Het verhaal
Op een zolder in Asse kwam een Signalement te voorschijn, in een brief gericht aan de burgemeester van Zellik in 1837. Ik kreeg het document van classicus K. Carmeliet uit Leuven. De verdachte was Jean Henri Reynaerts, geboren in Tienen op 13 augustus 1784. Hij werd gezocht voor oplichting ten nadele van Pierre François Vandewinckel te Brussel in 1835. Recentelijk woonde Reynaerts in Sint-Agatha-Berchem, een gemeente gelegen naast Zellik. De procureur des konings gaf op 4 januari 1837 een beschrijving van de persoon en verzocht de officiers van politie om de man aan te houden. Ze moesten wel oppassen, want de gezochte was behendig.
In januari 1837 was Reynaerts 53 jaar oud. Hij was 1,68 m groot en had verder een normaal postuur. Of meer gedetailleerd: het was een man met bruin haar en bruine wenkbrauwen, hoog voorhoofd, bruine ogen, grote neus, gewone mond, platte kin, ovaal gezicht, gekleurd aangezicht, en normale lichaamsbouw.
Tekst
Signalement
de Jean Henri Reynaerts, prévenu de faux et d’escroquerie au préjudice de Pierre François Vandewinckel, à Bruxelles en 1835.
Né le 13 août 1784 à Tirlemont, domicilié en dernier lieu à Berchem Ste Agathe: cheveux bruns, sourcils idem, front haut, yeux bruns, nez grand, bouche ordinaire, menton plat, visage ovale, teint coloré, corpulence ordinaire, taille 1 mêtre 68 centimêtres.
Le Procureur du Roi à Bruxelles invite tous Officiers de police judiciaire à rechercher et à arrêter l’individu ci-dessus désigné et à le mettre, le cas écheant, à sa disposition.
Le prévenu est un homme adroit, il faudra procéder à son arrestation avec prudence et fermeté.
Bruxelles le 4 janvier 1837.
Le Procureur du Roi, V. Delecourt, subst.