uit de rekeningen van de O.L.Vrouwkerk 1737, opgetekend door dr. Paul Kempeneers
Technische fiche
In het manuscript 870 van dr. Hans Jacobs te Tienen staan de onvolledige rekeningen van de O.L.Vrouwkerk in Diest uit 1737 met latere aanvullingen. Het handschrift omvat de folio’s 44 tot 163. In deze transcriptie heb ik een aantal relevante lemma’s met plaatsnamen overgenomen. Bovendien zijn de namen van de betalers interessant voor de genealogen. Gemakshalve heb ik de lemma’s genummerd om verwijzingen mogelijk te maken.
Fragmenten uit het handschrift
1. D’erfgenamen Peeter Lodien te weten Elisabeth Lodien, weduwe Andries Coppal, van haer huijs gestaen int begin van de beverstraet genaempt de witte Leirs regt. Adriaen van Arenborgh noord, ende suster Margareta Lodien met haer huijs genaempt het Paradijs suijdt (f. 45).
2. D’erfgenamen van wijlen audt Borgemeester Paulus Ferdinandus vanden Goedenhuijsen bij verkrijgh van jouffrouw Cath. vanden Goedenhuijsen voor Ambrosius Zoers van een half boinder bempts geleghen buijten die vestere poerte in de merckbempden (f. 46).
3. Antoon Pools volgens acte gepasseert voor den Notaris G. Clercx op 6 7ber 1745 ende realisatie voor schepenen alhier op 1 xber 1745 op sijn huijsinghe hof etc. te vorens maer een huijs genaempt de Witte Gans regt. den Heer schauteth Joes van Zurpele ende d’erfgenamen Peeter Cocx gestaen op den langhen steenwegh (f. 46).
4. D’erfgenamen Wauter Jacobs (nu Maria Jacobs weduwe Henrick Eijckermans, nu Elisabetha Eijckermans) van hun huys ende erfve in de beverstraet staende tusschen de raepe en d’erfgenamen Geert vanden Broeck volgens de brieven daer van synde de dato 29 may 1645 by transport verkreghen teghens Jouffrouw Catharina Cordeys op 27 Julii 1703 (f. 47).
5. Peeter Janssens, voor de weduwe Lenaerdt vanden Boom, eertijdts Henrick Speckhauwers, van syn woonhuijs ende erfve inde beverstraet, genaempt den groenen schildt, en somwijlen die horens, regt. Ant. di Martinelli, en d’erfgenamen Aert Borghers, jaerlycx ten penninck 18 = 25 guldens bekent voor schepenen alhier door den voorschreven speckhauwers op 9 augusti 1603, ende bij transport verkreghen teghens d’erfgenamen Wauter Cordeys op 20 meert 1703 volgens acte gepasseert voor den Notaris Vreven en voor schepenen alhier op 13 april 1703 (f. 48).
6. Weduwe Jan Albrechts by coop (Jouffr. weduwe Mertens by coop) voor Henrick Puenens voortyts Jan Lambrechts, van haer landt buijten de koijpoert int schuerbroodt block groodt ontrent een zille, regt. het Clooster van St. Annendael, de groenen wegh, d’erfgenamen Steens ende het Beggijnhof alhier, genaempt het Schuerbroodts block (f. 49).
7. Jouffrauw Elisabetha Theresia Auwercx beggijntien alhier volgens acte gepasseert voor den Notaris Jan Bapt. Louijs in dato 27 7ber 1743 ende realisatie voor schepenen alhier op 5 maij 1744 bekent op haer huijs op den hoeck van de Visschersstraet genaempt de drij Coninghen eene rente van ses guldens … ende tot onderpandt seker huijs met den hoppegaerdt gestaen bij die vestere poerte regt. Mevrauw Rademaker, de scheijbempden etc. (f. 49).
8. Buijten Renten. Jan van Nerum tot Waenroy by coop (nu Barth. Jacobs tot Waenroij) van Jan vander Heijden van onderhalf zille int Rattenborgh onder Waenroy geleghen (f. 50).
9. D’erfgenamen Jan Cools ende Jan van Meldert van ontrent de 40 roeden landt te vorens twee wijngaerden geweest geleghen buijten die Schaluijn Poerte onder Caggevin naerden kant vanden Dorrenbergh regt. Bernaerdts Clooster, Jan Thomas ende Gielis Gielis in bijde de sijden (f. 53).
10. De P.P. Carthuijsers tot Zelom bij evictie teghens den Heer Colonel vander Straeten van 121 1/2 roeden landt bij de aude kerck tot Zelom geleghen genaempt Meester Peregrins hofken, regt. oost, suijdt, ende westen Claes Vrancken, nu de voorschreven Carthuijsers, ende gemijne straet west (f. 56).
11. D’erfgenamen Jan Guedens (nu Peeter Vaes) van hun huijs, hof ende sijne toebehoorten gestaen tot Zellick, genaempt den Boerendansch regt. de straet in twee sijden (f. 57).
12. Jan Derdevelt tot Sichem nomine uxoris voor Adriaen, Jan ende Michiel Rummens gebroeders, ende Simon Verstraeten halven broeder, van sijn woonhuijs, hof, ende sijne toebehoorten, gestaen op den hoeck vande Merckt tot Sichem over den Moriaen, regt. Antoen Goedthuijs, ende Gielis Truyens, ende voor onderpant, seker huys schuere ende stallinghe met sijne toebehoorten gestaen binnen Scherpenheuvel in d’achterstraet regt. Guill. Gaiou, Daniel Goris en Stadts vesten alles volgens acte gepasseert voor den Notaris Vander Straeten op 28 9ber 1690 (f. 59).
13. Sebastiaen van Baelen bij coop van d’erfgenamen Anna vander Maerten van ontrent de 30 roeden landts geleghen buyten die Schaffensche poerte ten aerde aenden steenwegh regt. d’erfgenamen Mart. Zereso west, den steenwegh suijdt, ende Francis van Sweevelt oost nu door den voorschreven Van Baelen met een clijn huijsken bebauwt (f. 60).
14. Hier volgen de Corpora. Sint Joris Gulde (nu Andries Peeters bij coop) volgens brieven vanden 6 maij 1740 op seker huijs gestaen alhier op de botermerck genaempt de Witte pluijm, regt. de drij musketten en d’erfgenamen Jan vande Plas in wedersijden met de erfve daer aen geleghen, ende noch tot onderpant, sekeren hoppegaerdt geleghen opden alderhijlighen bergh, regt. den Borgemeester Daels oost, de weduwe Carel Rijmenants, Sieur Guill. Georg. Berrewauts ende de straet (f. 61r).
15. De Stadt Diest volgens brieven vanden 7 meert 1696 jaerlycx op Stadts paenhuijs penninck 25 (f. 64).
16. Den Heer van Diest bij transport verkreghen teghen Jan Ruelens van eene erfve geincorporeert inde Warande (f. 66).
17. Erfv coren Pachten, bestaende in vijf mudden coren jaerlycx, nu verdijlt in ses deelen als volght. Nota dese ses naer volgende deelen sijn maer een stuck landt genaempt den cropshof onder Lumpnen bij het Hamel geleghen regt. het goedt vant Hamel westen, den pleijwijer ende den gemijnen aert suijden, den Heer van Lummen oost. Gielis Smolders, voor Peeter Rijnders, te vorens Peeter Iden van ontrent acht vat saijens landt, geleghen bij het Hamel tot Lummen regt. Mijnheer Petrus Franciscus Chijssens Priester ende Henrick Stevens (f. 69).
18. Gronden van Erven. Eerst een half boinder geleghen int Halens broeck de hellight hier van gelaeten bij testament door Niclaes van Blanckelaer aen dese kercke ende de andere hellight aen den grooten H. Geest alhier regt. het groot Gasthuijs van Diest. Dus maer een zille voor dese kerck (f. 77).
19. Vijf vierendeelen geleghen int Zelckers broeck regt. den exteren bempt, d’erfgenamen Jan van Eck in de Schoep (f. 78).
20. Twee en een half zillen geleghen int Goirbroeck onder Zelom, regt. oost de straet, west de kerck van Zelom (f. 79).
21. Zeloms broeck vijfthien vierdelen, achter volgens brieven daer van sijnde de dato 1558, heeft de kercke int begin vant Zeloms broeck 133 roeden waerbij … 16 bij mangelinghe teghens die Paters Carthuijsers van Zelom alnoch verkreghen 242 roeden daer neffens geleghen, soo dat dese pleck nu te samen groodt is vijfthien vierdelen, regt. vande geheele pleck westwaerts die drij geswaijen, suijden den Demer, oost de kercke van Zelom, noordt het nieuw Canael, dese 242 roeden gekomen vande P.P. Carthuijsers sijn gemangelt teghens eenen vredebempt geleghen als nu inden grooten bruel bij die sluijse van Zelck (f. 80).
22. Een zille int Diestersch broeck regt. het Groodt Gasthuijs, den Demer ende het Clooster van Herkenrode (f. 81).
23. Een half boinder int Molenstede broeck, regt. den Lijdtgracht, het Cappittel Sancti Sulpitii (f. 82).
24. Een half zille int middelbroeck onder Sichem door jouffr. De Croeser bij legaet aen dese Kercke gemaeckt (f. 83).
25. Een half boinder int Dalensbroeck tot Holeden geleghen regt. die Velpe, den Heer van Holeden ende de straet (f. 84).
26. Een boinder bempt onder den kalveren bergh geleghen tusschen den Lijdtgracht ende de swerte beke regt. den Lijdtgracht noordt, Sieur Paulus Severyns oost, den dijck suijdt ende het Kimpen Godtshuijs west (f. 86).
27. Een half boinder int Diesters broeck bij den soeten hoeck regt. weduwe schepenen Hermans noordt ende oost, d’erfgenamen Niclaes Wauters tot Brussel met Jouffr. Van Roy ende den Demer suijdt ende den Demer oock west, ende het weesenhuijs (f. 89).
28. Ses zillen schaerbosch der maete onbegrepen geleghen tot Schoonebroeck onder Beckevoert, regt. den Prelaet van Perck oost, Michiel Beggijn, Eustaes Salien, d’erfgenamen Niclaes Hijlen ende d’erfgenamen Henrick Mynckens (f. 90).
29. Item ontrent onderhalf zille schaerbosch geleghen tot Rijnrode genaempt het melckbosken (f. 91).
30. Lamber de Greef bij evictie (nu de weduwe Henrick van Straelen bij coop gebeurt anno 1760 condities van vercoopinge gepasseert voor notaris Dimartinelli) voor Baltasar de Rap, voor Henrick van Hoef voortijts Christiaen vanden Goedenhuijsen van sijn woonhuijs op den Langhen Steenwegh genaempt den gulden Pot regt. Sint Joris, ende Sinte Pieter jaerlycx Palmarum (f. 111).
31. D’erfgenamen Joris Vermeulen (nu Jan van Straelen, nu Jan Bruijnicx bij transport gebeurt anno 1737 bij acte gepasseert voor notaris Clercx) van hun huijs gestaen op den Langhen Steenwegh genaempt den Swerten rinck regt. de drij mastellen ende d’erfgenamen Peeter vander Heijden (f. 112).
32. D’heer Anthonius Cools etc. van sijnen bempt bij die gevangene poorte reg. de swerte beke ende een clijn straettie loopende naer de swerte beke, rest 1772. Den selven etc. van sijne schuere int schallie broeck reg. de refugie van everbode. Jouffr. de weduwe Moons etc. van haer huijs bij Mariendal reg. P. Cocx suijdt. (f. 112 los blad).
33. Weduwe Cornelis Matthijs (nu Jan Baptist Peeters bij coop, 14 okt. 1765, notaris Dimartinelli) van haer woonhuijs inde Schotelstraet genaemp den clijnen ijseren man regt. Capitijn Vlaijen ende de weduwe Adriaen Moostermans (f. 114).
34. D’Eerweerde P.P. Augustijnen voor Wauter Goevaerts van een erfve daer eertijdts een huijs opgestaen heeft regt. de cattestraet (f. 115).
35. D’erfgenamen Petrus Stramot voor Jacques Swinnen eertijdts Jan Boonians van een ledighe erfve daer eertijdt een huijs opgestaen heeft geleghen in de Nieuwstraet regt. d’erfgenamen Baltasar Stijgers ende nu Mich. Stijgers in plaets van d’erfgenamen Francis Peeters (f. 116).
36. D’erfgenamen Baltasar Stijgers te voren Jan Schauvoets op hun huijs, hof ende allen sijne toebehoorten gestaen in de Nieuwstraet, regt. Joannes Witten ende d’erfgenamen Peeter Stramot verkreghen bij transport van Margariet Bosmans volgens acte gepasseert voor den Notaris Vander Straeten op 3 9ber 1683 (f. 117).
37. D’erfgenamen Martinus van Dueren van hun huijs op den hoeck vande Wolvestraet genaempt de raep regt. d’erfgenamen Henrick Jentis ende de weduwe Henrick Eijckermans (f. 118).
38. D’erfgenamen wijlen den Borgemeester Henrick Gillon voor Henrick Vrancx eertijdts Niclaes Smijers van hun huijs inde beverstraet regt. de drij nonnen ende Francis Goedts (f. 119).
39. Borgemeester Franciscus Libens van sijn huijs in begin vande beverstraet neffens sijn woonhuijs de Gulde Son ende Thomas van Arenborgh (vervangen door: Bartholomeus la Vallois), 2 april 15 guldens. Dese renthe is bij transport verkreghen teghens Gielis Segers voor de touchte ende Jan Segers voor de proprietijdt op 22 april 1716 volgens acte gepasseert voor den Notaris Petrus Segers (f. 120).
40. Peeter Poelmans (nu Joannes Kelchtermans) voor Peeter Swinnen voor Franciscus Lippeloo van sijn huijs op de groote merckt genaempt den ijseren man regt. de roos ende het groenhuijs (f. 123).
41. Capitijn Henrick Sroijen voor d’erfgenamen Jouffrauw Catharina Witten voor Jan Witten van sijn huijs in de cabbaretstraet genaempt den gulden Hamer, regt. het vleeschuijs ende de Pauw (f. 124).
42. Jouffrauw Cattoe de Hertoghe (nu Doctor Michiels bij coop, notaris Martinelli ante 1767, nu de kinderen van Ludovicus van Ryckel by coop gedaen hunne vaeder) voor doctor Swinnen uxoris nomine voor Jan Sweerts eertijdts Goevaert vander Straeten voor Andries Swinnen van haer huijsinghe teghen over Sint Catlijne brugge waer van een deel is toebehoorende aen d’erfgenamen Geert vander Weerden (f. 125).
43. Mevrauw De Rademaker te vorens weduwe Peeter de Mareé ende de weduwe Peeter Cocx eertijdts Jan Hendricx van haeren bempt int Poterom regt. de swerte beke ende de straete in twee sijden, het Clooster van Sint Annendael met noch differente andere (f. 125).
44. D’erfgenamen vanden Heer Pensionaris van Zurpele voor Govaert vander Straeten voortijdts Henrick van Hoef tot Herck van hun landt aenden oodtmoet … ende noch een stuck landt op den Dorrenbergh (f. 127).
45. Mijnheer Hubertus Immens tot Thienen voor Doctor Goosens voor den Mijer Dirick Fierens van ontrent een half boinder landt buijten de Lovensche Poorte nu hoppegaert ende hoflandt regt. een clijn stratien loopende naer den Alderhijlighen bergh west (f. 128).
46. Buijten Renten. Peeter Neutens tot Sichem (nu Sebastiaen Jannes) voor Jan de Moet, voor den Luitenant Daoust, voor Capitijn Meeuws voor Joncker Potter, voor Jan van Schaijbroeck, te vorens Jan Mombers van sijn huijs hof en landt geleghen bij de Diestersche Poerte, groot t’samen ontrent een half boinder, regt. de straet oost, het corenstraetien noordt, het meststraetien loopende naerden vesten west, en d’erfgenamen Adriaen Becx suijden jaerlijcx te kersmisse (f. 135).
47. Jacobus de Vos tot Sichem uxoris nomine (nu Joannes Verswollen Daniels sone) voor Daniel Verswollen met Andries Luijdtgaren voor Jan Claes, voor Adriaen van Loven voor Jan Swinnen voor Aert Gijsens van sijnen bempt onder Sichem aent ijnde vanden Sichemschen Dijck, groot ontrent een boinder der maete onbegrepen genaempt het Langh eussel, regt. den H. Geest van Sichem noordt, den Meulenbergh … volgens brieven de dato 1482 (f. 136).
48. D’erfgenamen Huijbrecht Goosens tot … (Huijbrecht Robijns Touchtenaer, nu Jan Jentis) voor Jan Dademans als getrauwt hebbende Maria Aerts, Dochter Matthijs Aerts, voor Frans Peelenders voor Aert Postelmans, voor Christiaen Duijms, voor Wilm Lausenrijs ende Jan Geerts, voor Peeter ende Jan van Nobel, daer voor Mues, Aert ende Henrick Custers drij gebroeders welcke drij gebroeders hebbende gicht gedraeghen als hier in margine, ende dat aen eenen aenkel ende eussel geleghen tot Tiewinckel ofte Laer onder Lummen ende noch aen huijs ende hof, regt. de straet oost, Coenradt Sneeuwers suijdt, beneficie … west, ende de kinderen van Adriaen Aerts noordt. (In de marge) gegight op den 3 Junii 1484 in de buijten bancke ter Loonsche eerde tot Lummen (f. 137).
49. D’erfgenamen Wauter Schepmans tot Halen voor Christoffel Raedts van een half boinder landt geleghen op den Saevelkuijl, regt. de Herbaen ter eenre, d’erfgenamen Jaspar Guedens den Autaer Mariae Primae binnen Halen, ende noch op vijf vierendeel landt geleghen aenden Merten bergh bij die schijthaeghe, regt. den Persoon van Zellick, d’erfgenamen Peeter de Bruijn den auden, ende Emerentiana vanden Vinne, waer van den eersten valdagh is geweest, 1 9ber 1660 (f. 138).
50. Henrick Geerts (nu Christina Bosmans weduwe van wijlen Arnoldus Grootjans woonende tot Schaffen bij coop, waevan de acte ende conditien gepasseert voor schepenen van Caggevinne op 6 april 1768 zynde vercoght op den last van dese rente), voor Jan vanden Rauwijcken Wauters sone van drij zillen bempt geleghen tot Kelberghen onder Schaffen regt. Henrick s’Hertoghen, de beke ende d’erfgenamen Henrick vanden Mortel (f. 139).
51. Jan Baptist Binnemans met Theresia Schabmans gehuijschen ingesetenen van ijnthaudt van hun woonhuijs, shuere, met allen sijne toebehoorten gestaen onder ijndthaudt, regt. Antoen Daems, Adriaen Wauters, de Heijde ende Jan Mertens. Item van alnoch een half boinder landt daer bij geleghen met noch onderhalf zille alles volgens acte gepasseert voorden Notaris J. Baptist van Dueren op 30 8ber 1723 (f. 140).
52. Gronden van Erfven. Eerst een half zille bempt onder Caggevin Kempens tot Reppel geleghen, regt. Mevrauw de Rademaker, Jan Boogaerts van Diest, ende Henrick Wellens nu Goris Peeters ende de reppelsche straet (f. 144).
53. Neghen zillen landt in het ijseren veldt onder Halen geleghen (f. 145).
54. Een half boinder sijnde voor een deel bosch en voor een deel landt geleghen onder Assent geheeten achter den daele, regt. den H. Geest van Diest, den Hooghweerdige Heere Prelaet van St Truijden, ende d’infirmerije van den Beggijnhove alhier. Den hautwasch is tot profijt vant Godtshuijs afgemaeckt int iaer 1736 ende daer is op gevallen 225 schoone mutsaerdt die aende vrauwkens sijn uijtgedijlt ende 400 hetsels die sijn verkocht aen Joannes de Hemptinnes als in de reckeninge sijn verantwoerdt. Het landt is in hueringh bij Jan Smijers voor onderhalven halster coren jaerlijcx, dan moet hij de xxste penninck soo vant landt als van het bosken int geheel betalen sonder iets te moghen costen, pro 1736 gelevert 1 1/2 halster coren die is geleght op den kercken solder (f. 146).
55. Een zille bosch int Bovelaer onder Beckevoert, regt. de Pastorije van Beckevoert, Geeraerdt Rijsermans, ende d’infirmerije vanden Beggijnhove van Diest (f. 147).