Het echtpaar Bottu-Stels vraagt mij naar de betekenis van hun namen.

Bottu, met als variant Boutu, is volgens het Woordenboek van de Familienamen (Fr. Debrabandere) wellicht een afleiding van Oudfrans bote “schoen, laars”. Hij haalt hiervoor bewaarplaatsen aan, zoals in 1302 Johanne dicto Bottus (Luik) en in 1401 Jehan Botut (Doornik). Over de familie Bottuut in Ieper schreef B. Bonnaert een artikel in “Le Parchemin” (1981, 366-386).

Bottu behoort trouwens tot de moeilijk verklaarbare namen. De bovengenoemde Bruggeling Frans Debrabandere werkte gedurende 9 jaren aan zijn woordenboek. Hiervoor las hij onder meer de computerlijst van het Rijksregister. Deze lijst bevatte op 31 december 1987 de namen van alle Belgen. Dit zijn 187.856 namen. In 1991 wou Debrabandere de laatste hand leggen aan zijn woordenboek. Daarom publiceerde hij in Naamkunde 1991 een lijst van “nog onverklaarde namen”. Het viel mij op dat hieronder heel wat Tiense namen voorkomen. Ik denk aan Bottu, maar ook aan Cresis, Hicketick, Klewais (die achteraf gezien uit Hongarije komt), Lockkamper, Meugens, Soers, Stouthuizen, Sué, Versin, Vervou, enz.

De eerste Bottu die ik in Tienen tegenkom, was Henri Bottu. Deze woonde in 1837 in de Oudekleerkopersstraat, in het huidige huis nr. 20, en was toen 43 jaar oud. Hij was één van die oudekleerkopers, door wie de “Kleine Bergstraat” veranderde in Oudekleerkopersstraat.

De naam Stels komt in Tienen in veel varianten voor: Stels, Steijls, Stijls, Staels, Styls, enz. Het is aannemelijk om de naam te beschouwen als een afleiding, met een genitief-s, van de Germaanse meisjesnaam Steile, verkort uit Steinhilde. Zo komen voor: in 1123 Steynil de Himpe, in 1291 Steynelden zone, enz. Een andere mogelijkheid is de plaatsnaam Steile in Rumst, die ook voorkomt in Reet, Schelle, Boom en Brussel. Debrabandere citeert zo in 1569 Lieven Styls. In het Tienen van de 17de eeuw was Geeraert Stels of Stijls geen onbekende. Deze kocht op 20 december 1684 het huis genoemd bourgoignen, gelegen op de Verkensmerkt. In recentere tijd kwam het “Huis van Boergondië” overeen met het smalle huis, waarvan de familie Delacroix de toegangspoort maakte tot hun ijzerwinkel. Het geheel is nu ingenomen in het nieuwe Stadhuis.

Dr. P. Kempeneers.