In een vorige sprokkel noteerden we hoe de eerste Germanen de “Belgische” naam Londhiniom fonetisch aan hun taal hadden aangepast.

Met de verovering van Gallië begeven we ons op bekender terrein. Van 58 tot 51 v.C. verovert Caesar geheel Gallië tot aan de Rijn. Geleidelijk worden onze gewesten geromaniseerd, vooral vanaf de eerste eeuw na Christus.

Na de Gallo-Romeinen kwamen de Franken, oorspronkelijk afkomstig uit Groningen. Op het einde van de 3de eeuw vestigen ze zich in de Betuwe. In 358 bewonen ze al de streek van Tilburg-Eindhoven. Omstreeks 445 veroveren ze onder koning Chlodio in vlug tempo Noord-Frankrijk tot aan de Somme. In 486 breiden ze hun gebied tot aan de Loire uit.

In het nu taalgemengde gebied ontstaan in Merovingische tijd talrijke nederzettingsnamen op -iacas. Deze knopen aan bij de Gallo-Romeinse namen op -iaco, maar de persoonsnaam is nu Germaans. Ook staat het toponiem niet meer in het Latijnse enkelvoud, doch in het Germaanse meervoud, in het Germaans bewaard als datief meervoud -um (nu -en), en in het Romaans als accusatief meervoud -as (later -es). Vandaar het onderscheid tussen de vormen Landenen tegenover Landenes of Landres.

Het is tijd voor een synthese. Landen is een “Belgisch” toponiem, ontstaan voor 1500 v.C. Van de grondvorm londo “wild” werd de persoonsnaam Londhinios afgeleid en hiervan de nederzettingsnaam Londhiniom. Bij de eerste germanisering (2de eeuw v.C.) wordt de o een aLandhiniom. Na een nasaal (n) wordt Indo-Europees dh in het Germaans d. Bij de tweede germanisering door de Franken (vooral 5de eeuw n.C) verandert de uitgang in een datief meervoud -um, Nederlands -en. Door afslijting van de uitgang wordt Landenen verkort tot Landen.

Een toemaatje. Eeuwenlang was Landen een stad. Stad in de huidige betekenis werd vertaald door opidum: ca. 1390 opidum de landenen. Dit is de omheinde stad Landen zelf, zoals in 1509 De stadt van landen, in 1669 het stedeken van Landen en in 1711 int wingh velt bij de stad landen. In het archief wordt “stadt” meestal weggelaten. Huizen of hovingen zijn dan gelegen “binnen Landen” of “buiten Landen”.

In Franse teksten van de 18de eeuw ontstaat de benaming “gesloten Landen”: in 1756 a landen fermée (in het Kaartenboek van Naveau) en in 1773 sous landen fermêe (in de Schepengriffies 6, f. 33 v°).

Rond 1795 verloor Landen zijn titel van stad. Het duurde tot in 1925 voor het aloude bolwerk zich opnieuw stad mocht noemen (Piton, 128 en 167). Bij koninklijk besluit van 22 februari 1936 verkreeg de stad bovendien zijn stadswapen terug (o.c.). Volgende week leggen we Roeferdingen onder de loep.

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in Publipers, 1999-2000. Ook in: OLE nr. 57 (1 juni 2000), blz. 4-17.