In mijn vorige Sprokkel heb ik het “Stankteersken” beschreven als een slechte weide naast de Gete aan de Grote Spui.
Een vuil stuk grond lag ook in Grimde aan een Leigracht, naast den wech die te wolmerzeem wert geet. Deze grond heette het Kistenkerkhof. Jan Wauters heeft dit kerkhof verkeerdelijk gesitueerd in Hakendover. In werkelijkheid lag dit kerkhof naast de bekende Zijpe, in Grimde nog het Sepke genoemd. De Zijp is nu wel grotendeels in een betonnen buis gelegd. Het bewuste stuk grond grenst aan de Langveldweg en heeft op de kaart van Naveau (1754) het nummer O 134. In het modern kadaster komt dit overeen met C 324a. De omgeving van het Kistkerkhof is zeer grondig veranderd, vooral na de aanleg van de Ambachtenlaan en de inplanting van enkele bedrijfsgebouwen. En toch. Als bij wonder is het Kistkerkhof nog altijd ongeschonden. Het is nu een vuil stuk grond, begroeid met braamstruiken en boerenwormkruid, in twee stukken verdeeld door een voetweg, gelegen achter Interleuven en naast de oude spoorweg. Het is gemakkelijk te herkennen. Dit perceel was eertijds de begraafplaats voor de zusters, die er begraven werden op kosten van de Kist. Zo vond ik in 1562 die kiste van den beghynhoue, een instelling voor arme begijnen.
Ook paarden hadden een apart kerkhof. In 1681 had het peertskerchoffeen oppervlakte van 2 bunders, gelegen achter de muur van de Begijnen. Ik heb dit perceel gelokaliseerd tussen de Begijnenmuur en de Lange Vest, met kadasternummer E 55. Op dit ogenblik is dit perceel evenwel opgeslorpt door de Tiense Suikerraffinaderij. Een Paardenkerkhof is volgens Schönfeld een ongewijde begraafplaats. Aannemelijker is het dat het een plaats was, waar gestorven paarden begraven werden.
Een mooi voorbeeld van slechte grond vond ik in Waanrode, gelegen tussen de Blij- en de Rattenborgstraat aan de oevers van de beek, maar ook elders. Zulke slechte grond heette Rauwweide of Rauwbemd. Ook Rauwagie komt voor. Zo lagen aan de Tichelrijstraat in 1698 drye sillen bemdt nu rauwagie. Dit woord is een vervorming van het Franse woord ravage, een toepasselijke naam voor grond die begroeid is met netels en braamstruiken. Bekend is de Rauwagie aan de Blijde bij Rattenborg, een woord dat ook al geen idyllische omgeving oproept. Ter informatie wil hier bijvoegen dat mijn Waanrodese Plaatsnamen in een nieuwe bewerking verschijnt in de reeks Toponymica, uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde, Universiteit Leuven. Het boek verschijnt voor de grote vakantie en is dan te verkrijgen bij uitgeverij Peeters in de Bondgenotenlaan te Leuven. In Tienen is het woord rawazje nog gebruikelijk voor een ordeloze troep. Als bijvoorbeeld de kamer van een tiener overhoop ligt, spreken de ouders van “een echte rawazje”.
Dr. P. Kempeneers.