In de Veldbornstraat nr. 10 woonde dokter Vandooren. Daarna was hier tot in 1993 het OCMW gehuisvest. Samen met de twee volgende huizen (nummers 12 en 14) vormde dit pand vanaf 1727 het Goed van Oplinter. Dit goed ontstond uit de versmelting van de Sint-Jakob en de twee kleinere panden. Nu is de vroegere Sint-Jakob eigendom van de familie Vandermolen-Van Assche, SintHubertusstraat 56, te Oplinter.
De Sint-Jakob hoorde van 1617 tot 1640 toe aan Arnold van Reusel, en de dertig volgende jaren aan zijn erfgenamen. Daarna kwam het groot huis in het bezit van Dierick Valckenborgh en later van zijn erfgenamen. Deze erfgenamen worden vermeld tussen 1684 en 1715. Onder deze erfgenamen bevond zich Lenard Cornelis, die al in 1689 als eigenaar wordt vermeld. Cornelis bezat in 1703 ook een huis met hof teghens ouer synen huyse geheeten sinte iacob. Dit huis, op die rechte handt gaende naer die poerte, lag tegenover het eigendom van Loyck van Weseren. Het bedoelde huis van Lenard Cornelis heb ik kunnen lokaliseren op de plaats waar de Veldbornstraat overgaat in de Eeuwfeeststraat, met de vroegere kadasternummers H 236-237.
Rond 1720 brandde de sinte iacob volledig af. Hierover lees ik in 1721 hoe dat door den lesten ouercomen Brandt sijnde comen in assche te verdweynen secker huijs gestaen inde velborne straete deser stadt genoempt sint jacobt. Enkele jaren later is Gabriel Leemans de nieuwe eigenaar. Het huis lag nog altijd af, want in 1725 heet het een seeckere erffve genaempt Sint Jacob. Dit erf grensde toen aan de Refugie van Tongerlo in twee zijden, aan het huis van advokaat Vaes en aan Germeyn Wouters. Ook in 1733 heet het nog altijd secker affgebrandt huys genaempt sinte Jacob. Op de Sint-Jakob stond een rente van twee Hollandse guldens maeckende xxxij st, dit is 32 stuivers. Op 14 januari 1723 betaalde Gabriel Leemans “als momboir” de achterstallen van deze rente voor de jaren 1721 en 1722. In dezelfde hoedanigheid voldeed Leemans de rente tot in 1727. In de loop van dit jaar ging de Sint-Jakob over aan Willem Jozef Wouters. Deze was het vorige jaar ook in het bezit gekomen van het aanpalende eigendom van advokaat Vaes. Het huis van Vaes lag waarschijnlijk rechts van de Sint-Jakob, vermits het gedeeltelijk grensde aan de Refugie van Tongerlo. Anderzijds grensde Vaes ook aan de erfgenamen van Van den Berghe. De twee genoemde huizen komen ongeveer overeen met de huidige huizen met de nummers 12 en 14. De drie eigendommen vormden vanaf 1727 het Goed van Oplinter. Volgens de Ridder was het huis van advokaat Vaes in 1654 eigendom van Anna van den Roy. Ze was de weduwe van de bekende stadspensionaris, meester Dionijs van den Berghe. Haar dochter, Catherine van den Berghe, trouwde met de stadsdokter Germanus Landeloos, eigenaar van onder meer de Mahaigne (zie aldaar). Anna van den Roy liet haar huis na aan haar zoon Hubert van den Berghe, die ongehuwd stierf. Zo kwam het huis aan zijn zuster Maria Anna van den Berghe, die getrouwd was met Arnold Landeloos, doctor in de rechten. Beider dochter, Catharina Landeloos, volgde hen op. Ze was “de huwelijksboot ingestapt” met advokaat Jan Adriaan Vaes, zoon van Adriaan Vaes en Elisabeth Henis.
Dr. P. Kempeneers.