Op 7 november 1693 verscheen een zogenaamd “placcaert”. Hiermee wilde de overheid de graanvoorraden in steden en dorpen optekenen en de lokale behoeften kennen. In 1693 was het oorlog. Denk aan de bloedige slag bij Neerwinden op 29 juli! Legerbenden plunderden de voorraden van de inwoners, die aldus geen graan meer hadden om brood te bakken of bier te brouwen. De tellingen van de huisgezinnen zijn van groot belang voor de nakomelingen die onderzoek verrichten naar hun stamboom. In zulke telling wordt de naam van het gezinshoofd vermeld. Zo weten we welke families in een dorp of stad woonden in 1693. De tellingen zijn in Anderlecht bewaard in de registers van het “Officie Fiscaal”. Ze zijn ook te lezen op een microfilm in het rijksarchief in Leuven. Sporadisch verscheen een telling in een heemkundig tijdschrift. In 2012 echter nam Jan Caluwaerts het initiatief om tellingen van meer dan 1 gemeente te groeperen. Samen met René Jammart schreef hij de telling van 15 dorpen over, verzameld in een eerste deel van de “Volkstellingen in het Hertogdom”. Deze gemeenten met Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Itterbeek, Pamel, Gooik en andere vormen samen “Het Land van Gaasbeek in 1693”. Het boek, formaat 16 bij 24 cm, 232 blz., is verkrijgbaar bij FamilyResearch te Leuven (te vinden op internet). De bedoeling is om deze reeks uit te breiden naar andere gebieden in het voormalige hertogdom. Zo zorgt Martien Mondelaers voor de namen uit Diest in een boek dat in 2013 zal verschijnen. Ikzelf heb vroeger de telling van enkele dorpen uitgegeven. In het najaar verschijnt echter mijn telling van Tienen samen met een hele reeks dorpen uit de omgeving. Voor Tienen alleen gaat het om 4154 inwoners, die (kloosters inbegrepen) in 799 huizen woonden.
Dr. P. Kempeneers.