De weduwe van Carel Wanten komt nog voor in 1715, hoewel een rekening van O.L.Vrouw-ten-Poel van 1711 als eigenaar Hendrick van Nerum opgeeft. Het gebeurt trouwens wel meer, dat overleden eigenaars nog lange tijd vermeld worden, met de aanvulling “nu” of in het Latijn “modo” met de naam van de opvolger.

De familie Vannerim behield de herberg de hele 18de eeuw. Henricus of Henri Vannerim wordt onder meer vermeld in een cijnsboek van 1735. In 1770 is de weduwe Van Nerim uijt den anker de eigenares, maar in 1796 is het weer Henrij Van Nerim, wellicht de kleinzoon van Henricus. Hierop volgt in 1802 Paul Van Nerim, en na hem de rechter Philippe Vannerim, als laatste van de Vannerums. Daarna gaat de brouwerij over naar de familie Janssens. Zo ontmoet ik in 1826 als bezitter Henri Janssens, die nog als brouwer voorkomt bij Popp rond 1860.

Op de plaats waar de Mene, komende van de Meendijk, de Hoegaardsestraat kruiste, lag een brug. Wegens de nabijheid van de herberg het Anker, heette deze brug de Ankerbrug. De naam komt al voor in het cijnsboek van 1616, waar het Anker gesitueerd wordt op d’anckerbrugghe. Deze naam komt ook voor in latere cijnsboeken, een laatste keer in 1735.

anker
Het Anker als uithangteken behoort tot wat Van Lennep de scheepsbehoeften noemt. Het kwam voor bij ankersmeden, maar ook en vooral bij brouwerijen, herbergen en allerlei winkels. We treffen het ook aan in vele zegels van hervormde kerken als teken van de hoop. Dit is duidelijk in het rijmpje dat onder een Anker voorkwam, op het uithangbord van een winkeltje in Sommelsdijk. Het luidt als volgt: “Ik leef op goede hoop, En wacht op Godes zegen, Al is de wangunst groot, Ik doe mijn best er tegen. Dan leef ik vergenoegt; Wil God mij zegen geven, Zoo zal ik door de gunst Van vele menschen leven”. Het was een argeloos rijmpje van een handelaar, die besefte dat hij van zijn klanten moest leven. Vande Weghe kent een Anker in 1402 in Antwerpen. De huisnaam kwam eveneens voor in Lier, Brugge en Mechelen, telkens voor brouwerijen. In Tienen is het originele uithangteken nog bewaard. Het is een grote rechthoekige steen, met de afbeelding van een horizontaal anker, ingemetseld in het huis nr. 19 in de Sint-Katharinastraat. In dezelfde gevel vinden we een herbergteken met twee moutstokken en de datum 1760.

Dr. P. Kempeneers.