Op maandag 15 juni 1998 opende het nieuwe restaurant “De Kleine Kauter” in Boutersem-Roosbeek zijn deuren.
Kouter, in oude documenten ook geschreven kauter, is afgeleid van het Latijn cultura. Een kouter was oorspronkelijk het gezamenlijke landbouwland van een nederzetting. Kouters zijn de oudste bouwlanden van een domein. Door de aangroei van de bevolking in de 12de eeuw ontstond de behoefte aan meer grond. Woeste en beboste gronden werden door onze voorouders met veel geduld en moeite “in cultuur” gebracht. Kouter verdrong dan het oudere woord akker. Volgens een recente studie was een kouter een landschappelijk geheel, dat in de praktijk doorgaans bestond uit een aantal bijeenliggende, vaak aan verschillende boeren toebehorende akkers.
In onze streek is dit toponiem goed vertegenwoordigd. Zo komen in Waanrode twee kouternamen voor: de Borgkouter en de Worfkouter. In Hakendover blijkt de ligging van de kouters uit geografische toevoegingen. Zo lag er in 1441 een coutere te thienen wert by thechelken, dit is de kouter in Wulmersum bij de grens met Tienen. Ook lag er een kouter in het Eliksemsveld, in 1383 geattesteerd als opte coutere telenseem wert. Het grote veld tussen de Bosschellestraat, de Kruisbeemdstraat en de thans verdwenen Heerweg, heette de Grote Kouter, in 1646 geschreven in den grooten cauter.
Ook in Kumtich is er een Grote Kouter, in 1470 geschreven op groet couter en in 1632 opden grooten cauther. Deze kouter ligt in het westen van Kumtich en strekt zich verder tot in Roosbeek uit. De Grote Kouter staat in tegenstelling tot de Kleine Kouter, gelegen tussen Kumtich en het verdwenen gehucht Stratem.
In Hoegaarden vond ik een drietal kouters: in 1582 inden cauter, gelegen tussen Aalst en Hoegaarden, een kouter tussen Hoegaarden en Houtem en een couterken (1655), op het grondgebied van Outgaarden tegen de Paanhuisbeek bij Altenaken.
Ook in Tienen komt het toponiem voor. Zeer bekend was het Klein Kouterken, in 1577 geschreven Int cautherken en in het kaartenboek van de Armentafel van 1669 bij het cleijn cauterken. Dit kouterken lag in Grimde en begon aan het uiteinde van de Piepelboomstraat. Het is thans doorsneden door de Ambachtenlaan. De Piepelboomstraat eindigde oorspronkelijk aan het Kruisken. Hier begon namelijk een tweesprong (vandaar de naam Kruisken). Een noordelijke tak liep verder richting Gete, langs de oude hoeve van Mathijs Riga. De zuidelijke tak liep naar het Kistkerkhof dat nu nog bestaat. De twee genoemde wegen “omarmden” het Klein Kouterken, dat aan de noordzijde werd begrensd door de Hoolstraat aan de Hoolbiezenweide.
Kouter komt ook in samenstellingen voor. In de buurt van een verdwenen pad naar Kumtich stonden tommen of Gallo-Romeinse grafheuvels. Daarom heet het veld in deze omgeving in 1470 di tommencoutere. Het is nu een deel van het huidige Galgeveld in Tienen.
Met de keuze van de kouternaam knopen de eigenaars aan bij een zeer oude naamgeving! Ik wens ze met hun nieuw restaurant veel succes toe.
Dr. P. Kempeneers.