Voor wie Meldert bezoekt, vallen 2 bijbelse namen onmiddellijk op: Babelom en Jordaan. In 1843 heette een voetpad in het Frans: Sentier derrière les Jardins de Babelom. Onwillekeurig denkt men dan aan de tuinen van Babylon!

babylon
De eigenaardige naam Babelom is de vervorming van een heem-naam. Franken gebruikten het woord haima “heem” om een woonstede aan te duiden. Het eerste lid is dikwijls de naam van de stichter. Denk aan Breisem (woning van Breidin), Bruinissem (heemnaam bij Brunin), Dienem (woonstede van Theudo), Gorgem (woning van Goderik).

Voor Babelom zet ik enkele oude vormen op een rij. Merk hierbij op dat de n langzaam verandert in l: 1290 te bebbenneem, 1308 gerardus de bebleem, 1336 in bebbenheem, 1454 te bebbenem, 1514 Bebbelim, 1557 te bebliem, 1569 te bebbenem, 1639 tot Bebbelem onder Meldert, 1669 tot Bebbelen, 1700 tot bebbelem, 1706 tot Beblum, 1726 te bebbenen, 1757 Bebbelom, 1761 Bebbelen, 1761 Bablem. Vanaf 1792 komt de bekende vorm Babelom voor.

Babelom ontwikkelde zich uit Bebbenheem, te reconstrueren als Oud-Nederlands *Babbinc-haima, “woonstede van de lieden van Babbo”. Vergelijk met Babbecroy, nu de Babbelkroon in Kontich, in de 16de eeuw geschreven Babbinc rode, “gerooid bos van de lieden van Babbo”.

De Jordaan(beek) ontspringt in Honsem, scheidt Meldert van Willebringen en mondt in de Mene uit. De attestaties zijn jong: 1815 Ruisseau dit Jordonne, 1843 le ruisseau dit Jordaen, 1845 Jordansche Beek, 1877 Jordaen, 2000 Jordaanbeek. Deze naam gaat mogelijk terug op de persoonsnaam Jordaans. Een Willelmus Iordaens komt al in 1340 voor. Onverklaarbaar is echter het feit, dat Jordaan als beeknaam pas na 1800 voorkomt.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op woensdag 14 mei 2014.