In mijn boek over Kerkom (2012, 71) bespreek ik het eigenaardige toponiem “Ginderdoor”. Ginderdoor is een groot gebied aan de oorsprong van de Spelthofbeek. De naam is ook bekend in Alphen-Chaam in Noord-Brabant (NL). Het betekent “verderop, meer naar ginder”.

Ginderdoor doet mij denken aan familienamen die Debrabandere in zijn Woordenboek van Familienamen citeert, zoals Van Beneden, of Ginderachter, Ginderboven, Ginderbuyten, Ginderdeuren. Uiteraard zijn deze namen ontstaan door verwijzingen naar personen, die ergens anders woonden, bijv. lager of hoger of ginder. Hierbij kunnen we ons niet veel voorstellen.

Molens

Een duidelijker voorstelling krijgen we wel bij de beschrijving van de watermolens en sluizen op de Zenne tussen Brussel en Mechelen. In de Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen (2013), staat een lijvig artikel geschreven door Paul Behets. Dit artikel gaat over de strijd om het behoud van de Brabantse rechten in Hombeek en het belang van de Zenne in dit geschil.

Om de scheepvaart op de fel kronkelende Zenne te bevorderen, werden sluizen gebouwd. Dit had wel tot gevolg dat sommige molens slecht functioneerden. Daarom spraken de molenaars en de schippers met elkaar af, wanneer de “sluismerkels” mochten worden ingezet om het water op te houden. Zo spraken ze onder elkaar over “die van ginderachter, die van ginderboven, die van ginderdoor, die van beneden”. Het hoeft ons niet te verwonderen dat een naam als Van Beneden (= stroomafwaarts) al in de 14de eeuw voorkomt in Heffen, Hombeek en Grimbergen.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op woensdag 22 oktober 2014.