Op een kleine weg moet soms een karwei worden opgeknapt. Er ligt bijv. een omgevallen boom die de brandweer moet helpen verwijderen. De plaats wordt dan omschreven: Ga naar de Leuvenselaan, aan de Galgestraat heb je rechts een klein wegje. Zo een 300 meter verder, enz. Daarom is het een goed idee om ook kleinere wegen een naam te geven. Dat heb ik samen met de h. Wilmaers van de Technische Dienst van Tienen al 25 jaar geleden gedaan. Zo heeft Tienen meer dan 200 straatnamen bijgekregen. Men kan het probleem van naamgeving voorleggen aan een cultuurraad. Die moet dan wel op zoek gaan naar de nodige documentatie.
Voor mijn boek over de Hoegaardse Plaatsnamen (1985, 342 blz.) heb ik officiële bronnen zoals de Atlas der Buurtwegen geraadpleegd, naast veel andere archiefstukken uit het kerkarchief, hertogelijke cijnsboeken en schepengriffies. Hierdoor was het mogelijk om verbasteringen te verklaren. De naamgeving voor de voetpaden in Egypte en Nerm is eenvoudig. Neem het Helleken. Dit is het voetpad nr. 184, de verlenging van de Helstraat naar Egypte. Het is thans de naam voor het rechtgetrokken Mulkenblokpad. Het eigenlijke Helleken is grotendeels verdwenen. Het liep ten noorden van de Beek naar Egypte. Hel en Helstraat zijn voor een toponymist bekende begrippen. Hel uit Germaans *haljō betekent laaggelegen, moerassig gebied. Omdat de h in het Hoegaards niet wordt uitgesproken, ontstond de vorm Delleken. Het (h)elleken werd dus het Delleken.
Het Mulkenblokpad is het voetpad nr. 187, dat een bocht van de Beek doorheen het Mulkenblok afsnijdt. Het laatste deel is thans rechtgetrokken tot aan de Helstraat (Valleistraat). In de Atlas heet het pad in het Frans “Sentier de Molecomblok”. Molecom is een verbastering van Mulken, te vergelijken met de wijknaam Mulk in Tienen.
Reacties zijn gesloten.