Om de ontwikkeling van de dorpsnaam na te gaan, zetten we enkele oude vormen op een rij: 1138-39 kopie midden 13de eeuw Lintere, 1245 in p(ar)rochia de Lintre, 1257 prope lyntere, 1271 prope linteris, 1312 apud lintre, 1390 bij lintere, 1400 te linter wert, enz. Vormen van Oplinter: 1257 in p(ar)rochia sup(er)ioris lintere, 1272 Dominus de Lintere superiori, 1291 kopie 14de eeuw Jacobi inuestiti de oplintere. 1321 in oplintere, 1388 In lintris superiori, 1391 by oplintere, enz. Ter vergelijking geef ik de oudste vormen van Neerlinter: 1138 kopie midden 13de eeuw niderlintere, 1139 kopie midden 13de eeuw nederlintre, 1218 Linthre, 1223 Lintre, 1340 Apud lintris inferiorem, 1454 Nederlintere, enz.
De oudste vormen staan in het cartularium van Sint-Trudo (Rijksarchief Hasselt). In dit cartularium staat Linter tegenover Neerlinter. De enkelvoudige benaming Linter (= Oplinter) blijft nog eeuwen in gebruik, ook al komt Oplinter daarnaast algemeen voor. De vorm zonder eind-e (Linter) komt in geschreven teksten vanaf 1400 voor, maar wordt pas algemeen vanaf de 17de eeuw.
Volgens de gangbare verklaring is Linter een samenstelling uit lind + ter, met de betekenis “lindeboom”. Deze verklaring is onhoudbaar. In plaatsnamen met Lind/Lint, die Gysseling in zijn Toponymisch Woordenboek (1960) opgeeft, gaat het telkens over een plaats “bij een linde of een lindenbos”. Deze plaats kan zijn: vruchtbaar aangeslibd land zoals in Lindau, een bosje op hoge zandgrond zoals in Lindelo, een woeste vlakte zoals in Lindveld, een hofstede zoals in Lindweiler, enz. “Lindeboom” komt echter nergens als plaatsnaam voor.
Daarom moeten we Linter eerder verbinden met Lintaruurde (uu=w), een onbekende plaats in Friesland, te verklaren als “voorde in de beek genoemd Lintara”. Een vergelijkbare naam is ook Linterwic, onbekend in de Overbetuwe, te verklaren als “wijk bij de Lintara”. Dezelfde waternaam schuilt in Linter(bach), bij Limburg aan de Lahn. De rekonstruktie *Lintara sluit aan bij de talrijke waternamen gevormd met het suffiks -ar-. We denken hier aan de IJzer uit Isara, de Dender uit Tanara, de Demer uit Tamara, enz. Uit de waternaam *Lintara ontstond de nederzettingsnaam Lintere. Het eerste element blijft onduidelijk. Volgens Tummers (Naamkunde, 1973, 194-198) kan Limburg uit ouder Lintburg teruggaan op het Germaans *lenthaz, *linthaz, Oudhoogduits lind, lint, met de betekenis “slang”, dat voortleeft in de samenstelling lintworm. Volgens H. Draye kan lind, lint verwant zijn met Westgermaans lindo “linde, schild uit lindehout”. Indo-europees *lento-s, te vergelijken met Latijn lentus “buigzaam”, kan immers zowel de buigzaamheid van de slang als van het hout van de lindeboom kenmerken (Naamkunde, 1973, 197). Zo kunnen we de waternaam Linter(e) verklaren als een afleiding op -r, met de betekenis “de buigzame, de kronkelende”.
Lintara was de oude naam van de Genovevabeek. Hiernaar zijn zowel Op- als Neerlinter genoemd. De dorpsnaam Linter betekent aldus “de nederzetting bij de Lintara”. Zo werd de waternaam een dorpsnaam. De waternamen op r zijn zeer oud. De naam Linter klimt op tot in een verre voor-Germaanse tijd, wellicht tot 2000 a 1500 voor Kristus.
Dr. P. Kempeneers.