Voor de Sint-Katharinastraat gebruikte men meestal een omschrijving, met als voornaamste merkpunt de Onze-Lieve-Heerbrug: in 1635 het straetken comende van ons Lieff sheeren brugge naer den hoegaersche straete, in 1723 het straetken gaende van onse lieven heer brugge naer den vogelsanck. Deze brug stond op de kruising van de Bostsestraat en de Gete en werd zo genoemd naar een stenen Ecce Homo die op de brug stond. De naam werd door het stadsbestuur op een officieel naambordje in ere hersteld.
Toch had het straatje ook een eigen benaming: de Bakeleinstraat. Ik geef enkele oude vindplaatsen: 14de eeuw Jn vico bakeleyne, 1616 het bakelyn straetken. In de vertaling van 1797 wordt de naam niet meer begrepen en heet dan La Rue de Madelaine.
Het Bakeleinstraatje herinnert aan de Bakelein, een kleine waterloop die de Kleine Mene met de Gete verbond. Het woord komt ook elders voor, o.m. te Leuven, maar vooral in Waalse gemeenten. Bakelein is een hybridische vorming. Het eerste lid is Germaans baki “beek”, het tweede een Romaans diminutiefsuffix lana. Bakelein betekent dan gewoon “beekje”.
De volksmond spreekt van Strontstraatje, met de betekenis “straatje van niemendal”, zoals ook de Ketelstraat, uit ouder Keutelstraat, is ontstaan. Deze naam kwam officieel in de volkstellingen voor: in 1828 Strondstraat, en in 1837 Strond Straetje. Bij Bastendorff ontmoet ik voor de eerste maal in 1825 rue Sainte Catherine. In 1834 luidt het in het Nederlands Sinte Catherina straet. Eénmaal vond ik in de kadastrale legger van 1878 Magazijnstraat, zo genoemd naar het biermagazijn van Hendrik Janssens-Vandromme.
Een handschrift van 5 bladzijden behandelt een vooronderzoek in verband met een poging tot verkrachting in de huidige Sint-Katharinastraat. De 25ste oktober 1723, omtrent zeven uur ’s avonds, kwam juffrouw Catharina Marcaigne, 55 jaar oud, van de Bostsepoort. Ter hoogte van de O.L.Heerbrug ontmoette zij Germeijn de Bres, seeckeren mans persoen wesende den knecht Inde drij molen alhier. Bij haar gekomen, heeft hij haar vastgepakt en haer forcelijck gesleurt & getrocken tot ontrent het middel van het voors. straetken willende haer deponente vercrachten. Hierop schreeuwde zij hulp ende brandt. Maar De Bres zegde tegen haar Swijght stil en schreift nijet [= schreeuw niet] oft ick steecke u met mijn messe die keel aff. De knecht wierp zijn slachtoffer op de grond en gaf haar verscheidene slagen op haar hoofd en aangezicht. Op dat ogenblik kwamen enkele personen voorbij, die later als getuigen werden opgeroepen. Daarop liep Catharina weg, laetende aldaer liggen haere muijlen. In het handschrift volgt de gebruikelijke formule: amplius Ignorat et habita lectura persistit et scribere nescit, wat betekent “Zij verklaart verder niets te weten, houdt staande na lectuur, en kan niet schrijven”.
Het is mogelijk dat het Strontstraatje, bij wijze van volkshumor, naar de kuise Catharina Marcaigne werd omgedoopt tot Sint-Katharinastraat.
Dr. P. Kempeneers.