Jozef De Bruyn uit Meensel-Kiezegem bezit een interessant document van 19 bij 16 cm. Het is een brouwersboek met de rekeningen voor geleverd bier van 1827 tot 1838. Het boek telt 107 bladzijden en wordt op de achterzijde in 1851-1853 met 10 bladzijden aangevuld door Jean Joseph Vander Meeren. Deze schrijft hier letterlijk: Deezen Boek heb ik in gebruyk voor Memorie aengaende het uytgeven en van alle kosten. Kieseghem Sinxen 1852. In hetzelfde handschrift lezen we op de voorpagina in het Frans volgend grapje: Un ivrogne qui avoit passé le jour à boire, disoit qu’il alloit y ajouter la nuit pour ne pas sentir le vin de la veille. (Vertaling: Een dronkelap die zijn dag met drinken had doorgebracht, zei dat hij er de nacht nog ging bijdoen, om de wijn van de vorige avond niet te voelen.) Het document hoorde toe aan de familie Vander Meeren. Op de pagina 15 staat: 1828 geleverd bier aen mynen vader I.V.D.M. Dit is de afkorting van J. Vander Meeren. In de aanvulling lezen we Aaengaende de kosten van bier van Vollen, voldaen 4 vaten op 23 juli 1851 inde brouwery (getekend I.I.V.D.M.), verder: voldaen op 25 mey 1852 in zyn huys door myn zuster V.V.D.M., en verder op 12 août 1852 een ton van 5 francs seffens betaeld aen Vollen in de brouwery.
Jozef De Bruyn bezorgde mij een deel van zijn stamboom waardoor het raadsel van de verwantschappen werd opgelost. Guibertus Raeymaekers, geboren in 1774, was pachter en brouwer op het Hof van Kiezegem, dat toebehoorde aan baron Le Roy de Valanglart. Hij was getrouwd met Anna Christina Lowet, die in 1811 overleed. Het boek met de kerkrekeningen, bewaard in de abdij van Grimbergen, vermeldt op 3 mei 1817 een jaargetijde voor Guibertus Mattheus Raemaeckers en zijn eerste vrouwe Anna Christina Lowet (p. 168-170). Guibert hertrouwde, maar stierf al in 1814. Zijn tweede vrouw Anna Elisabeth Wouters, geboren in Sint-Joris-Winge, zette het bedrijf verder. Ze hertrouwde met Petrus Jozef Vander Meeren. Deze tekende vanaf 1827 de leveringen op in het brouwersboek dat nu eigendom is van Jozef De Bruyn. Er is geen twijfel mogelijk. Het gaat om de verdwenen brouwerij gelegen naast de vijver in het voormalige Hof van Kiezegem, tussen de Kerk en de Pastorie. De brouwerij, 50 ca groot, met het kadasternummer A 76, was in 1845 eigendom van Devalangnaer te Parys (Atlas Buurtwegen).
De levering van bier gebeurde in Kiezegem, maar ook in de omliggende dorpen Lubbeek, Tielt, Winge en Meensel. Ik geef enkele voorbeelden uit het boek.
• Den 4 april 1827 geleverd een halff ton bier aen J. de Ruyter koster in Winge St George, 5 ketels aen 7 stuyvers goed, en voorder kleyn bier – 2 gulden 3 stuyvers.
• 30 junij 1827 J. Dreyers een ton goed bier geleverd ter somme van 7-0-0. [Volgens J. De Bruyn was Jan Dreyers in het dorp bekend als een kruidendokter.]
• 1827 P. Trompet geleverd bier 4 augusti een ton goed bier ter somme van 7-0-0; 27 9ber een punsam bier – 10-10-0. [Trompet woonde tegenover de kerk, kadasternummer B 206 met hierbij een tuin en een boomgaard, op de hoek van de Kerk- en de Tieltsestraat. In 1711 vergaderden de wethouders tot kisecom ten huijse genaemt de trappekens (SG 6396bis), zo genoemd naar trappen die naar het woonhuis leidden. Ook na de afbraak in 1959 bleef het huis de naam “Bij Trappes” bewaren (inlichting Geert Daenen).]
• 8 januarius 1828 Michaël Vuerinckx een punsam bier drijquaert – 5-2-0. [Het woord punsem of punsam heb ik in geen enkel woordenboek teruggevonden. Het is waarschijnlijk een inhoudsmaat, kleiner dan een ton.]
• 1828 Meyer van Meensel [= meier Kenes] 19 9bre een ton goed bier – 7-0-0; idem een ton drinke bier 3-0-0.
• 1829 Jacobus Cokx, 6 feb. een ton 5 goed – 3-10-0. Met hem gebrouwen 27 meert 1829 zoo dat hy te goed vind 15 ketels goed bier.
• 1830 Arnoldus Siemons, 3 7ber een ton half en half – 5-0-0. [In 1783 wordt al de herberghe van Arnoldus Simons aangehaald (Schepengriffies 6037). Deze herberg stond op A 29 aan de noordzijde van de Tieltsestraat.]
• 1829 Van der Meeren Lubbeek, 14 9ber een punsam en een ton – 14-0-0.
• 1830 Mathijs van Langendonk 1830, 7 xber een ton 5 goed – 3-10-0. Gebrouwen 30 meert 1831 met id. en gerekend zoo moet ik hem nog geeven een punsam 10 goed. 19 9ber voldaen.
• 1836 Francis de Bruyn maelder, 17 augusti een ton 7 goed – 3-18-2. [De Bruyn was molenaar op de windmolen in Kiezegem.]
• 1838 W[eduwe] Trompet, 18 7bre een half ton goed, voor de uytvaert van P.V.D.M. [= Peeter vander Meeren] die wy aldaer geleyd hebben voor de toeverzogtene famille en gebueren en vrienden, te weeten alsdat zy moet onthouden hoe veel dat zy er zal van afgetapt hebben en voorders te betaelen het geen er nog opblyft (in de rand: rest nog 4 gulden).
De laatste rekening heeft betrekking op de “drink” na de uitvaart van Petrus Vandermeeren in 1838.
In 1853 noteerde J.J. Vander Meeren betalingen die hij deed samen met M.C. Raymaekers. Jan Jozef was de zoon van Petrus Jozef Vandermeeren en Anna Elisabetha Wouters, de tweede vrouw van Guibert Raeymaekers. Anna had een dochter, Maria Catharina Raeymaekers, geboren in 1814. Zij was dus de halfzuster van Jan Jozef Vandermeeren. Anna Elisabeth Wouters overleed in 1853. De rekeningen op de achterkant komen van Jan Jozef en zijn halfzus Maria Catharina. 74 gulden en 2 stuivers gingen naar de pastoor voor begraefnis en Uytvaert, verder 2 gulden en 12 stuivers voor een zingende Lieve vrouw mis en 2 lezende, enz. Wie gestorven is, staat niet in de tekst, maar met de gegevens van Jozef De Bruyn kon ik de puzzel aanvullen. De halfzus trouwde met Petrus De Bruyn. Jan Jozef Vandermeeren trouwde met Albertina Dillemans. Hun dochter Maria J. Vandermeeren trouwde met Lodewijk De Bruyn, de grootvader van mijn tipgever Jozef De Bruyn.
Interessant is het hoofdstuk aengaende het opnemen der deyling. De waarde van de te verdelen stukken wordt nu uitgedrukt in franken en centiemen. In totaal gaat het om meer dan 64 items. Ik noem er enkele als voorbeeld: een glazen schap, een staende orlogie, een stoof, zes houte stoelen, een botervat, vier yzere ketels, een beddekoets, een steenen houillebak, in huys 2 schappraye, 9 kroegen en stoopen en teylen, putketing met gritzel en gaffel, balance en gewigten, timmermans gerief, brauwriek of gaffel, 1 kraeywaegen. Hierbij komen ook dieren: een verken, een kleyn luupkje, een merri peerd zwart, een merri veulen bruyn.
Op 21 januari 1839 kozen de schutters Raenier (of Remy) Josephus Vollen tot kapitein. Hij werd geboren in Sint-Pieters-Vissenaken op 25 juni 1808 (inlichting Geert Daenen). Na de dood van Petrus Jozef Vandermeeren in 1838 werd hij pachter van het Hof van Kiezegem en tevens brouwer. Hij overleed op 12 februari 1878. In 1882 vermeldt Alph. Wauters (1882, p. 36) dat de brouwerij in Kiezegem uitgebaat werd door de h. V.J. Vollen. De brasserie was dépendante de l’ancien domaine seigneurial. Het gaat dus nog steeds over de brouwerij in het Hof van Kiezegem. Remi Vollen werd opgevolgd door zijn zoon Ludovicus, geboren in Sint-Pieters-Vissenaken op 20 juli 1829. Hij stierf in Kiezegem op 4 februari 1894. Een dochter van Remi Vollen, Joanna Rosa Paulina werd ook nog in Vissenaken geboren, op 28 augustus 1836. Het kind overleed in Kiezegem, 9 jaar oud, op 5 augustus 1845. Een tweede zoon, Augustinus Vollen, zag het levenslicht in Kiezegem op 26 december 1841. Hij overleed jong op 31 mei 1867, 26 jaar oud. Uit de datums van de geboorten, het “inkomen” van Remi in de schuttersgilde en de dood van Jan Jozef Vandermeeren blijkt dat Remi Vollen het Hof van Kiezegem en de brouwerij huurde vanaf eind 1838.
De volgende generatie Vollen heeft het niet slecht gedaan. In 1970 publiceerde Cécile Haugen een artikel in het tijdschrift Brabant (nr. 5, blz. 22-27). Hierin schreef ze op blz. 25: “Bejaarde lieden weten nog te vertellen dat in de tijd van burgemeester Vollen ’s morgens zeventien koppels paarden, gespannen voor bierwagens, het domein verlieten”. Informatie over het Hof haalde zij uit het werk van Alph. Wauters (1882, p. 33-43). Pater Frans Claes nam in 1981 gegevens uit het werk van Haugen en Wauters over (Oost-Brabant, 1981, p. 129-131).