De vier W-dorpen (Waasmont, Walsbets, Wezeren en Walshoutem) vormden één geheel door het Koninklijk Besluit van 18 juni 1964 onder de naam Walshoutem. Het verenigde Walshoutem ging naar Landen over bij KB van 17 september 1975. Over Waasmont schreef L. Lemkens in 1929 een dissertatie onder de titel Toponymie van Waasmont. Dit met de hand geschreven werk is nog bewaard in het lokaal van het voormalige Instituut voor Naamkunde te Leuven (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte). Het spreekt vanzelf dat de toponymie of plaatsnaamkunde in 1929 in zijn kinderschoenen stond. Bovendien beschikken we thans over kopieertoestellen, computers, programma’s als Geopunt en Cartesius, en is er geen enkel probleem om kaarten als die van Vandermaelen, Ferraris en Villaret-Cassini te raadplegen. De gegevens van het Sint-Lambrechtskapittel in het Rijksarchief in Luik heb ik nagelezen. Voor de attestaties van circa 1370 in de Stok van Brabant B is Lemkens echter zeer waardevol. Het bewuste manuscript is immers half verbrand (“sinistré” staat in de inventaris) en derhalve niet meer te raadplegen.
De oudst bekende vormen van Waasmont werden opgetekend door prof. Maurits Gysseling in zijn bekend Toponymisch Woordenboek, in 1960 uitgegeven in 2 delen, thans raadpleegbaar op het internet. In 946 bezat de abdij van Gembloers zowat de helft van Waasmont. Hiervan bestaat nog een kopie van rond 1070. Het manuscript Sigeri Gesta abbatum Gemblacensium bevindt zich thans in de universiteitsbibliotheek van Leipzig. Mevrouw Susanne Dietel was zo vriendelijk om mij een kopie op te sturen. Op de folio 17 verso lezen we in keurig handschrift medietatemque uuasmont inpago asbain. Met asbain wordt Haspengouw bedoeld. De tweede oudste vorm van Waasmont, eind 12de eeuw, dus rond 1180, vinden we terug in de bibliotheek van de universiteit van Luik. In het manuscript 162, folio 3 verso, staat een tabel met Latijnse data. Ongeveer in de helft lezen we volgende zin Balduinus cum filio rebellat in uaso monte castri loco. Stéphanie Simon bezorgde mij de bewuste folio. Zij liet me ook weten dat het hele handschrift sedert enkele maanden volledig werd ingescand. Het is te raadplegen in de “virtuele bibliotheek DONum” (donum.uliege.be).
De oudste met zekerheid bekende inwoner van Waasmont was een zekere Boudewijn, in het Latijn Balduinus. Samen met zijn zoon kwam hij in opstand (rebellat), op de plaats van het castrum (castri loco). In de 12de eeuw bevond zich in Waasmont dus een kampplaats. Zeer waarschijnlijk komt deze versterking overeen met het grote vierkant met de kerk en de hoeve, waar Albert Marnef in de 19de eeuw een suikerfabriek heeft uitgebaat.
Maria Besse geeft nog andere oude attestaties, bijv. in Wasonis monte, in een charter van de abdij van Saint-Hubert uit de 12de eeuw. Waasmont wordt gewoonlijk verklaard als een hybride vorm: een samenstelling van Germaans wasu “drassige grond” en Romaans montem, accusatief van mons “berg”. Het eerste lid kan echter ook de Germaanse persoonsnaam Waso zijn. Zie hiervoor Ernst Förstemann, deel 1 van zijn boek Altdeutsches Namenbuch. Is dit juist, dan is de oudst bekende inwoner van Waasmont Waso.
Reacties zijn gesloten.