In Tienen is het toponiem “Rode Poort” op verschillende plaatsen geattesteerd. Ik noem de Rode Poort van de Augustijnen in de Dr. Geensstraat en de Rode Poort in de Oude Leuvensestraat.

Bekender is de Rode Poort in de Donystraat. De oude, onvervalste Rode Poort stond aan de rechterkant van de Donystraat, richting vesten, op de plaats van de huizen 49 tot en met 71. De naam komt al voor in het cijnsboek van 1689 als de roode poorte, maar is zeker ouder. In 1759 hoorde de brouwerij met zijn aanhorigheden toe aan meesterbrouwer sieur Joannes Emanuel Goossens. Het hele complex wordt dan omschreven als een huijs, hoff cum annexis, gemeijnlijck genoemt de roode poort met het cleijn huijsken ende hoff, soo oock eene weijde ofte blijckerije daer aen gelegen.

Oorspronkelijk stond de Rode Poort op nummer H 424-425, nu overeenkomend met Donystraat 59-61. Ten oosten hiervan ligt de tuin H 426, nu bebouwd met de vijf huizen 63 tot 71, en hierachter de tuin H 436. De hele westzijde (H 421 tot H 423) was lange tijd onbebouwd. Waarschijnlijk stond de brouwerij in de 18de eeuw op nummer H 421, nu Donystraat 49-51 en een deel van het appartementsgebouw 55. Het erf van de Rode Poort ontstond door versmelting van twee panden. Een gedetailleerde beschrijving van de voorgeschiedenis, van de 14de eeuw af, zal te lezen zijn in mijn driedeling werk Thuis in Thienen, dat in 2000 moet verschijnen.

De brouwerij was het opvallendste gebouw in de Vleeshouwersstraat (nu Donystraat), die in 1740 genoemd wordt het straecken leijdende naer de roede poorte. In 1735 bezat jonker Michael de Cascales een uitgestrekt domein van bijna anderhalve hectare tussen de Ketel- en de Vleeshouwersstraat. Het goed van Cascales werd in tweeën gesneden door de Viande. In 1830 stond op de zuidelijke helft, dus langs de Donystraat, een herenwoning nu overeenkomend met de bedrijfgebouwen op de nummers 30-36. In recentere tijd was dit complex bekend als de brouwerij de Rode Poort. De benaming was dus verplaatst van de rechter- naar de linkerzijde van de straat!

Ten slotte bezat de familie Van den Berghe de Binckom op het einde van de 18de eeuw een zeer grote boomgaard met een herenhuis, gelegen tussen de Kapelstraat, de Viande, het erf van Cascales en de Donystraat. Op dit goed liggen: de gemeenteschool nr. 2 voor meisjes (8-16) en de huizen 18 tot 24. In de volksmond werd de school de Rode Poort genoemd, in het Tiens: roewej powet.

Besluit: De hele Vleeshouwersstraat werd gedomineerd door het toponiem Rode Poort, dat oorspronkelijk teruggaat tot de brouwerij, die verwisselde van de rechter- naar de linkerzijde van de straat, en dan opschoof naar de meisjesschool.

Dr. P. Kempeneers.