In 1735 is het Wild Wijf, nu definitief een huis, eigendom van Guillaume Persin. Hierop volgde notaris Henricus Franciscus Janssens, die getrouwd was met Carolina Ernestina Dury. Op 25 april 1779 erfde Laurentius Heusdens, samen met zijn huisvrouw Lucia Durincx, seker huys met den uytganck van achter tot aen de haeghe competerende jouffrouwe Anna Maria Janssens … genaempt het wildt wyf. De haag van Anna Janssens hoorde tot de Wan op de Grote Markt. In 1796 is het Wild Wijf al overgegaan naar de handelaar J. Fr. Na(e)gels. In 1834-1860 woonde hier de glazenmaker Jan Swillen.

Jan Schutters, de eigenaar van het Wild Wijf in 1635, bezat ook een erffue tegenouer den hantboge. Dit pand is te vereenzelvigen met de nummers G 331 (Gilainstraat 14) en G 332 (nr. 12). In dit laatste huis verkocht Gustave Keyen in 1935 groenten en fruit. De winkel bleef nog jaren bestaan. Op 9 april 1636 kocht Jan Schutters dit “erf tegenover de Handboog” van juffrouw Ursula Loupis. Hij verkocht dezelfde dag die Jerste hellicht vanden bouen geschreuen erffue aan Gielis ’s Heeren. Het tweede deel ging naar Gilis Coutwyns, in 1676 ook geschreven Goetwijns.

In de 15de eeuw hoorden deze twee woningen toe aan Walter Coenraet. Van deze gingen ze over naar Willem vander Hagen en rond 1477 naar Johannes vander Hagen. Zijn opvolgers waxen: Willem en Jeute vander Haghen (1500), Jan van Braendonck, Henrick van Brussele en meester Hendrick Graesen. De twee laatste eigenaars bezaten ook het Schaakberd op de Grote Markt. Hierdoor grensde het Schaakberd tijdelijk aan de Grote Markt en de Gilainstraat. Later werden de huizen 12-14 weer van het Schaakberd losgemaakt. In 1735 was Gilbert Schrijvers de bezitter van het erf tegenover de Handboog. De latere eigenaars waren: in 1796 de Brusselse geneesheer Nicolas Meijs en tussen 1837 en 1860 Philippe-Joseph Hannesse, een aannemer van openbare werken.

Dr. P. Kempeneers.