingen, 1278 Hymelenges, 1293 Himelanges (p. 248).

Bondige bibliografie.

– Carnoy, A. Origines des noms des communes de Belgique. Leuven, 1948.
– Gysseling, M. Toponymisch Woordenboek (…). 2 delen. Tongeren, 1960.
– Herbillon, J. Toponymes hesbignons (I- à K-). In: Handelingen van de KCTD, 1966, p. 25-49.
– Herbillon, J. Les noms des communes de Wallonie. Brussel, Gemeentekrediet, 1986.
– Jespers, J.J. Dictionnaire des noms de lieux en Wallonie et à Bruxelles. Brussel, 2005, herdruk 2011.
– Lexikon der schweizerischen Gemeindenamen. Dictionnaire toponymique des communes suisses. Dizionario toponomastico dei comuni svizzeri. Frauenfeld-Lausanne, 2005.
– Mansion, J. De voornaamste bestanddeelen der Vlaamsche Plaatsnamen. In: NGF, Studiën III. Brussel, 1935.
– Pokorny, J. Indogermanisches etymologisches Wörterbuch. 2 delen. Bern-München,1959-1969.
– Vannérus, J. A propos des Noms de lieux luxembourgeois. In: Handelingen KCTD, 1928, 225-263.
– Vlaamse Gemeentenamen (De). Leuven, 2010.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in verkorte vorm in de Publipers op woensdag 2 november 2011.