Hoe oud is een waternaam? Een goed verstaanbare naam zoals Glabbeek (uit Gladbeek), Vaalbeek Holsbeek, Kor(t)beek, is zeker jonger dan de Velpe, de Gete, de Dijle, de Herk of de Demer. Sommige oude waternamen zijn eeuwen voor Christus ontstaan. Oude riviernamen zijn geen samenstellingen, maar afleidingen. We kunnen ze vertalen als “de bochtige, de zwarte, de donkere, de gele, de bruisende”. Om een naam te verklaren, gaan we uit van de oudste betrouwbare vormen.

Tienen_Grote_Gete
Voor de Gete zijn dat: 956 (kopie 13de eeuw) super fluvium Gatia, 1091 Iace, 11de eeuw Jetta, 1108 Gace, 1312 die Ghete, 1320 le Jauche, Geten, enz. We vinden dus vormen met aanvangsletter G (Gatia, Gete) en met J (Iace, Jauche, Jetta). De oude vorm kreeg namelijk een andere uitspraak in Waalse en Vlaamse mond. Zo heet het dorp Jauche in het Nederlands Geten. Jauchelette is een verkleiningsvorm van Jauche. Dat blijkt duidelijk uit de Latijnse vertaling uit 1220: de Jacea minori. Volgens Gysseling is de oorspronkelijke vorm Jatia. Deze leidt hij terug tot de stam *ajat- (verkort tot jat-), uit de wortel -ej, -aj, met de betekenis “schitterend, inzonderheid roodbruin”. Vertegenwoordigers van deze vorm zijn Jette bij Brussel en Jabbeke bij Brugge. De naam Gete kan betekenen “de bruine”, wegens de opvallende kleur. Een andere mogelijkheid is om Gatia te beschouwen als de verlatijnsing van Germaans *Gatjô. Dit is een afleiding met j-suffix van het Germaans *gata “hol, gat, opening”, te verbinden met *gatwôn “straat, hoofdweg”. De j in de uitgang zorgde voor de umlaut. Gatjô werd aldus Gete. Deze naam komt overeen met de Getel in Duitsland, door Greule verklaard als een afleiding van *gata.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op woensdag 30 juli 2014.