Technische fiche

In 1766 viel Pasen op 30 maart. Traditiegetrouw trokken veel pelgrims op Paasmaandag te voet of te paard naar Hakendover. In de late namiddag keerden enkele bedevaarders terug naar hun woonplaats Meldert. Op de Waversesteenweg aan het thans verdwenen kapelletje van Sint-Ermelindis werd Peeter of Pierre Moret, inwoner van Tourinnes (Deurne in Waals-Brabant), overreden ofte overloopen door het paard van Godtgaf Ausloes. Deze werd herkend, omdat hij een rosachtigh cleedt aen hadde ende met sijn peirdt soo neijgh was voor uijt gereden. Ausloes was paardenknecht bij de weduwe van wijlen Herman Portegael in Meldert.

paard

Moret werd overgebracht naar het huis van de weduwe van Pierre Saelemaeckers. Daar stelde P.J. Vandertaelen, licentiaat in de medicijnen uit Tienen, samen met chirurgijn Collard van Hoegaarden, de verwondingen vast. De man overleefde het voorval. Moret was voerman van beroep en 65 jaar oud.

De volgende dag, 1 april 1766, kwamen getuigen aan het woord, eerst Pierre Moret zelf, malade et tenant le lit. Hij legde zijn verklaring in het Frans af. Incommodé par le cas du bras droit, door het voorval niet in staat om zijn rechter arm te gebruiken, zette hij met zijn linker een kruis onder zijn verklaring. De zoon Guilliam Joseph Moret, jeun homme assistant dans le metier son pere charlier, was ongeveer 26 jaar oud. Hij kwam in het gezelschap van zijn vader terug van de bedevaart naar de Saint Sauveur.

Het ongeval deed zich voor op de Waversesteenweg, entre la petitte chapelle de Sainte Ermelinde et la derniere profondeur du dit chemin. Guilliam legde uit op welke wijze zijn vader werd omver gereden en tekende met een kruis. Daarna kwam de getuigenis van de knecht Hendrick Delronge. Hierna volgden nog de verklaringen op 5 april 1766 van Louis Verbeelen, knecht bij Rochus Everaerts, 25 jaar oud, en zijn broeder Hendrick Verbeelen, geboortig van Houtem bij Hoegaarden,actuelijck domestique bij dezelfde Rochus Everaerts, oud 27 jaar. Ten slotte lezen we de getuigenis op 16 april van Peeter Gheerts, zoon van Anthoon, 15 jaar oud en wonende bij zijn vader in Meldert.

Het origineel bevindt zich in het Rijksarchief te Leuven, Schepengriffies nummer 6479.

Verklaring van H. Delronge

Is voorders gecompareert Hendrick Delronge domestique bij die weduwe Portughael, audt ontrent de 20 jaeren, welcken gedaeght, geEedt ende ondervraeght sijnde als de voorgaende, heeft verclaert voor de oprechte waerheijdt waerachtigh te wesen, hoe dat hij deponent op gisteren 31 meert van Haecquendover, alwaer hij hadde gedaen eenen bewegh [= beeweg] te peirt, thuijs is gecomen vergeselschapt in compagnie sijnde met Anthoon Gheerts, sijnen soon Hendrick Regha, Godtgaff Aüssloos, Hendrick Verbeelen, ende Louis Verbeelen, beijde knechten in ’t Comptoir, Nicolaes Philips sone etc., alle te peirdt, dat sy alsoo te saemen sijn van Thienen naer middagh ontrent de vijff uren, sonder prejuditie van tijdt, gecomen naer Meldert, dat hij opcomende langhs den grooten wegh uijt de leste diepe straet naer Sinte Ermelindes op, hij deponent heeft gesien, dat den sone van Anthoon Gheerts met Godtgaff Aussloos hun waeren separerende [= zich verwijderden] van de compagnie ende met hunne peirden hebben voor uijt gereden, dat dese twee voor het neyghste reijdende een van de selve, te weten Godtgaff Aussloos met sijn peirdt omverre gereden precies in den cruijs wegh ontrent het capelleken eenen man, twelcken hij deponent aldaer comende heeft gevonden buijten postuer, dat hij deponent den selven avont met den voorseyde Godtgaff Aussloos aen den selven heeft gevraeght, waerom hij sulcx hadde gedaen, waerop Godtgaff hem heeft geantwoort, dat hij sulcx niet gebeteren en conde [= het niet kon verhelpen] ende naer voorgaende lecture heeft den deponent met syne voorseyde depositie [= verklaring] gepersisteert ende mits hy niet en conde schrijven de selve met syn handtmerckt bevestight. Dit is het handt teecken X van Hendrick Delronge verclaerende niet te connen schrijven. Mij Present P. Godef. Persoens secretaris 1766.

Verklaring van P.J. Vandertaelen

(Pierre Judocus Vandertaelen, geboren in 1732 in ‘s-Gravenvoeren, was licentiaat in de geneeskunde. Hij was de vader van professor Joseph Judocus Vandertaelen. Hij overleed in Tienen op 30 juni 1768. – L. Vrancken, Meneer Doktoor, 1995, p. 31) .

Ick ondergeschreven bekenne door desen, dat ick in qualiteijt van Licentiaet in de medicijnen, getracteert [= behandeld] hebbe met sieur Collard chirurgijn sekeren Peeter Morrez [= Moret], sigh seggende te sijn van Tourinne, liggende tot Meldert, welcken ick bevonden hebbe met een rubbe [= ribbe] geanfonceert [= uit Frans enfoncer: indrukken] ende de clavicula [= sleutelbeen] gebroken, hem veroorsaeckende een groote anxieteijt [= angst, benauwdheid] ende oppressie [= verdrukking], waer van ick hem in mijn leste visiet, gedaen den 9 april, groetelyckx gesolageert [= vertroost] hebbe gevonden. Tot teecken der waerheijdt hebbe dit onderteeckent Thienen den 10 junii 1766.

P.J. Vandertaelen, M.L. (medicinae licentiatus).

Ook verschenen als historische tekst in Meldert. Verschenen op de website op 27 februari 2016.