Veel families verklaren hun naam uit een vreemde afkomst. Bijna altijd steunt deze uitleg op vermoedens, niet op genealogisch onderzoek. Zo hebben heel wat van onze familienamen in de Franse tijd een accent gekregen en werd de Nederlandse herkomst van de familie gecamoufleerd.
Zo zit in de familienaam Derèze het Middelnederlands rese dat “reus” betekent. In de Middeleeuwen komt het woord in allerlei spellingen voor: rese, ruese, reuse, rose en ruse. Een reus van een vent kreeg in die tijd als bijnaam “de reus”. Zo komt in 1331 in Rupelmonde al een Jan de Rese voor.
De naam is ook in Tienen bekend. Hij komt al in de 14de eeuw in het hertogelijk cijnsboek voor. Rond 1370 betaalde Johannes de Rese 4,5 deniers en 1 kapuin voor een huis in de Langestraat. Met mijn onuitgegeven Historische Atlas heb ik dit huis kunnen identificeren met het nummer H 462. Dit huis ligt aan de linkerzijde, als je naar het Schip wandelt, namelijk het 6de huis voorbij de bekende krotwoning van Zwèt Bèèrke.
Een andere inwoner, Arnoldus der Rese, was afkomstig van Ramshoven onder Goetsenhoven en was van beroep sandicator, dit is een verver, meer bepaald iemand die werkt met rode verfstoffen voor het verven van textiel. Deze volgde rond 1400 Geraert van Meldert op, die een groot goed bezat tegenover de Brugmolen, in de bocht van de Gasthuismolen- en de Begaardenstraat. In latere cijnsboeken (1477) wordt zijn naam gespeld als Arnold Rosen van Rampshoven. Een nazaat van hem, Aert de Rese, komt in 1482 nog voor in de rekeningen van de Armentafel.
Ten slotte vond ik rond 1720 Philips de Rees, die van de weduwe Gertrudis van den Borght de helft kocht van het vroegere pand van Loijck van Weseren. Deze helft ligt op de noordelijke hoek van Veldborn- en Liefdestraat, nu Veldbornstraat nr. 31, 33 en 35.
Naast de verfranste vorm met accent bestaan nog altijd de vormen De Reze, De Rese, en zelfs de vernederlandsing Dereize. Het geven van bijnamen is van alle tijden. Dit bewijst het opkomen van de bijnaam “De Reus” voor het kopstuk van de Bende van Nijvel.
Dr. P. Kempeneers.