In 1617 hoorde het herbouwde huis toe aan Marten Danneau, die omstreeks 1624 overleed. Hij werd van 1624 tot 1636 opgevolgd door de weduwe Danneau en van 1636 tot 1652 door Robertus Jordin of Jardin, die vermoedelijk met de weduwe van Marten Danneau was hertrouwd. Daarna noteren de rentmeesters als eigenaars van het Bonneke de erfgenamen van Marten Danneau ofwel juffrouwe Anna Danneau, ook geschreven d’Agneau. Anna trouwde met Hendrick Kindermans en stierf rond 1673. Sedert dit jaar staat haar echtgenoot als eigenaar geboekt. Hij komt nog voor in 1715. In dit jaar wordt het pand beschreven als eenen grondt nu boomgaert. De boomgaard werd geerfd door Anna Catharina Kindermans, die trouwde met Jan Frans Janssens. Uit dit huwelijk sproten vier kinderen: 1° Hendrik Frans die notaris werd. 2° Maria Anna die trouwde met Jan Caron. 3° Jan Frans, en 4° Anna Catharina die de huwelijksboot instapte met Jacob Van Meldert. Jan Frans Janssens vinden we in het bezit van het Bonneke vanaf 1739. Hij was in de echt verbonden met Maria Carolina Everaerts en kreeg van haar vijf kinderen: 1° Hendrik Frans, 2° Anna Maria Josepha, 3° Maria Anna Carolina, 4° Anna Catharina Angelina en 5° Maria Catharina Huberta. Als erfgenamen van Jan Francis Janssens komen ze voor van 1772 tot 1777. In dit laatste jaar is rentenier Nicola Meys de nieuwe bezitter, als echtgenoot van Anna Josepha Janssens. Hij komt nog als eigenaar voor tot na 1834.
Tijdens de Brabantse Omwenteling ontstond op 22 november 1790 in een herberg “près des Alexiens” een hevige twist tussen Patriotten en Vijgen. Hierbij werd notaris Mattelé doodgeslagen, omdat hij koningsgezind was. De Ridder vermoedt dat dit gebeurde in de herberg het Bonneke.
In 1837 hoorde het Bonneke toe aan de weduwe Crampen, en in 1845 aan Ernestina Janssens die met Jan Baptista Janssens was getrouwd. Deze verkocht het huis op 15 januari 1845 aan de familie Gilain. Deze verwisselde het Bonneke op 3 oktober 1853 met een stuk grond van Pierre Jacques Halflants en zijn vrouw Anna Catharina van Horinc. Op 2 augustus 1873 ten slotte verkochten de kinderen Halflants het goed aan de Cellebroeders. De laatste huurder, Hendrik Reynaerts, verliet enkele maanden later het huisje, dat onmiddellijk werd afgebroken. Zo breidden de Cellebroeders hun klooster aan de zuidkant uit tot tegen de Liefdestraat.
Dr. P. Kempeneers.