In de Brabant Cronikel 2014 van Familiekunde Vlaams-Brabant p. 61 beschrijft Paul De Clerck het overlijden van Thomas Vreesen in Leuven. Hij was slechts 28 jaar oud, deserteerde als soldaat, werd gevangen genomen en tot de galg veroordeeld. De nacht vóór de executie kon hij met 6 andere gevangenen ontsnappen. Thomas werd opgepakt en “cranck” naar het Gasthuis van Leuven gebracht, waar hij 10 of 12 dagen later, op 10 oktober 1699 “van de pittitsen” stierf.

sickbed

Pittitsen is een vervorming van een geleerd woord, namelijk van het Latijn petechiae, in het Frans overgeleverd als pétéchies en in het Italiaans als petecchie. Volgens Van Dale komt de vervorming in 1712 een eerste keer voor als petitsels. Schuermans geeft in zijn Algemeen Vlaamsch Idioticon de varianten petietjes, petitjes en petieten. Het bekende Woordenboek der Nederlandsche Taal verklaart het woord onder het trefwoord petieten. De Bo vermeldt in zijn West-Vlaamsch Idioticon petieten en petietjes.

De naam is ouder dan van 1712. Zo overleed op 6 juni 1690 in Temse Josine de Cauwer, echtgenote van Joos Pilaet. Twee maanden later stierf haar oudste zoon, een jongen van 11 jaar, “in de petitsels sieck”. Dat lezen we in De Vlaamse Stam van 1973.

Petitsels zijn koortsvlekken. Volgens Meyers (1896) zijn Petechien (ik vertaal) “kleine, speldekopgrote bloedingen in de huid”, of zoals ik lees in het Klein geneeskundig woordenboek (2004) “puntvormige bloedinkjes in de huid en in de slijmvliezen”. Het woord petechiae gaat terug op klassiek Latijn pix “pik, teer”. Pittitsen of petitsels zijn dus oorspronkelijk teervlekjes.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op woensdag 8 juli 2015.